Helaas mag je een vleermuis niet bestrijden of verjagen. In de Nederlandse wet staat namelijk dat dit verboden is. Indien het beestje in jouw huis zit, mag je hem wel vangen.
Heb je een vleermuis in huis ontdekt? Dan kun je het beste het raam openzetten en het licht uitdoen. Het duurt in dat geval vaak niet lang voordat een vleermuis weer naar buiten vliegt. Een vleermuis in huis bestrijden is niet mogelijk, enkel een vleermuis verjagen door ramen open te zetten is toegestaan.
Overdag slapen vleermuizen hangend op hun kop of weggekropen op plekken waar ze moeilijk te bereiken zijn voor hun vijanden (roofvogels, uilen, katten, marters). Ze zitten op warme, droge, donkere plekken. Bijvoorbeeld in een spouwmuur, onder dakpan- nen van een modern gebouw of in een boomholte.
Iedereen heeft baat bij vleermuizen in de tuin: ze eten dagelijks tot de helft van hun eigen lichaamsgewicht aan insecten. En je hoeft geen schrik te hebben dat ze in je haren vliegen: ze kunnen perfect navigeren in het donker. Met deze tips komen ze ook bij jou op bezoek!
in een enkel geval maakt de kolonie, of een deel ervan, ook voor en na de kraamtijd van een woning gebruik. de meeste vleermuizen verhuizen regelmatig. ze zoeken iedere keer een plek op met de gunstigste temperatuur. Soms wonen ze op een plek een maand, soms een week of maar enkele dagen voordat ze alweer verhuizen.
Ze hebben ongeveer het formaat van muizenkeutels. Omdat vleermuizen veelal onder een dakbeschot of andere hoge plek kruipen blijven de uitwerpselen op de muur geplakt. Ook kunt u op het dak keutels vinden. In de keuteltjes zijn vaak delen van insecten terug te vinden zoals schilden of vleugeltjes.
Stinkende uitwerpselen van vleermuizen
De stank van de uitwerpselen van vleermuizen wordt vaak vergeleken met de geur van rottend knoflook. Maar in combinatie met de urine van ratten, zal de ammoniaklucht van de urine overheersen.
Wanneer het gaat over de verspreiding van levensbedreigende virusinfecties, wordt geregeld in de richting van de vleermuizen gekeken. Maar zolang mensen hen niet opeten of met blote handen aanraken, valt er niets te vrezen.
Bel dan de dierenambulance (telefoonnummer 0900-0245). Als een vleermuis u heeft gebeten, gekrabd of gelikt, bel dan direct je huisarts. Als de vleermuis niet wegvliegt, bel dan ook de NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) (telefoonnummer 0900-0388).
Vleermuizen gaan het liefst 's nachts op pad om eten te zoeken. Dan gaan ze vaak met een heleboel tegelijk hun schuilplaats uit. Ze zoeken naar muggen, nachtvlinders, torren en vliegen. Midden in de nacht jagen kan lastig zijn.
Probeer dat te voorkomen door vleermuizen met handschoenen te pakken als dat nodig is. Een jonge of gewonde vleermuis kun je voorzichtig in een doosje vegen, zodat je ze niet hoeft aan te raken. Moet je ze wel oppakken, trek dan geen vuurvaste lashandschoenen of ovenwanten aan, want dan voel je de vleermuis niet.
Het zijn insecteneters en hun gebit is niet geschikt om te knagen. Zij maken ook geen nest. Wel kunnen hun uitwerpselen voor vervuiling zorgen en kan het in-en uitvliegen voor geluidsoverlast zorgen. Als een vleermuis per ongeluk in een woning terecht komt helpt het meestal een raam of een deur open te zetten.
Het merendeel van de in Nederland voorkomende vleermuissoorten overwintert in koele, vorstvrije en vochtige ruimten, zoals bunkers, ijskelders, brughoofden, steenfabrieken en (mergel)groeves. Sommige soorten, zoals de gewone dwergvleermuis, overwinteren vooral in gebouwen, bijvoorbeeld in de spouw.
De meest prominente vijanden van de vleermuis zijn uilen, haviken en slangen. Maar nu kunnen wetenschappers spinnen ook aan dit lijstje toevoegen. De vogelspin en de grote wielwebspin zijn in staat om een vleermuis te overmeesteren.
Wanneer je de vleermuis overdag terugvindt, kun je ze ofwel met rust laten of in een doos zetten. Indien ze aan het rondvliegen is dan kan je best het licht uitdoen, de ramen open zetten en even uit de kamer gaan, wanneer alles rustig is, zal hoogstwaarschijnlijk het diertje zelf zijn weg naar buiten gevonden hebben.
Bij vleermuizen zijn de armen en benen helemaal aangepast om te kunnen vliegen. Daardoor kunnen vleermuizen niet zelf een nest maken, een gat in een boom hakken of een hol graven. Vleermuizen zijn daardoor voor hun verblijfplaatsen helemaal aangewezen op al bestaande omstandigheden.
Het kan gebeuren dat ze zo soms rakelings langs je heen scheren. Hun sonar heeft hen echter al lang laten weten dat jij geen smakelijk insect bent maar een groot, te mijden voorwerp. In je haren vliegen - en erin verstrikt raken - doen ze dus niet.
Om in het donker op insecten te kunnen jagen, maken vleermuizen slim gebruik van echolocatie: ze maken met hun stembanden korte piepjes en luisteren of deze terugkaatsen (echoën) van objecten en insecten in de ruimte om hen heen.
Vleermuizen zijn gevoelig voor lichtverstoring. Bij hun verblijfplaatsen, op vliegroutes en in hun jachtgebied. Vooral straatverlichting kan leiden tot pijnlijke verblinding bij deze beschermde nachtdieren.
De vleermuis zal enkele rondjes door de ruimte cirkelen. Dat is zijn manier om met behulp van zijn echolocatie de omgeving te verkennen. Al snel zal hij het open raam ontdekken en hierdoor naar buiten vliegen.
In het vroege voorjaar en late najaar jagen vleermuizen vooral aan het begin van de nacht. In de periode dat ze jongen moeten voeden, jagen de vrouwtjes de hele nacht. Wel keren zij dan halverwege terug om hun jong te zogen.
Overdag kom je zelden vleermuizen tegen, ze vliegen en jagen vooral 's nachts. Hun vermogen tot echolocatie en het bezit van vleugels biedt hun de mogelijkheid om 's nachts op insecten te jagen en een unieke ecologische niche te bezetten.
Via wondjes, maar ook via de slijmvliezen van de ogen of de mond, kan het virus het lichaam binnenkomen. Het virus kan vervolgens het zenuwstelsel binnendringen en via de zenuwbanen uiteindelijk in de hersenen komen. De ziekte is dan altijd dodelijk.