Een uitrit of inrit is: een uitgang voor voertuigen van een gebouw of perceel naar de openbare weg, en/of. de ingang voor voertuigen vanaf de openbare weg.
U mag uw voertuig niet parkeren voor een inrit of een uitrit. Houd altijd rekening met ander verkeer als u parkeert. Parkeer niet (half) op de stoep. Als u een parkeerplek verlaat, laat dan het overige verkeer voorgaan.
Oude definitie van een uitrit of inrit
Een uitrit is een uitgang naar een gebouw of een besloten erf. Een uitgang, door middel van een verlaagd trottoir of een verlaagde trottoirband, vormt eveneens een uitrit.
Een uitweg, ook wel uitrit, inrit of oprit genoemd, is een aansluiting vanuit een perceel op de openbare weg. Voor het aanleggen of veranderen van een uitweg die aansluit op de openbare weg, heeft u een omgevingsvergunning nodig.
Een parkeerterrein is nu eenmaal geen 'doorgaande weg', maar heeft een beperkte bestemming en daardoor is er sprake van een uitrit. En bestuurders die uit een uitrit komen, hebben nooit voorrang.
Mag je parkeren voor je eigen uitrit of garage? Het Reglement verkeersregels en verkeerstekens uit 1990 is in artikel 24, lid 1b, is duidelijk. Het mag officieel niet. Toch zou het een oplossing kunnen zijn om de parkeercapaciteit in de wijk te vergroten.
De aansluiting/uitmonding van weg X op weg Y kan in de praktijk gekenmerkt worden als een uitrit, als blijkt dat (1) het trottoir langs weg Y ononderbroken doorloopt en (2) ter hoogte van de uitmonding wat type en kleur bestrating betreft ten opzichte van het trottoir niet afwijkt.
Als het woonerf met een juiste uitritconstructie aansluit, moet je inderdaad voorrang verlenen. Maar veel wegbeheerders hebben dit niet goed ingericht en dan ontstaat een andere situatie. Volgens de rechter is een uitrit pas goed ingericht als het voor beide partijen duidelijk is dat het een uitrit betreft.
Bestuurders die een bijzondere manoeuvre uitvoeren zoals wegrijden, achteruitrijden, vanaf een uitrit de weg oprijden, van een weg een inrit oprijden en keren, moeten het overige verkeer voor laten gaan.
Het aanleggen van verharde constructies, opritten, overwelvingen en terrassen is vergunningsplichtig. Ook kunstgras en kiezels worden beschouwd als verharding, omdat dit essentiële ecosysteemfuncties van de bodem verhindert. Het plaatsen ervan is dus ook vergunningsplichtig.
Of u uw auto mag parkeren op een oprit, hangt af van de verkeerssituatie. Soms is een oprit onderdeel van de openbare weg, bijvoorbeeld als de oprit over een stoep loopt. De oprit wordt dan niet beschouwd als 'eigen terrein' en u mag uw auto daar niet parkeren.
Een deel van een kavel van een woning, dat gebruikt wordt of bestemd is voor het parkeren of stallen van een voertuig of het bereiken van een garage. Een stuk weg, bedoeld om vanaf het onderliggend wegennet een autoweg of autosnelweg te bereiken.
Wat kunt u doen indien een voertuig dat zich op de openbare weg bevindt de toegang tot uw garage of oprit blokkeert? Aangezien het een overtreding is op de wegcode, zult u een beroep moeten doen op de politie opdat ze ter plaatse komt, de situatie opmeet en een proces-verbaal opstelt.
Op welke afstand? In het verkeersreglement staat niets over de afstand. In principe mag je dus tot helemaal tegen de garage parkeren. Maar wanneer duidelijk is dat je het in- en uitrijden daardoor zal hinderen (b.v. in een smalle straat, of omdat de inrij zeer smal is), dan kan je maar beter enige afstand houden.
Alleen de brede, geasfalteerde brug ziet er niet uit als een uitrit. Dit betekent dat u naar mijn mening bestuurders (dus niet voetgangers) van rechts voorrang te geven.
Inhalen (wisselen van rijbaan) en het verlaten van een uitrit gelden beide als een bijzondere manoeuvre, waarbij het overige verkeer vrije doorgang dient te worden verleend.
De breedte van een uitrit t.b.v. een woning mag maximaal 5,00 meter bedragen. Opgemerkt wordt dat een woonclompex zoals bijvoorbeeld een appartementencomplex veelal kan volstaan met 1 uitrit. Indien er sprake is van een bedrijfsbestemming kán een 2e uitrit worden toegestaan naar de openbare weg (incl.
“Er geldt een aantal basisregels in het verkeer. Zo moeten voetgangers gebruikmaken van een trottoir of voetpad. Als dit niet beschikbaar is, mag er op het (brom-)fietspad gelopen worden. Ontbreekt ook een fietspad, dan mag de voetganger gebruikmaken van de berm of de uiterste zijde van de rijbaan.
Een inrit inrijden is een bijzondere manoeuvre waarbij al het overige verkeer moet worden voorgelaten. In geval van afslaan moet u het verkeer dat u op de zelfde weg tegemoet komt of links of rechts vlak naast of achter u bevindt voor laten gaan.
Het erf is een plek voor kinderen, voetgangers en fietsers. Zij mogen het erf over de volle breedte gebruiken. Wanneer je het erf verlaat moet je voorrang verlenen aan alle andere verkeersdeelnemers.
Een belangrijke misvatting betreft de snelheid: binnen een woonerf is de snelheid voor alle gebruikers beperkt tot 20 km per uur, en niet tot 30 km per uur zoals velen denken.
In een woonerf mogen bestuurders van fietsen, motorfietsen of auto's de voetgangers die op de rijbaan wandelen niet in gevaar brengen of hinderen. Ze moeten dubbel voorzichtig zijn voor kinderen die op de rijbaan mogen spelen.
Als aan de kant van de rijbaan een gele onderbroken streep is aangebracht, dan mag u langs die zijde van de rijbaan niet parkeren. Stilstaan mag wel. U mag wel stilstaan om te laden of te lossen of om een passagier te laten in- of uitstappen.
Binnen een 30km/uur-gebied heeft verkeer van rechts voorrang; er zijn in beginsel geen voorrangswegen of -kruispunten. Uitzonderingen hierop vormen hoofdfietsroutes en busroutes: daarop zijn voorrangskruispunten toegestaan.
In de regel hebben alle bestuurders van rechts dan voorrang tenzij anders aangegeven.