Deze twee effecten heffen elkaar precies op: zware en de lichte voorwerpen vallen met dezelfde versnelling. Of het nu gaat om ballen, muntjes, papiertjes of bloempotten: alles valt even snel op aarde.
Vallen is in wezen een eenparig versnelde beweging naar beneden. Op aarde is de versnelling vrijwel constant: 9,81 m/s2. Deze valversnelling wordt meestal aangeduid met het symbool g. Wanneer we geen rekening houden met wrijving neemt de snelheid waarmee iets valt elke seconde dus toe met 9,81 m/s.
De zwaartekracht versnelt een voorwerp, de luchtweerstand remt een voorwerp af. Omdat de zwaartekracht bij zware voorwerpen groter is, hebben ze minder last van de luchtweerstand, kunnen zware voorwerpen de lucht sneller wegduwen en vallen ze sneller dan lichte voorwerpen.
De maximale valsnelheid van een mens met gespreide armen in vrije val (parachutist) bedraagt tussen de 180 km/h - 200 km/h.
V = gt is de vergelijking die wordt gebruikt om de snelheid tijdens een vrije val te berekenen. In deze vergelijking is V de valsnelheid in meters per seconde, g is de zwaartekrachtversnelling in meters per seconde kwadraat en t is de valtijd in seconden.
De gemiddelde duur van een parachutesprong hangt af van tot welke hoogte je stijgt. Bij een gemiddelde sprong duurt de vrije val ongeveer tussen de 30 en 60 seconden, afhankelijk van de precieze hoogte van je sprong.
Ze maken daarbij een vrije val van 40 tot 60 seconden. Ze trainen voor de vrije val onder meer in een windtunnel. Het praktijkgedeelte duurt 2 weken ze minimaal 20 sprongen maken.
Daar is de valversnelling ca 25 m/s2 dus ongeveer 2,5 keer zo groot als op aarde. Als je op je bed ligt, zal je grootste moeite hebben op je op te richten omdat je zwaartekracht 2,5 keer zo groot is.
Op 14 oktober 2012 sprong Felix Baumgartner vanaf 39.045 meter, een recordhoogte. Tijdens deze vrije val bereikte hij ook de recordsnelheid van 1342 kilometer per uur. Een slechtvalk haalt in duikvlucht een eindsnelheid van 389 km/u.
Vallen is in wezen een eenparig versnelde beweging naar beneden. Op aarde is de versnelling vrijwel constant: 9,81 m/s2. Deze valversnelling wordt meestal aangeduid met het symbool g.
Het zwaardere object rolt sneller naar beneden
Rollen de fietsers in deze omstandigheden naar beneden, dan zal de zwaardere van de twee eerder beneden zijn. Dat komt omdat dezelfde hoeveelheid lucht een grotere massa moet afremmen, en dat gaat natuurlijk minder makkelijk.
Fz = m · g
Hierin is m de massa van het object dat wordt aangetrokken in kilogram, g is de valversnelling op aarde en heeft een waarde van 9.81m/s2. Fz is dan de kracht in Newton waarmee de zwaartekracht het object naar de aarde trekt.
Het lichte voorwerp raakt als eerste de grond
Als er al een verschil is, komt dat doordat de wrijving het lichte voorwerp afremt. Hoe het nu kan dat in sommige gevallen het lichte voorwerp toch eerder de grond raakt, kun je binnenkort lezen op deze website.
Wanneer je iets spannends als parachutespringen doet, maakt je lichaam meer van het geluk hormoon endorfine en opwekkend hormoon cortisol aan. Je voelt je hierdoor euforisch en energiek. Je ervaart een positieve vorm van stress, ofwel euforische stress!
Een vrije val is een val waarbij luchtwrijving geen rol speelt en verwaarloosd wordt. De enige kracht die er in dit geval op een voorwerp werkt is de zwaartekracht die, omdat de massa constant is, steeds hetzelfde is. Resultaat is dat de versnelling die het voorwerp ondervindt constant is.
Voor een persoon in vrije val is deze snelheid ongeveer 60 meter per seconde (216 km/uur). Een regendruppel haalt ongeveer 9 m/s.
Na de uitbreiding van de A1 wordt de maximumsnelheid overdag op het hele traject 100km per uur. 's-Nachts wordt dit op het hele traject 130 km per uur.
Staande op de grond of zittend op een stoel word je door de zwaartekracht van de aarde aangetrokken. Wat je ervaart als een gevoel van gewicht is de reactiekracht die opgewekt is waar je staat of onder je zitvlak. Zonder ondergrond is er geen gewicht en zou je je gewichtloos voelen.
Volgens meteorologen begint de ruimte overigens pas op 10.000 kilometer: daar eindigt namelijk de atmosfeer. Volgens sommige natuurkundigen begint de ruimte op 20 miljoen kilometer afstand: vanaf daar heeft de zwaartekracht van de aarde niet meer de overhand.
De valversnelling of zwaarteveldsterkte (of gravitatieveldsterkte) is de grootte (op de grond ongeveer 9,8 m/s²) en richting van het zwaartekrachtsveld. Voor de aarde duidt men de valversnelling aan met g.
In 1985 werd Vulovic opgenomen in het Guinness Book of Records als overlevende van de hoogste val zonder parachute: 10.160 meter. Bij de omschrijving van haar record staat dat ze eigenlijk niet eens aan boord had moeten zijn van de vlucht: ze was verward met een andere stewardess met dezelfde voornaam.
Een Peruaanse man heeft een vrije val van 1500 meter overleefd. Na een sprong uit een militair vliegtuig weigerde zijn parachute, maar wonderbaarlijk genoeg hield de man er niets aan over. "Het is een wonder dat hij nog leeft", zegt dokter Guillermo Pacheco.
Het high diving wordt op dit moment vooral gedaan door ex-schoonspringers. Het grootste verschil met schoonspringen, waarbij je van 10 meter springt, is de manier waarop je in het water komt. Vanaf 27 meter maak je altijd voetlandingen, bij de 10 meter kan je het water ook met je hoofd induiken.
Mensen overleven slechts zeer zelden een val van een hoogte van 30 meter of hoger, en zelfs als het gaat om hoogtes van 6 tot 9 meter. Het is altijd beter om gewoon helemaal niet te vallen.