Er zijn twee soorten wonddrains, namelijk open en gesloten wonddrains. De open wonddrain is bedoeld om een wond open te houden, zodat het wondvocht gedraineerd kan worden. Het materiaal bestaat meestal uit latex (bijvoorbeeld een uit een steriele handschoen geknipte vinger), een holle buis of een gaas.
Het is een dun slangetje van zacht plastic, waarvan een deel kleine gaatjes heeft. Het gedeelte met de gaatjes wordt tijdens de operatie in het wondgebied geplaatst. Het gedeelte zonder gaatjes loopt buiten de wond en buiten het lichaam naar een opvangsysteem. Dit opvangsysteem is een luchtdichte (vacuüm) plastic pot.
U heeft in ons ziekenhuis een operatie ondergaan waarbij één of twee dunne slangetjes (redondrains) in het wondgebied zijn achtergelaten. Via deze slangetjes wordt bloed en wondvocht afgevoerd naar een vacuüm drainpot. Door het vacuüm ontstaat een zuigende werking.
Wat is een drain? De drain die tijdens de operatie bij u is ingebracht, heet een redondrain of vacuümdrain. De drain zelf is een dun slangetje dat in het wondgebied ligt. Doordat de drain zit aangesloten op een vacuümdrainpot, wordt het overtollige wondvocht uit uw lichaam gezogen.
Een drain is een slangetje dat wordt ingebracht tijdens de operatie. De drain wordt met een hechting vastgezet om te voorkomen dat deze loslaat. De drain voert het wond- en/of lymfevocht af naar een pot.
In een deel ervan zitten kleine gaatjes (zie afbeelding 1). Via de kleine gaatjes wordt bloed en wondvocht afgevoerd. Dit zorgt ervoor dat de wond sneller geneest. Een drain blijft maximaal zeven dagen zitten.
Het verwijderen van de drains doet meestal geen pijn, maar veel patiënten vinden het een vervelend gevoel. Het kan zijn dat u met drains naar huis gaat. Deze worden dan later verwijderd op de polikliniek. Op de afdeling krijgt u uitleg hoe u de drains thuis moet verzorgen.
Als u thuis bent is het belangrijk dat u doorgaat met het spoelen van de drain. Hierdoor blijft de drain goed doorgankelijk. Deze handeling heeft u zelf, of samen met uw naasten, al geoefend met de verpleegkundige. In sommige gevallen wordt hiervoor thuiszorg ingeschakeld.
Een drain is een dun slangetje, waarvan een deel is voorzien van kleine gaatjes. De arts plaatst de drain tijdens de operatie in de wond. Via de kleine gaatjes worden bloed en weefselvocht afgezogen. Door het vacuümsysteem kan het wondvocht maar één kant op.
Thuis houdt u zelf bij hoeveel wondvocht er uit de drain komt. Dit kunt u het beste 's ochtends doen op een vast tijdstip. Wanneer een drain 30 ml of minder per 24 uur produceert, mag deze verwijderd worden. Een wonddrain mag maximaal 7 dagen blijven zitten.
De open wonddrain is bedoeld om een wond open te houden, zodat het wondvocht gedraineerd kan worden. Het materiaal bestaat meestal uit latex (bijvoorbeeld een uit een steriele handschoen geknipte vinger), een holle buis of een gaas. De gedraineerde vloeistof wordt opgevangen in een bedekkend gaas.
Bij thoraxdrainage wordt door middel van een kunststof slang (drain) de lucht of het vocht tussen de longvliezen weggezogen. De long kan zich dan weer ontplooien en meedoen met de ademhaling.
Een abcesdrain is een slangetje in een abces (geïnfecteerde vochtophoping) om abnormaal vocht of viezigheid uit de holte te laten lopen. Over deze drain kan ook gespoeld worden, om de abcesholte schoon te krijgen.
Thopaz tilt thoraxdrainage naar een hoger niveau: Het compacte systeem zorgt voor gereguleerde negatieve druk vlakbij de borst van de patiënt, op basis van de luchtlekkage. Thopaz monitort de luchtlekkage en zuigt alleen wanneer dit nodig is om de voorgeschreven, ingestelde negatieve druk te handhaven.
Dit waterslot is een veiligheidsklep, die ervoor zorgt dat lucht uit de drain kan (van binnen naar buiten de patiënt), maar niet in de omgekeerde richting. Indien nodig kan ook negatieve druk op de bak worden aangebracht om de long nog beter te laten ontplooien.
Vraag de patiënt op de hand te blazen en trek gelijktijdig en in een snelle, vloeiende beweging de drain uit.
De buis wordt verwijderd en via de snee in de buik wordt de drain ingebracht in de buikholte (tussen de darmen). Daarna wordt de wond gehecht. De operatie duurt ongeveer 1 uur.
2 tot 4 dagen na de borstoperatie bent u gewoonlijk genoeg hersteld om naar huis te gaan. De drain blijft zitten totdat er minder dan 30 ml. vocht per dag uit de wond komt. U moet in de tussentijd, eventueel samen met uw partner, de drain goed verzorgen.
Als het vocht goed weg loopt ligt de drain goed. Een klein deel van de drain ligt buiten uw buik en wordt afgesloten met een dopje. Omdat de manchet enige tijd nodig heeft om vast te groeien wordt het uiteinde van de drain eerst vastgezet met een hechting. De ingreep duurt ongeveer 20 á 30 minuten.
Een wond is beschadigd lichaamsweefsel. Een rode wond is een oppervlakkige of diepe, open wond die aan het helen is, zoals een schaaf- of brandwond. Een gele wond heeft veel wondvocht. Een zwarte wond duidt vaak op afgestorven weefsel.
Als je wond ontstoken is, stuurt je lichaam extra veel vocht naar de plek toe. Dit zou de genezing moeten bevorderen, maar vaak leidt dit juist tot het tegenovergestelde: een extra vochtige wond is namelijk de ideale omgeving voor micro-organismen.
Na de operatie worden één of twee dunne slangetjes (drains) in het wondgebied achtergelaten om bloed en wondvocht af te voeren. Dit is noodzakelijk voor de wondgenezing. U gaat naar huis met de drain. Dan krijgt u van de verpleegkundige instructies mee voor thuis.
Bij een drainage wordt een afvoerslangetje in het lichaam gebracht om een vochtophoping te ontlasten. Vaak gaat het om ontstekingsvocht (pus), maar ook als er om een andere reden ergens vocht opgehoopt is (bijvoorbeeld ascites in de buik), kan het zo afgevoerd worden.
Het inbrengen en het hebben van een thoraxdrain kan gevoelig zijn. De arts schrijft daarom pijnstillers voor. Deze pijnstillers krijgt u regelmatig aangeboden door de verpleegkundigen. Diep ademhalen en hoesten kan pijnlijk zijn bij een klaplong.