Emoties, aandacht en spanningen verergeren het trillen. Geleidelijk kan het trillen uitbreiden naar uw andere hand, uw armen, benen en soms zelfs naar uw kaak, tong, voorhoofd en oogleden.
Hoe snel Parkinson verergert, is moeilijk te zeggen. Dit is bij ieder mens anders. Wel is het in de regel een 'langzaam' proces van jaren (hoewel het voor uw gevoel waarschijnlijk altijd te snel zal gaan). Weet in ieder geval dat behandeling (onder andere met medicijnen) een groot verschil maakt.
Tekort aan dopamine
Veel symptomen van de ziekte van Parkinson kunnen het gevolg zijn van het ontbreken van dopamine, een chemische boodschapper in de hersenen. Dit gebeurt doordat hersencellen die dopamine produceren afsterven of zijn aangetast.
'Beweeg regelmatig en eet gezond' is een advies dat iederéén ter harte kan nemen. Voor Parkinsonpatiënten is het echter nóg belangrijker om uitgebalanceerd voedsel te eten. Dus veel fruit, groenten en andere complexe koolhydraten zoals graan en koren en bepaalde proteïnen.
Parkinson veroorzaakt traagheid in bewegen, in denken, handelen en communicatie. Onder tijdsdruk en stress verergert het. Tip: straal rust uit, doe kalm aan, neem uitgebreid de tijd en jaag de persoon niet op. Praat niet te snel en wacht rustig op een antwoord.
Niet alle parkinson patiënten krijgen pijn maar het komt wel veel voor, met name als spierpijn, gewrichtspijn, verkramping, bewegingsdrang en zenuwpijn. Als mensen met parkinson ook last krijgen van stemmingswisselingen en depressie, kunnen zij er minder goed mee omgaan en ervaren daardoor meer pijn.
Er is GEEN ENKEL BEWIJS dat stress Parkinson veroorzaakt. Wél verergert stress de symptomen van de ziekte. Bijvoorbeeld trillen en pijn. Hier geldt: hoe meer stress, hoe sterker de symptomen worden.
Er is behoefte aan een wetenschappelijk advies over het gebruik van vitamine D bij de ziekte van Parkinson. Een tekort van vitamine B12 kan onder andere leiden tot anemie (normo- of macrocytair), onverklaarde polyneuropathie en cognitieve klachten.
Heeft je naaste de ziekte van Parkinson, dan is er een aanzienlijke kans dat ze ook dementie krijgt. Dat gebeurt bij 35 tot 55 procent van de mensen met Parkinson. Parkinson-dementie ontstaat in het hersengebied dat door de ziekte van Parkinson is aangetast, en begint meestal 10 tot 15 jaar na het begin van de ziekte.
Mensen met de ziekte van Parkinson hebben vaker zicht- en oogproblemen zoals wazig zien, symptomen van droge ogen, moeite met diepte inschatten en dubbelzien, dan mensen van dezelfde leeftijd zonder de aandoening.
Brain Food zoals kip, zeevruchten, peulvruchten, amandelen, avocado's en bananen zit boordevol aminozuren, waaruit je hersenen dopamine kunnen aanmaken.
Multipele systeem atrofie (MSA)
Bij MSA krijg je meestal ernstige moeite met bewegen, praten, slikken, ademhalen en je evenwicht. Je bloeddruk wordt erg laag waardoor je kunt flauwvallen en de controle over je blaas verliest. Ook kun je stijve spieren en koude, paarse handen krijgen.
Een van de meest voor de hand liggende oorzaken van vermoeidheid is dat veel activiteiten met parkinson extra moeite en energie kosten. Hiernaast kan gewichtsafname zorgen voor minder energie en meer vermoeidheid. Ook slapen veel mensen met parkinson slecht.
Parkinson is een progressieve, degeneratieve ziekte, dat wil zeggen dat de ziekte in de loop der jaren verergert. Symptomen kunnen soms voor langere tijd stabiel blijven om daarna weer te verergeren.
In de stervensfase kunnen patiënten met de ziekte van Parkinson toenemende moeilijkheden ervaren met hoesten door rigiditeit, dystonie en/of extreme flexie van het bovenlichaam (camptocormia). Ook kan door spierzwakte restrictieve longfunctie problemen ontstaan (Group TIPCiPsD, 2016).
Voor mensen met de ziekte van Parkinson geldt dat zij rijgeschikt zijn voor de rijbewijzen A, B en BE (motorfiets, auto en auto met aanhanger, groep 1) als er geen relevante lichamelijk en of geestelijke functiebeperkingen zijn die interfereren met de geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen.
Mensen met de ziekte van Parkinson hebben geen grotere kans op de ziekte van Alzheimer, maar zij hebben wel een verhoogde kans op dementie. Deze parkinson-dementie heeft andere symptomen dan de bekende 'alzheimer-dementie'.
De aandoening is dan multifactorieel erfelijk. Bij ongeveer 15 op 100 (15%) van de mensen met Parkinson kwam de aandoening al eerder in de familie voor. Maar bij minder dan 5% van de mensen met Parkinson wordt een erfelijke aanleg gevonden.
Parkinson dementie ontstaat in het deel van de hersenen dat door de ziekte van Parkinson is aangetast. De dementie begint meestal 10 tot 15 jaar na het begin van Parkinson. Parkinson dementie komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen.
Het Radboudumc heeft onderzoek gedaan naar fietsen in combinatie met de ziekte van Parkinson. Met dit onderzoek kwam naar voren dat fietsen de Parkinson patiënten helpt en het effect van fietsen zelfs vergelijkbaar is met het gebruik van medicijnen voor deze ziekte.
Behandeling van Parkinson
Tot nu toe zijn er geen medicijnen die de ziekte van Parkinson kunnen genezen of het ziekteproces vertragen. Wel zijn er medicijnen die sommige klachten enigszins kunnen verminderen. Daarnaast kan ergotherapie, logopedie en fysiotherapie worden ingezet.
Bij de ziekte van Parkinson kan het eten en drinken op den duur moeizamer gaan. Er kunnen klachten ontstaan zoals verminderde eetlust, kauw- en slikproblemen, misselijkheid, obstipatie (verstopping) en gewichtsverlies. Door te letten op uw voeding kunnen deze klachten worden verminderd.
Parkinson-patiënten vallen vaak, meestal door intrinsieke factoren. Preventie van deze intrinsieke valincidenten vergt behandeling van de onderliggende houdingsinstabiliteit. Indien mogelijk moet het gebruik van benzodiazepinen worden vermeden.
Het grootste verschil tussen essentiële tremor en Parkinson is dat de laatste aandoening zich ook manifesteert als het lichaam in ruste is, en eigenlijk juist minder hevig wordt bij activiteit. Behalve trillende handen veroorzaakt Parkinson ook andere motorische problemen.
De ziekte van Parkinson begint vaak met verandering in de manier waarop u beweegt. U beweegt trager en de bewegingen worden kleiner. U kunt bijvoorbeeld uw arm niet meer zo ver zwaaien. Uw gezicht beweegt minder: uw gevoelens zijn minder goed te zien op uw gezicht.