Breng structuur aan in het leven van de persoon met dementie. Zorg voor een duidelijke dagindeling en veel herhaling.Plan regelmatige rustmomenten in op de dag. Zo kan iemand even tot rust komen en de prikkels en informatie verwerken.
Met korte zinnen en één boodschap per zin kan je naaste jou makkelijker begrijpen. Een korte stilte geeft de ander de tijd om met woorden, blikken, geluiden of gebaren te reageren op wat je vertelt. Met of zonder dementie, het is altijd prettig als je iets kunt toevoegen.
Non-verbale communicatie is communiceren zonder het gebruik van gesproken woorden. U kunt gebaren, gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal gebruiken om te communiceren met de persoon voor wie u zorgt. Dit kunnen enkele van de belangrijkste manieren worden waarop een persoon met dementie communiceert naarmate zijn of haar toestand vordert.
Bouw rustige momenten in de dag in, samen met activiteiten . Zorg dat geliefde voorwerpen en foto's in huis staan om de persoon zich veiliger te laten voelen. Herinner de persoon eraan wie je bent als hij of zij het niet meer weet, maar probeer niet te zeggen: "Weet je het niet meer?" Moedig een tweerichtingsgesprek aan, zolang het kan.
Ook het kleurenspectrum verkleint bij mensen met dementie. Koude kleuren zoals blauw, groen en paars zijn moeilijker te onderscheiden dan warme kleuren zoals rood, geel en oranje. Een kleurcodering waarin blauw naast paars gezet wordt doe je beter niet.
Een zinvolle dagbesteding verwijst naar activiteiten die betekenisvol, bevredigend en nuttig zijn voor de cliënt. Het gaat om het vinden van bezigheden die voldoening geven, een gevoel van doel en richting bieden, en het algehele welzijn verbeteren.
Diabetes en hart- en vaatziekten zijn risicofactoren voor dementie. Daarnaast lijken vezels ook nog bij te dragen aan het verminderen van ontstekingen in het lichaam. Ook ontstekingen spelen vaak een rol bij dementie.
Activiteitenboeken, puzzels en spelletjes zijn geweldige cadeaus. Patiënten met dementie kunnen profiteren van deze cadeaus, die herinneringen en cognitieve stimulatie toevoegen.
Bij mensen met dementie komen prikkels vaak anders binnen dan bij een gezond brein. Douchen kan zorgen voor overprikkeling. Het water op de huid, het geluid, de handelingen, de temperatuur en de instructies zijn allemaal prikkels die verwerkt moeten worden.
vergeetachtigheid; taalproblemen, bijvoorbeeld niet op woorden kunnen komen of de betekenis van woorden vergeten; gedragsverandering, bijvoorbeeld ongeduldiger worden, of woedeaanvallen; problemen met dagelijkse handelingen, zoals boodschappen doen of het bedienen van een computer.
Probeer even na te denken over hun behoeften en waarom ze zich op deze manier gedragen . Het is niet waarschijnlijk dat ze dit expres doen. Naarmate de dementie van een persoon vordert, zal hij of zij meer moeite hebben met het begrijpen van logica en overtuiging, dus het zal waarschijnlijk niet helpen om met hen te redeneren of te argumenteren.
Wees geduldig en probeer je frustratie niet te laten blijken.
Praat rustig. Luister naar de zorgen van de persoon en vermijd ruzie. Stel de persoon gerust dat hij/zij veilig is en dat u er bent om te helpen. Gebruik andere communicatiemethoden dan praten, zoals zachte aanrakingen, om hem/haar te kalmeren.
Voldoende beweging, gezond eten, matig alcohol gebruik en niet roken zijn daarom aan te raden. Ook zijn zogenaamde vasculaire risicofactoren zoals suikerziekte, hoge bloeddruk en overgewicht van invloed op het beloop bij dementie en dienen daarom goed onder controle te zijn.
Wandelen maakt vrolijk, houdt hart- en bloedvaten gezond én voldoende bewegen zorgt ook nog een voor vermindering van de kans op dementie. Als je met jouw wandeling geld inzamelt voor een goed doel als Alzheimer Nederland, werk je dubbel aan het verminderen van dementie.
Bij interactieroepen is er iets onaangenaams in de omgeving aanwezig, waardoor de dementerende roept. Sommige dementerenden praten dan weer hardop in zichzelf om weer een soort van contact met zichzelf te krijgen.
Communiceer duidelijk en kalm. Gebruik korte, simpele zinnen. Praat niet tegen de persoon zoals je tegen een kind zou praten – wees geduldig en heb respect voor hem/haar. Probeer op een conversatiemanier met de persoon te communiceren, in plaats van de ene vraag na de andere te stellen, wat vermoeiend of intimiderend kan zijn.
Absolute stilte is beangstigend bij dementie
Iemand met dementie kan meestal niet goed tegen absolute stilte. Op die momenten ontstaat er onrust, met roepen, wriemelen en kloppen.