Begrijpend lezen: wat is dat? Bij begrijpend lezen gaat het erom dat je kind de tekst die hij leest ook echt begrijpt. Meestal toetst een leerkracht dat tekstbegrip met vragen en opdrachten. Die vragen kunnen gaan over de inhoud van een deel van de tekst.
Begrijpend lezen gaat over het begrijpen van geschreven taal. Dat kan op papier zijn of digitaal. Het gaat om het begrijpen, om het snappen, het bevatten, het doorhebben, het inleven, dus dat je het goed kan volgen. Begrijpen is het tegenovergestelde van onbegrip en misverstand.
De meest voorkomende oorzaken zijn moeite met lezen, een kleine woordenschat, beperkte algemene kennis of het lastig vinden om hoofdzaken en bijzaken te onderscheiden. We geven je hier wat meer informatie over de mogelijke oorzaken van de problemen met begrijpend lezen.
Zes strategieën blijken effectief te zijn: activeren van voorkennis en voorspellen; zelf vragen stellen tijdens het lezen; visualiseren van de inhoud van de tekst; bewaken van het leesgedrag, verduidelijken of helpen; afleidingen maken tijdens het lezen; en samenvatten en navertellen.
De leerlingen herkennen de leesmanieren: ontspannend, zoekend, scannend, grondig en kritisch lezen. Ze bekijken de leesstrategie voorspellend lezen (in filmpje waarin iemand de strategie 'modelt' of doordat de docent die zelf modelt).
Een signaalwoord is letterlijk een woord dat een signaal geeft. Een seintje dus, zodat je weet dat de alinea's of zinnen iets met elkaar te maken hebben. Het signaalwoord dat wordt gebruikt, vertelt je welk verband er is tussen de 2 stukjes tekst.
Het doel van onderwijs in begrijpend lezen is leerlingen te leren hoe zij effectief betekenis kunnen toekennen aan geschreven teksten (= begrijpen).
Begrijpend schrijven houdt in dat je een passage leest en vervolgens vragen beantwoordt om begrip van de tekst aan te tonen . Het doel is om de belangrijkste ideeën, details, gevolgtrekkingen en implicaties die in de passage worden gepresenteerd, te begrijpen.
Rol van intelligentie bij begrijpend lezen
Herhaaldelijk is aangetoond dat leerlingen met een hogere intelligentie beter zijn in begrijpend lezen. Intelligentie is 'het vermogen doelgericht te handelen, rationeel te denken en effectief met de omgeving om te gaan'.
We noemen deze woorden ook wel signaalwoorden: ze geven de lezer op allerlei niveaus het signaal dat er tekstverbanden zijn. Er zijn er een heleboel van, maar een aantal veelvoorkomende zijn: maar, echter, daarentegen, hoewel, ook, vervolgens, ten eerste, ten tweede, daarbij, tenslotte, al met al en dus.
Het maken van tekst-naar-tekstverbindingen begint wanneer u onderzoekt wat de twee geschriften gemeen hebben. De eerste stap is om meer te weten te komen over de auteurs, vervolgens de literaire elementen te onderzoeken en ten slotte na te denken over uw eigen persoonlijke reacties op de geschriften .
De kern van begrijpend lezen bestaat dus uit het aanbrengen van samenhang in een tekst door het leggen van verbanden tussen stukjes informatie uit de tekst en de achtergrondkennis van de lezer. Wanneer een lezer de tekst begrijpt, levert dit de lezer ook weer nieuwe kennis op.
Begrijpend lezen oefenen kun je op een aantal manieren doen. Bijbegrijpend lezen gaat het letterlijk om het begrijpen van een tekst. Een goede manier om begrijpend lezen te oefenen, is door 'gewoon' veel te lezen. Je kunt begrijpend lezen oefenen door met je kind met kortere teksten aan de gang te gaan.
Door je woordenschat te vergroten, wordt het begrijpen van teksten steeds makkelijker. Maak een samenvatting van elke alinea, zo kun je heel snel zien wat belangrijk is en wat niet. Kun je de verbanden niet vinden, kijk dan naar de verwijswoorden (hij, deze, dat). Deze geven de verbanden tussen de zinnen aan.
Begrijpend lezen
Vaak kost het technisch lezen leerlingen met dyslexie al zo veel cognitieve belasting, dat ze geen ruimte meer hebben om tot begrip te komen en de juiste leesstrategieën in te zetten. Voor hen is het dus extra belangrijk om goede begrijpend leesstrategieën in te zetten om wel tot tekstbegrip te komen.
Problemen met leesbegrip doen zich voor wanneer leerlingen moeite hebben met het begrijpen van de betekenis achter woorden, zinnen en andere teksten . Tekenen die kunnen duiden op een leesbegripsprobleem zijn onder andere: moeite met het herkennen van letters en woorden. moeite met het begrijpen van woorden en ideeën. langzame leessnelheid en vloeiendheid.