Houd de tanden op elkaar met een watje, gaasje of zakdoek ertussen, om de tand te stabiliseren. Ga direct naar de tandarts. Die zal de teruggeplaatste tand controleren en vastzetten (spalken). Hoe sneller u dit doet, hoe groter de kans op een succesvolle terugplaatsing.
Een tand staat los
Maakt u voor de zekerheid wel snel een afspraak om de schade de laten beoordelen en vervolgens onder controle te laten houden. Probeer de tand(en) een tot twee weken te ontzien. Geeft u uw kind wat zachter voedsel, snijdt u het eten in hapjes zodat uw kind niet met de voortanden hoeft af te bijten.
Het grootste probleem bij een uit- of losgeslagen tand is het niet weer vastgroeien van de tand in het kaakbot. In zo'n geval is de tand verloren. Bij een uitgeslagen tand sterft de pulpa af: er zal dus altijd een wortelkanaalbehandeling moeten gebeuren.
Meestal groeit de losgeraakte tand goed vast en kan de spalk na 4 weken worden verwijderd. Soms blijkt echter na enige maanden, dat de wortel van de tand oplost.
Zit een melktandje al flink los? En wil je die er als ouder zelf uithalen? Dan is het makkelijk om een droge zakdoek of een gaasje te pakken deze op/om het tandje te leggen en voorzichtig te draaien. Trekken heeft minder effect.
Het wisselen van melktanden begint als eerste met de centrale en laterale snijtanden (dit zijn de voorste tanden) vanaf zes tot acht jaar; Hierna volgen de hoektanden vanaf ongeveer het negende levensjaar; Als laatste worden de eerste en tweede kiezen gewisseld. Dit eindigt wanneer een kind ongeveer 12 tot 14 jaar is.
Vanaf het zesde levensjaar beginnen de meeste kinderen met het tanden wisselen. Dit gebeurt volgens een vast patroon, waarbij de laatste tanden rond de 12 jaar wisselen. De blijvende tand of kies duwt omhoog en lost de wortel van de melktand/kies op, waardoor die losraakt en uitvalt.
Blijvend gebit
De melktandjes worden gewisseld rond de leeftijd van 6 jaar: de tandjes komen los, vallen uit en er komt een nieuwe, blijvende tand in de plaats. Meestal komen de blijvende tanden eerst achter de kiezen van het melkgebit, soms wisselen eerst de snijtanden.
Heel wat jaren geleden was dit misschien een klein muntje, maar dankzij de inflatie laat de tandenfee nu toch veel meer achter dan alleen een muntje. $ 3,70 was het gemiddelde geschenk van de tandenfee in 2019 volgens een onderzoek uitgevoerd door Delta Dental. Omgerekend is dit ongeveer gelijk aan € 3,10.
Uw tand is na het losraken (meestal door een klap of val) weer tijdelijk vastgezet met een spalk. De spalk moet de tand(en) gedurende 2-6 weken goed op zijn plaats houden, zodat deze weer goed kan/ kunnen vastgroeien.
Als het niet lukt om de tand weer terug te plaatsen, kunt u de tand vochtig houden door hem tussen uw kiezen en uw wang of onder de tong te plaatsen. U kunt de tand ook in een bakje melk of in een zoutoplossing (een mespuntje zout in water oplossen) bewaren. Het is belangrijk dat het wortelvlies niet uitdroogt.
Lukt terugplaatsen niet? Bewaar de tand in de mond (in de ruimte tussen de kiezen en de wang) of in een beker met speeksel of koude melk. De cellen op de tandwortel kunnen relatief lang overleven in speeksel of melk en dit voorkomt dat de tandwortel opzwelt en afsterft.
Het trekken van een tand of kies kan vervelend aanvoelen, maar doet in principe geen pijn. De tandarts of kaakchirurg verdooft je lokaal zodat je niets merkt van het trekken van je tand.
Door beweging van de mond komen de melktanden los te staan en vallen deze er vanzelf uit. In een enkel geval zal de tandarts de melktanden moeten trekken. Naast dat het melkgebit wisselt, breken er achter het melkgebit ook 8 nieuwe grote kiezen en 4 verstandskiezen door.
Als de tanden doorbreken, gaat dit meestal gepaard met pijn in de mond doordat de volwassen tand tegen de melktand drukt. Het volwassen gebit is voor het wisselen al gevormd en bevindt zich in de kaak onder het melkgebit. Vervolgens groeien ze langzaam omhoog richting de melktand en drukken ze de melktanden naar boven.
Rond de leeftijd van 2,5 à 3 jaar beschikt je kindje normaal gezien over een volledig melkgebit. Dat bestaat uit 20 melktanden. Melktanden hebben ook bloedvaatjes en zenuwvezels die we tandpulpa noemen. Veel mensen veralgemenen deze tot 'de tandzenuw'.
Een goede leeftijd om te starten met een beugel is tussen de 10 en 12 jaar oud. De meeste kinderen hebben dan al hun tanden en kiezen gewisseld (je krijgt geen beugel voor een melkgebit). Heel soms wordt er eerder gestart, bijvoorbeeld als een kind een heel grote overbeet heeft of bij scheefgroei van de kaken.
Twee keer per jaar is meestal voldoende. Als u twee keer per jaar met uw kind naar de tandarts gaat, is dat meestal voldoende. De tandarts kan u en uw kind begeleiden bij de ontwikkeling van een gezond gebit en uw kind behandelen als dat nodig is.
Meestal groeit de tand vanzelf weer aan. De weken erna zal de tandarts regelmatig controleren of verdere behandeling noodzakelijk is door de tand of kies te testen op gevoeligheid voor warmte en koude. In de meeste gevallen is een wortelkanaalbehandeling noodzakelijk omdat de zenuw van de tand of kies is afgestorven.
Reparaties aan spalkjes achter uw tanden worden gedeclareerd als herstel of vervanging van retentieapparatuur. Het opnieuw vastzetten van een los spalkje kost ongeveer € 50. Het laten maken van een nieuw spalkje kost ongeveer € 95. Het verwijderen van een spalkje per tand kost ongeveer € 6,17 (tarieven 2022).
Vaak worden dan tandpasta's aanbevolen met chloorhexidine (doorgaans afgekort tot CHX). Dit is een stof die heel sterk bacteriedodend werkt, met als gevolg dat de opgebouwde tandplak wordt afgebroken en er weinig nieuwe meer bijkomt.
De eerste wisselfase
Deze fase begint vaak met het wisselen van de centrale snijtand van de onderkaak en/of het doorkomen van de 1e grote blijvende kies in de onderkaak. Deze volwassen kiezen wisselen niet, maar groeien achter de achterste melkkies.
Na de eerste wisselfase, waarbij de eerste definitieve molaar achteraan in de mond en de bovenste en onderste snijtanden zijn gewisseld, is het even windstil. Dat verandert rond de leeftijd van 9 à 10 jaar. Vanaf dan wisselen de resterende twaalf melktanden in de mond van je kind.
De wortels van melktanden zijn kleiner, dunner en minder gebogen als die van een volwassen tanden. Wanneer de volwassen tand begint door te breken, duwt deze de melktand steeds verder omhoog. Hierdoor lost de wortel van de melktand op en valt de tand vaak gemakkelijk uit.