De gebruiksoppervlakte is het aantal vierkante meters in uw woning die gebruikt kunnen worden om te wonen. Hierbij moet de stahoogte minimaal 1,5 meter zijn.
Daarin wordt de oppervlakte van een woning gemeten binnen de buitenste- of woningscheidende wanden (muren), inclusief dragende en niet-dragende binnenwanden. Buitenste/scheidende wanden (muren) zijn de wanden/muren die de ene woning van de andere woning scheiden en de muren die de woning van de buitenwereld afscheiden.
De woonoppervlakte is gelijk aan de som van de netto-vloeroppervlakten van de vertrekken van een woning. Tot de vertrekken behoren huiskamers, eetkamers, slaapkamers, werk-, eet- en woonkeukens en voorts andere binnenruimten, geschikt voor bewoningsdoeleinden, indien ze ten minste 4 m2 groot zijn.
Het aantal vierkante meters(gebruiksoppervlakte) wordt bepaald door de binnenzijde van uw woning op te meten. De meting gaat van binnenzijde buitenmuur naar binnenzijde buitenmuur. Hierbij worden alle verdiepingen gemeten en wordt alles bij elkaar opgeteld.
Gemeenten bepalen de waarde van onroerende zaken (WOZ-waarde) door een taxatie. Hierbij gaat de gemeente uit van het bedrag dat de onroerende zaak zou moeten opbrengen op 1 januari van het vorige jaar. Dit is de waardepeildatum.
Lengte x breedte
Vermenigvuldig de lengte met de breedte van een ruimte. Meet hierbij van binnenmuur tot binnenmuur. Tel de vierkante meters van alle ruimtes bij elkaar op en je hebt de totale oppervlakte van een woning berekend.
Heeft grond waarop geen gebouw staat of waarop nog gebouwd wordt ook een WOZ-waarde? Ja. Ook grond waarop nog gebouwd kan worden, zoals braakliggende grond of een bouwterrein heeft een WOZ-waarde.
Deze ruimtes niet!
Een garage, schuur, eventueel dakterras of balkon vallen dan weer niet onder de woonoppervlakte van de woning. Dit staat in de “meetinstructie bepalen gebruiksoppervlakte woningen” die makelaars gebruiken om de totale woonoppervlakte te bepalen.
Een bergzolder kwalificeert zich als gebruiksoppervlakte ove- rige inpandige ruimte. 14. Is sprake van gebruiksoppervlakte wonen als er zich op een zolder die met een niet-vaste trap te bereiken is, Nee.
Verschil tussen woonoppervlakte en gebruiksoppervlakte
Het grootste verschil is dat bij het woonoppervlakte enkel binnenruimten geschikt voor bewoningsdoeleinden meegerekend worden. Bij gebruiksoppervlakte wonen wordt ook gebouwinstallaties, trappen, gangen, sanitaire ruimten, bergruimten en binnenwanden meegerekend.
Wanneer je de woonoppervlakte meet, doe je dat binnenmaats (van binnenmuur tot binnenmuur). Daarnaast heb je nog ruimten met een andere funktie: de aangebouwde stenen berging of berging achter in de tuin. Of een kelder, vliering; die vallen onder de overige inpandige ruimte.
- Een onverwarmde berging, een garage, balkon en terras worden (meestal) niet meegerekend in de gebruiksoppervlakte wonen, maar in overige inpandige ruimte of in gebouwgebonden buitenruimte of externe buitenruimte.
De woonoppervlakte is het aantal vierkante meters van het eigendom dat effectief bewoonbaar is. Alle ruimtes binnen de woning worden meegerekend, maar de tuin, oprit en andere buitenruimtes tellen niet mee in de woonoppervlakte.
In NEN 2580 is bepaald dat de gebruiksoppervlakte wordt berekend door van de totale oppervlakte binnen de wanden van de woning, het BVO (bruto vloeroppervlak) de volgende oppervlaktes af te trekken: Grondoppervlak van dragende wanden. Oppervlak van vides en trapgaten, indien groter dan 4 m2.
Het gebruiksoppervlakte wordt berekend door van het totale bruto vloeroppervlak (BVO) van een woning te nemen, en daar alle vierkante meters die niet nuttig gebruikt kunnen worden af te halen.
De WOZ-beschikking die je in 2022 ontvangt, heeft dus een waardepeildatum van 1 januari 2021. De WOZ wordt bepaald op basis van verkoopprijzen van vergelijkbare woningen in de buurt, maar ook de ligging van je woning, het bouwjaar, het type woning en voorheen de inhoud van de woning in kubieke meters.
Je zolder heeft een vaste trap en minimaal 0,5m2 raamoppervlak (daglicht). Ok prima.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen inpandige en uitpandige opslagvoorzieningen. Inpandige opslagvoorzieningen zijn voorzieningen welke in een ander bouwwerk zijn gelegen. Uitpandige opslagvoorzieningen zijn voorzieningen welke niet in een ander bouwwerk zijn gelegen.
6. In hoeverre mag je een souterrain meetellen bij de gebruiksoppervlakte wonen wanneer de hoogte nergens meer dan 2m is? Wanneer de hoogte niet boven de 2 meter komt, kan geen sprake zijn van gebruiksoppervlakte wonen. Het gehele souterrain valt daarmee onder de gebruiksoppervlakte overige inpandige ruimte.
Eenvoudig gezegd wordt de bewoonbare oppervlakte daarin bepaald door de vloeroppervlak van loten en afgedekte gebouwen te nemen na aftrek van de oppervlakten ingenomen door muren, wanden, trappen en trappenhuizen, kabelgoten, deuropeningen en ramen. Niet bewoonbare delen zoals kelders, garages, schuren, zolders, etc.
Ook je garage en zolder zonder vaste trap zijn dus geen bewoonbare onderdelen. Gebouwgebonden buitenruimte zonder vaste omgrenzing, zoals een balkon, terras of veranda, reken je er niet bij. Hetzelfde geldt voor bergruimtes die niet verbonden zijn aan de woning.
De gemiddelde vloeroppervlakte van woningen, zonder ander gebruiksdoel als winkel of kantoor, bedraagt 120 vierkante meter. Eengezinswoningen zijn gemiddeld 1,6 keer zo groot als appartementen.
Het is mogelijk om de WOZ-waarde te corrigeren als deze op de WOZ-beschikking te hoog of te laag wordt ingeschat. Hiervoor maakt u bezwaar bij uw gemeente. Met een goed gemotiveerd bezwaarschrift kan de gemeente uw WOZ-waarde aanpassen.
Concluderend kunnen we dus stellen dat de WOZ-waarde geen invloed heeft op de verkoopwaarde van jouw woning. De uiteindelijke verkoopprijs is naast feiten ook zeker afhankelijk van sfeer, woningconcurrentie, inrichting en emotie.
De WOZ-waarde wordt gebruikt voor het bepalen van de hoogte van de gemeentelijke heffingen en belastingen. De taxatiewaarde wordt gebruikt bij de aan- en verkoop van een woning.