Wanneer een ouder de omgangsregeling niet nakomt kan een ouder met gezag aangifte doen wegens onttrekking van het kind aan het gezag. Onttrekking aan het ouderlijk gezag is strafbaar op grond van artikel 279 Wetboek van Strafrecht. Een aantal uitspraken van de Hoge Raad verduidelijken het begrip 'onttrekken'.
Als het gaat om financiële afspraken uit het echtscheidingsconvenant, zoals het niet betalen van alimentatie of het niet nakomen van andere betalingsverplichtingen die in het convenant zijn vastgelegd, dan zul je je tot een deurwaarder of incassobureau moeten wenden.
Als uw ex de afspraken niet na komt, is het altijd belangrijk om eerst te proberen hier samen uit te komen door met elkaar in gesprek te gaan. U kunt eventueel ook vrienden of familie vragen of ze uw ex-partner erop willen wijzen dat hij of zij zich aan de afspraken dient te houden.
Als uw ex-partner niet of slecht medewerking verleent aan de omgangsregeling volgens het ouderschapsplan plan dan is hij/zij in strijd met de wet. In artikel 279 van het Wetboek van Strafrecht is het onttrekken aan het gezag namelijk strafbaar gesteld.
Niet nakomen van het ouderschapsplan
Indien een gesprek niet het gewenst resultaat geeft of niet mogelijk blijkt te zijn, dan kunt u de hulp van een familierechtadvocaat inschakelen. Een advocaat kan u adviseren over de mogelijkheden en indien nodig de kwestie voorleggen aan de rechter.
Wanneer een ouder de omgangsregeling niet nakomt kan een ouder met gezag aangifte doen wegens onttrekking van het kind aan het gezag. Onttrekking aan het ouderlijk gezag is strafbaar op grond van artikel 279 Wetboek van Strafrecht. Een aantal uitspraken van de Hoge Raad verduidelijken het begrip 'onttrekken'.
Recht op omgang met je kind is dus een wettelijk recht voor vaders. De wet geeft aan dat alleen in uitzonderlijke gevallen dit recht van vader op een omgangsregeling kan komen te vervallen. Moeder kan niet zomaar een omgangsregeling van vader weigeren en het kind weghouden bij vader.
Bij het vaststellen van de omgangsregeling vraagt de rechter hoe hij of zij er tegenaan kijkt. Heeft een kind grote bezwaren tegen omgang met één van de ouders, dan weegt de rechter die bezwaren mee in de beslissing over het al dan niet ontzeggen van de omgang.
Veelal zal dit ook worden toegekend. De hoofdregel is namelijk dat gezamenlijk gezag in het in het belang van het kind is. Conclusie is dat vaders net zoveel recht op gezag hebben als moeders.
Omvang omgangsregeling in de praktijk
Anders dan eens wordt gedacht, bestaat er in de praktijk in principe geen 'minimale omgangsregeling'. Dit komt omdat de omvang van de omgang afhangt van alle omstandigheden van het geval.
Zo is de vader die ouderlijk gezag heeft verplicht om bij te dragen in de zorg en opvoeding over het kind. Hij mag ook meebeslissen bij belangrijke aangelegenheden, zoals het verlenen van toestemming voor het aanvragen van een paspoort of het ondergaan van medische behandelingen.
Als in de echtscheidingsstukken is vastgelegd dat de ex moet meewerken aan de verkoop, dan kunt u in kort geding nakoming vorderen in combinatie met een boete van bijvoorbeeld €500,- per dag dat de medewerking geweigerd wordt. Deze maatregel blijkt zeer effectief en is zeer lucratief als de ander blijft weigeren.
Als je kind niet meer naar jou toe wil
Op het moment dat jij de ouder bent waar het kind niet meer naar toe wil gaan, zoek dan contact met de andere ouder. Probeer samen tot een oplossing te komen, eventueel met een mediator erbij. In bijna alle gevallen heb je recht op omgang met je kind!
Zijn de afspraken in een convenant bindend? Zodra u beiden een handtekening hebt gezet, zijn de afspraken in het scheidingsconvenant bindend. Het is echter aan te bevelen om in dat geval een scheidingsadvocaat te vragen het convenant bij de rechtbank in te dienen, samen met het verzoek tot echtscheiding.
Een echtscheidingsconvenant blijft altijd geldig en komt nooit te vervallen. Wel kan het voorkomen dat er wijzigingen in het convenant worden gemaakt.
Een ouderschapsplan opstellen is verplicht voor ouders die gaan scheiden. Nadat een ouderschapsplan is opgesteld en ondertekend, kan na verloop van tijd de wens of noodzaak ontstaan om het ouderschapsplan te wijzigen. Een ouderschapsplan kan niet zomaar eenzijdig worden gewijzigd.
In het algemeen zijn pedagogen van mening dat co-ouderschap niet geschikt is voor kinderen jonger dan vier/vijf jaar, en in ieder geval niet voor kinderen die jonger zijn dan drie jaar. Dat heeft te maken met de hechting.
Een kind van 12 jaar of ouder mag niet kiezen bij welke ouder het wil wonen. Ouders blijven totdat een kind 18 jaar is verantwoordelijk voor de hoofdverblijfplaats en de zorgregeling.
Als er sprake is van normale omstandigheden, zou een vader in de gelegenheid moeten worden gesteld om zijn kinderen minimaal om de week een volledig weekend en wekelijks een vaste dag te zien. Daarnaast ben je als ouder verplicht om het contact met de andere ouder bij de kinderen te bevorderen.
De wet schrijft namelijk voor dat zowel de kinderen als de ouders recht hebben op omgang met elkaar. Ouders hebben zelfs de plicht om aan de omgang mee te werken. De rechter kan een ouder het recht op omgang met het kind slechts ontzeggen indien hiervoor zwaarwegende redenen zijn.
Een vader, die getrouwd is met de moeder van het kind, krijgt automatisch het gezag. Een vader die niet getrouwd is met de moeder, dient echter het kind te erkennen en apart het gezamenlijke gezag aan te vragen. In de praktijk blijkt vaak dat de vader van het kind wel het kind erkend heeft, maar geen gezag heeft.
Als een kind ernstig in de knel dreigt te raken, helpt de Raad voor de Kinderbescherming om samen met het kind en de ouders de beste oplossing te zoeken. Alleen als het echt niet anders kan, wordt de rechter erbij betrokken, maar het draait altijd om het belang van het kind.
Gezag andere ouder stoppen
De rechter stopt het gezamenlijk gezag alleen als het in het belang is van het kind. De rechter bepaalt ook wie van u het gezag dan krijgt. Heeft u meer kinderen, dan bepaalt de rechter voor ieder kind apart wie het ouderlijk gezag krijgt.
In principe heeft elke (gescheiden) ouder recht op omgang met zijn kind. Alleen in uitzonderlijke situaties kan een rechter in het belang van het kind bepalen dat een van de ouders geen omgang met zijn kinderen mag hebben.
Feitelijk is de enige mogelijkheid die je hebt om oudervervreemding aan te tonen, door een dossier op te bouwen van onwil of inactie van de andere ouder om het contact tussen je kind en jou te bevorderen.