Anorexia is een psychische stoornis die niet van de één op de andere dag ontstaat. Vaak begint het onschuldig: iemand wil een paar kilo kwijt en gaat daarom lijnen of laat het lekkers staan. Een eetprobleem sluipt er vervolgens stilletjes in. Ook kan anorexia nervosa ontstaan vanuit psychische problemen.
Anorexia kun je herkennen aan de volgende verschijnselen: Je bent erg bang om aan te komen of dik te worden. Je twijfelt aan jezelf en aan je lichaam; je bent heel onzeker. Je hebt een verstoord beeld van je lichaam: ook al ben je heel dun, je ziet een dik iemand als je in de spiegel kijkt.
Uw kind gaat anders en/of op andere momenten eten. Uw kind wil steeds vaker alleen zijn. Uw kind let steeds meer op zijn/haar gewicht. Uw kind wil het op school of bij het sporten heel goed en steeds beter doen.
Ga naar je huisarts om je probleem te bespreken. Hij of zij kan je doorverwijzen naar een psycholoog. Veel instellingen voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ-instellingen) hebben behandelingen voor mensen met eetstoornissen. Ook zijn er in veel steden zelfhulporganisaties.
We speken van anorexia als iemand consequent het lichaamsgewicht op of onder de 85% houdt van het gewicht dat normaal verwacht mag worden. Bij volwassenen komt dit neer op een Body Mass Index (BMI) van maximaal 17,5.
Mensen met anorexia hebben een vervormd beeld van hun lichaam. Ze vinden zichzelf te dik en eten zo min mogelijk om af te vallen. Ze proberen hun eetproblemen zo veel mogelijk te verbergen voor hun omgeving. Er ontstaat een dubbelleven met uitvluchten, trucs en leugens.
Er zijn geen medicijnen die je kunnen genezen van anorexia. Medicijnen zullen daarom alleen ingezet worden als ondersteuning van therapieën en andere behandelingen. Als je naast anorexia nog een andere ziekte hebt die je behandeling moeilijker maakt, dan kun je medicijnen krijgen tegen deze bijkomende ziekte.
De APA-richtlijn beschrijft dat bij het starten van de behandeling of bij starten van gewichtstoename 30-40 kcal per kg lichaamsgewicht per dag (gemiddeld 1000-1600 kcal/dag) wordt gehanteerd. Vervolgens wordt dat opgehoogd tot 70-100 kcal/kg/dag.
Tegen iemand met een eetprobleem zeggen dat hij of zij "gewoon even moet eten" heeft geen enkele zin. Ook complimentjes geven wanneer iemand weer aangekomen is, kan verkeerd uitpakken.
Cognitieve gedragstherapie wordt voor zowel de behandeling van anorexia nervosa, boulimia nervosa en de eetbuistoornis ingezet maar is voornamelijk bewezen effectief voor de behandeling van boulimia nervosa en de eetbuistoornis.
Hetty: De helft van de anorexiapatiënten kan beter gemaakt worden, maar er is een hele moeilijke groep van 25%. Die wordt niet meer beter of gaat dood. Wij vroegen ons af: hoe kan dat? Het is een psychische ziekte, die meisjes eten niet, maar daar hoef je toch niet aan dood te gaan?
De ziektes duren gemiddeld 6-7 jaar, met een spreiding van een half jaar tot een tiental jaren. De weg naar genezing is vaak lang. Veelal (maar niet altijd!) beginnen eetstoornissen met een dieet.
De anorexiapatiënten bleken een grotere orbitofrontale cortex en insula te hebben. De orbitofrontale cortex heeft te maken met het krijgen van een verzadigd gevoel na het eten van een bepaald type voedsel. Vermoedelijk zorgt een grotere orbitofrontale cortex ervoor dat mensen met Anorexia sneller stoppen met eten.
Een BMI van 17,5 of minder wordt gezien als ernstig ondergewicht. Een BMI van 16 of minder is extreem schadelijk, de organen kunnen dan stoppen met functioneren. Medisch ingrijpen is dan noodzakelijk wanneer men zelf niet genoeg kan eten.
Er werd gekeken naar verbanden tussen BMI en sterfgevallen met verschillende oorzaken. Mensen van alle leeftijden met ondergewicht (een BMI van 18,5 of lager) bleken 1,8 keer zo veel kans op overlijden te hebben als mensen met een gezond gewicht (een BMI tussen 18,5 en 25,9).
Gemiddeld duurt een eetstoornis behandeling zo'n twee jaar, mits deze succesvol is. Soms is intensieve behandelingen of klinische opname goed en in andere gevallen volstaat een wekelijks gesprek met een coach of behandelaar.
Een psycholoog kan verschillende behandelvormen gebruiken. Meestal kiest de psycholoog voor cognitieve gedragstherapie. Deze vorm van therapie is effectief gebleken bij het behandelen van eetstoornissen. Bij cognitieve gedragstherapie wordt er gekeken naar welke invloed gedachten op jouw gedrag hebben.
Er zijn verschillende oorzaken waardoor je minder trek kunt hebben, denk aan: verandering van smaak- en geurwaarneming, medicijngebruik, ziekte, weinig beweging, je alleen voelen en moe zijn.