Ezelsbord (Museum De Burghse Schoole). Andere straffen waren: met je gezicht voor het schoolbord staan/knielen, in de hoek staan, op de gang staan, nablijven, strafregels schrijven of door letterlijk een 'blok aan het been' te geven.
In de onderwijswetten zijn verder geen regels over straffen vastgelegd. De school mag deze dus zelf opstellen. Een middelbare school moet de regels opnemen in het leerlingenstatuut en een basisschool in het schoolreglement. De medezeggenschapsraad (MR) heeft instemmingsbevoegdheid als het over reglementen gaat.
Fysieke straffen op school
Heel vroeger was 'de plak' een beruchte strafmethode op school. Ongehoorzame kinderen kregen dan een pak slaag op hun achterste met een houten plank (de plak), of een roede. Officieel werd in Nederland het geven van lichamelijke straffen op school in 1820 al verboden.
Er werd hoofdelijk onderwijs gegeven: ieder kind kreeg van de meester een opdracht. Tweemaal per dag moest de leerling bij de lessenaar van de meester komen waar de opdracht werd nagekeken. De leerlingen leerden lezen, schrijven en in sommige gevallen rekenen. Kinderen betaalden per lesje.
De typische indeling van een klaslokaal
In de jaren '50 was het klaslokaal gevuld met houten banken en stoelen, met z'n tweeën naast elkaar. In de hoek van het lokaal stond een kachel en voorin stond altijd het iconische telraam. Oh, en kan jij je het leesplankje nog herinneren?
Ieder z'n eigen inktpotje en inktlapje. De klassen waren groot, met z'n veertigen was normaal. Er was voor de meester dan ook weinig tijd om elk kind apart aandacht te geven. Je moest meedoen met de hele klas, en als je daar moeite mee had, om dat tempo bij te houden, ja….
De havo is ontstaan met de Wet Voortgezet Onderwijs (WVO), ook wel genoemd de Mammoetwet, die in 1968 is ingevoerd. Op dat moment verdwenen de mulo, de mms en de hbs, die wel als voorlopers van mavo, havo en vwo gezien kunnen worden.
Geen gezellige groepjes met tafeltjes bij elkaar, maar allemaal, alles netjes in een rijtje. De kinderen konden zo op die manier niet zo goed bewegen en dat moest ook, want alle kinderen zaten naast elkaar en deden alles te gelijk, als de meester of de juf dat zei.
Ook moesten er meer vakken worden gegeven, naast rekenen, schrijven en lezen ook aardrijkskunde, geschiedenis, kennis der natuur en zingen. Om ervoor te zorgen dat kinderen schoon en gezond waren, kwam de schoolarts langs.
Eind jaren 60 verandert de kweekschool in de Pedagogische Academie en nog later worden onderwijzers klaargestoomd voor het vak via de pabo, waarvoor in vergelijking met de kweekschool lagere toelatingseisen gelden. De nadruk in de lerarenopleiding verschuift van degelijke vakkennis naar de ontwikkeling van het kind.
Vroeger kende men in Nederland de middelbare school, waar middelbaar onderwijs aan leerlingen werd gegeven. Schooltypen waren onder meer: hbs, mms, gymnasium, lyceum. Sinds 1 augustus 1968 zijn deze vervangen door school voor voortgezet onderwijs, meestal in een scholengemeenschap.
De plak, een houten latje waarmee de opvoeder meestal op de uitgestrekte handpalmen of zelfs op de knokkels van het gestrafte kind sloeg. Te vergelijken met het Spaanse rietje, een buigzaam stokje of rietje, en met de liniaal.
Mag een docent een telefoon gedurende een week in beslag nemen? Er bestaat geen wetgeving die hier iets over zegt. Wel is het zo dat dat scholen straffen mogen opleggen, zolang die 'redelijk' en 'proportioneel' zijn. Een telefoon een week lang in bewaring nemen is waarschijnlijk disproportioneel.
Leerkrachten of directieleden mogen iets dat in je schooltas of broekzak zit op te vragen als ze vinden dat je de les stoort. Maar ze mogen er zelf niet in kijken. Ze hebben ook niet het recht om jou te fouilleren. Dit geldt ook bij het doorzoeken van jouw locker of op schoolexcursies.
De opleiding had een nominale studieduur van vier jaar (leeftijd 12 tot 16 jaar), werd gevolgd na zes jaar lager onderwijs (leeftijd 6 tot 12 jaar) en maakte deel uit van het Nederlandse systeem van algemeen voortgezet onderwijs.
De kinderen schreven niet met balpennen in schriften. Ze schreven met een griffel op een lei. De meester was vroeger heel erg streng. Hij sloeg kinderen wel eens met een roede of een plak.
Na de invoering van de Mammoetwet werd de mulo afgeschaft en vervangen door de mavo. Die mavo heeft niet in het minst de allure van de mulo.
Onderverdeling in bouwen. De groepen 1 en 2 komen overeen met wat voor 1986 kleuterschool heette en de groepen 3 t/m 8 met de vroegere lagere school. De groepen 3 t/m 8 werden in die tijd aangeduid met klassen 1 t/m 6.
Dat traditionele rooster duurt van 8.30 tot 12.00 uur, gevolgd door een pauze van anderhalf uur en daarna weer school van 13.30 tot 15.30 uur.
Gescheiden onderwijs is meestal een aanduiding voor het inrichten van onderwijs zo dat jongens en meisjes in aparte scholen of klassen les krijgen (seksesegregatie). Er is dan sprake van jongensscholen en meisjesscholen, of van scholen met aparte jongensklassen en meisjesklassen.
Het laagste niveau van het voortgezet onderwijs is het praktijkonderwijs. Dit onderwijs is speciaal voor jongeren die het moeilijk vinden om een diploma te behalen in het 'reguliere' voortgezet onderwijs. Het halen van een diploma op vmbo niveau is voor veel praktijkonderwijs leerlingen te hoog gegrepen.
Voor leerlingen in het HAVO geldt dat de meesten het 5e en laatste jaar afronden als ze 17 zijn geworden.
De afkorting havo staat voor Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs en duurt 5 jaar. Qua niveau kun je deze middelbare opleiding zien als op één na hoogste. Daarmee bevindt de havo zich net onder het vwo. Feitelijk gezien kun je dus stellen dat havo makkelijker is dan vwo.