Een jager-verzamelaar is een mens die zich in leven houdt door middel van de jacht en het verzamelen van eetbare dingen zoals bessen en dieren. Het jagen en verzamelen als overlevingsmethode is sinds de neolithische revolutie zo goed als overal vervangen door landbouw.
Heel lang geleden jaagden de mensen op dieren. En ze verzamelden planten en vruchten om te eten. Daarom noemen we deze mensen jagers en verzamelaars.
Ze verzamelden plantaardig voedsel en jaagden op dieren. Ze leefden niet in een huis, maar woonden in grotten of hutten. Ze deden ook belangrijke uitvindingen. Zo ontdekten ze het vuur en leerden ze vuursteen bewerken.
Onze prehistorische voorouders aten vroeger veel groenten en fruit, noten en zaden en vlees en vis. Dit 'oervoer' was rijk aan eiwitten en vezels en bevatte amper koolhydraten en verzadigde vetten. Het voedsel was puur en onbewerkt en volgens wetenschappers aten onze voorouders erg gezond.
Dit betekent dat er alleen voedsel wordt gegeten dat beschikbaar was voor de jagers-verzamelaars van vroeger. Daarom bevat dit dieet veel mager vlees, fruit, groenten, noten, vis en zaden. Het betekent ook dat er afstand wordt gedaan van het voedsel van agrarische samenlevingen.
Een veelvoorkomende misconceptie is dat mensen in de middeleeuwen veel aardappelen aten. Niets is minder waar, want de aardappel werd pas in de 16e eeuw in Europa geïntroduceerd. Populaire groenten waren kool, prei, knolraap en ui. Indien voorradig werd ook vlees verwerkt in de stoofpotten.
Zo is uit de etnografie bekend dat jagers en verzamelaars bij tijd en wijle het bloed van dieren drinken. Ook van herdersvolken is dit gebruik bekend. Zij mengen het bloed dan vaak met melk. Vanaf de nieuwe steentijd werd vermoedelijk melk gedronken in ons land.
Ze woonden in simpele hutten en trokken verder als er op een plek geen eten meer te vinden was. Ze hadden daarom weinig bezit, ze moesten immers al hun spullen steeds meedragen naar de volgende plek. Omdat er weinig bezit was, waren er ook nog weinig sociale verschillen.
Jagers-verzamelaars en mensen in andere zelfvoorzienende economieën over de hele wereld kunnen ons heel veel leren over wat we moeten eten, hoe we ons moeten verplaatsen en hoe we ziektes kunnen voorkomen .
Veel verzamelitems zijn tijdloos, zoals postzegels, lepeltjes en koelkastmagneten. Er bestaan echter ook verzamelrages. Dit houdt in dat een bepaald object ineens heel populair is om te verzamelen, bijvoorbeeld pokémonkaartjes of flippo's.
Vrouwen verzamelden niet alleen noten, bessen en ander plantaardig voedsel, ze maakten ook kleding, manden en andere gebruiksvoorwerpen. Daarnaast deden ze mee aan de jacht op kleine dieren en aan de visvangst. Zwart-witbeeld 'Natuurlijk waren er ook toen biologische verschillen.
De jager-verzamelaar is een mens die onderdeel uitmaakt van een cultuur waarin voedsel wordt verkregen door te jagen, vissen en foerageren (verzamelen).
Terwijl de meerderheid van de Protheans vermoord werd, werden sommigen gebruikt en veranderd in Collectors . Hun DNA vertoonde tekenen van "uitgebreide genetische herschrijving", waaronder drie chromosomen minder, verminderde heterochromatinestructuur en de eliminatie van "junk"-sequenties.
In de herfst naar wilde vruchten, in het voorjaar verzamelden ze bladgroenten en knollen. Als de mannen terugkwamen van de jacht werden de dieren die ze hadden gevangen, geslacht. Alles van het dier werd gebruikt. Het vlees om te eten, huiden voor de kleding, en zelfs de ingewanden werden schoongemaakt.
Ze leefden als nomaden. Als nomaden leefden zij in kleine groepen, die voortdurend op zoek waren naar voedsel. De onderkomens die gebouwd werden waren tijdelijk en vaak eenvoudig, gemaakt van natuurlijke materialen. Vanuit deze kampen gingen de mensen op jacht en verzamelden ze planten, bessen, noten en zaden.
Een verzamelaar of collectioneur is een persoon die, bij wijze van hobby of tijdverdrijf, een collectie van een bepaald type voorwerpen aanlegt. Een bijkomend doel kan zijn om een waardevolle verzameling aan te leggen bij wijze van investering of oudedagsvoorziening.
Deze mensen jaagden op zoogdieren (land- en zeedieren) en visten. Naast het jagen speelde het verzamelen een grote rol, denk aan het verzamelen van planten, korstmossen, paddenstoelen, eieren van vogels en schaal- en schelpdieren (KARG, 2011). Ze zullen ook eten hebben bereid in open vuur of in de kookkuilen.
Een paleodieet, ook wel bekend als het oerdieet, is een eetpatroon waarbij je eet zoals de jager-verzamelaars duizenden jaren geleden aten. Mensen die een paleodieet volgen, eten grote hoeveelheden vlees, groente en fruit, maar beperken peulvruchten, zuivel en granen.
Tijdens de periode van de jagers-verzamelaars van de menselijke beschaving werd rivierwater gebruikt als drinkwater , en dus ontstonden beschavingen meestal in de buurt van die waterbron. Als er geen rivieren of meren waren, gebruikten ze grondwater als drinkwater, dat via putten werd opgepompt.
Oude en jonge mensen dronken dagelijks een dun bier met een laag alcoholgehalte. Water werd niet veel gedronken: mensen in de middeleeuwen vonden dat water bedoeld was voor dieren. De hoeveelheid bier had tot ongeveer de negentiende eeuw niets te maken met hoe vuil het water was.
Het oudste bekende gerecht ter wereld blijkt een soort pannenkoek te zijn. Neanderthalers aten naast vlees en vruchten ook plantaardig voedsel, zo blijkt uit nieuw onderzoek. Onderzoekers hebben geprobeerd het recept te achterhalen van de oudste etensresten ter wereld.
In de middeleeuwen werd er op onregelmatige tijden gegeten, men at over het algemeen twee maaltijden per dag. Het ontbijt werd niet gezien als een volwaardige maaltijd.
Middeleeuws eten: geen aardappelen, wel graan
Voor hun voedsel waren steden dus afhankelijk van de landbouw – en in Europese steden zie je dat de gewassen al van behoorlijk ver werden aangevoerd. Dat werd ook als een soort statussymbool gezien: van hoe verder je je voedsel haalde, hoe chiquer je was.