De meeste woordenboeken noemen gezellig een bijvoeglijk naamwoord. Een bijvoeglijk naamwoord zegt vaak iets over een zelfstandig naamwoord: een gezellig huis, een gezellige tante. Maar in 'We zaten gezellig bij elkaar' zegt gezellig iets over het gezegde bij elkaar zitten.
vriendenkout 'in aangename vriendschappelijke gesprekken' [1840; WNT], het zaaltje was gezellig [1866; WNT]. Afleiding met het achtervoegsel → -ig van → gezel 'kameraad'. Hiernaast bestond een afleiding met het achtervoegsel → lijk: mnl. gesellec ( bn. )
Gezelligheid geeft een bepaalde aangename omstandigheid of gevoel weer, een vorm van knusheid, vriendelijkheid, huiselijkheid, vertrouwdheid, kneuterigheid enzovoort. Meestal heeft gezelligheid te maken met het samenzijn met anderen (in goed gezelschap).
aangenaam, fideel, geanimeerd, gemakkelijk, gemoedelijk, genoeglijk, hartelijk, onderhoudend, plezant, plezierig, prettig, sociabel, spraakzaam. gezellig (bn) : behaaglijk, huiselijk, intiem, kneuterig, knus, knusjes, ongedwongen, sfeervol, welbehaaglijk.
1) Aangenaam 2) Betrouwbaar 3) Blijmoedig 4) Degelijk 5) Eerlijk 6) Fijn 7) Gemoedelijk 8) Gezellig 9) Hartelijk 10) Hartelijk en betrouwbaar 11) Jofel 12) Jolig 13) Jovi...
jofel bijv. naamw. Verbuigingen: jofelerVerbuigingen: jofelst ''(Bargoens)'' leuk, aardig, populair, getapt, prettig, mooi, sympathiek Voorbeeld: `Hij is altijd al een jofele jongen geweest.
jolijt zelfst. naamw. pret, plezier Bron: WikiWoordenboek. Synoniemengein jool keet leut lol plezier pret pretmakerij vreug vreugde 2 definities op Encyclo woord uit 1812, uitleg bij teksten van E.J. Potgieter (1808 - 1875) vreugde, vrolijkheid.
Twee woorden zijn elkaars antoniem als ze een tegengestelde betekenis hebben. Het woord is afgeleid uit het Grieks: anti ("tegen"), -numon ("naam, benoeming"). Ieder woord heeft zowel een vorm (de klanken) als een betekenis.
goed (bn) : betrouwbaar, bevredigend, bruikbaar, degelijk, deugdelijk, geldig, gepast, geschikt, handig, passend, proper, solide. goed (bn) : behoorlijk, tevredenstellend, voldoening gevend.
pro. als synoniem van een ander trefwoord: tot (vz) : aan, ad, in, naar, om, op, pro, te, tegen, ter, voor.
De meeste woordenboeken noemen gezellig een bijvoeglijk naamwoord. Een bijvoeglijk naamwoord zegt vaak iets over een zelfstandig naamwoord: een gezellig huis, een gezellige tante. Maar in 'We zaten gezellig bij elkaar' zegt gezellig iets over het gezegde bij elkaar zitten.
Nou, het was gezellig. Ha sido un placer.
Een afleiding is een woord dat bestaat uit een grondwoord en een of meer voor- of achtervoegsels (onschuldig). Het grondwoord is het deel van de afleiding dat ook als afzonderlijk woord bestaat (schuld). De voor- en achtervoegsels zijn de delen die niet als afzonderlijk woord bestaan (on- en -ig).
Met het achtervoegsel -ig kunnen bijvoeglijke naamwoorden worden gevormd van zelfstandige naamwoorden, bijvoorbeeld: glazig, hoekig, hufterig enzovoort. Andere voorbeelden van achtervoegsels zijn: -baar, -dom, -heid, -lijk, -ling, -loos, -waarts.
dapper, doortastend, energiek, ferm, geducht, kordaat, krachtig, manhaftig, moedig, standvastig, sterk, stoer. kranig (bn) : dapper, energiek, ferm, flink, knap, kordaat, manhaftig, manmoedig, standvastig, sterk, stoer, taai.
bijdehand, doortrapt, geslepen, gewiekst, handig, leep, listig, uitgekookt. pienter (bn) : bij de pinken, bijdehand, handig, intelligent, kien, schrander, slim, sluw.
Het woord "roos" heeft dan vele antoniemen: "tulp", "narcis", "boterbloem" enzovoort. Deze meervoudige onverenigbaarheid treedt op wanneer de leden van de woordgroep elk voor zich hyponiemen zijn van een overkoepelende term ofwel hyperoniem, in dit geval "bloem".
afgeleefd, afgezaagd, antiek, archaïsch, bedaagd, bejaard, belegen, degelijk, gammel, grijs, klassiek, op leeftijd, oudbakken, ouderwets, van vroeger, versleten. oud (bn) : vervlogen, voorbij, voormalig, vroeger.
koppig (bn) : bokkig, dwars, eigenwijs, eigenzinnig, halsstarrig, hardhoofdig, hardleers, hardnekkig, obstinaat, onbuigzaam, onredelijk, onverzettelijk, steilorig, stijfhoofdig, stijfkoppig, stug, weerbarstig, weerspannig.
als synoniem van een ander trefwoord: genoegen (zn) : aardigheid, behagen, bevrediging, blijdschap, gading, gein, geneugte, genot, heerlijkheid, ingenomenheid, jeu, jolijt, leut, leute, lol, lust, plezier, pret, schik, sjeu, tevredenheid, vermaak, voldoening, vreugde, vrolijkheid, welbehagen, welgevallen.
Bargoens is een sociale taalvariatie en een minderheidstaal die in Nederland tot de eerste helft van de twintigste eeuw werd gehanteerd door voornamelijk daklozen, zogenoemde landlopers, rondtrekkende handelaren, (markt)kooplieden, kermisklanten en onderwereldfiguren.
Joviaal is een persoonlijke eigenschap. De bekendste synoniemen zijn: hartelijk, opgeruimd, opgewekt, vrolijk en gul. Joviaal zijn wordt door de meeste mensen als een positieve eigenschap gewaardeerd.