Een verpleegkundige diagnose is een klinisch oordeel over de ervaring of reacties van een individu, gezin, groep of gemeenschap op actuele of potentiële gezondheidscondities of levensprocessen.
Wat is het verschil met een medische diagnose: Medische diagnoses is gericht op de ziekte en verpleegkundige diagnoses is gericht op interventies. De arts stelt een medische diagnose vast en de verpleegkundige een verpleegkundige diagnose.
Een diagnose is de vaststelling van een aandoening door een arts op een bepaald moment. Deze vaststelling wordt gedaan op basis van 'diagnostiek' aan de hand van objectieve en subjectieve bevindingen. Na verloop van tijd kan het zijn dat de diagnose wordt bijgesteld.
Er zijn drie soorten diagnoses die verschillen in de mate waarin de oorzaak bekend is: symptoomdiagnose (weinig bekend over oorzaak), syndroomdiagnose en ziektediagnose (veel bekend).
'Verpleegkundige diagnostiek maakt de verpleegkundige zorg inzichtelijk en meetbaar. Het is zeker niet een controlemiddel voor het functioneren van individuele verpleegkundigen. Een belangrijk doel is wel om op wetenschappelijke gronden, dus meetbaar, de kwaliteit van de zorg te kunnen verbeteren.
De gegevens die verpleegkundigen verzamelen in de eerste fase van het verpleegkundig proces, zijn bedoeld om een beeld te krijgen van wat er met de zorgvrager aan de hand is. Naast gegevens uit observaties, krijgen verpleegkundigen informatie door vragen te stellen tijdens een anamnesegesprek.
Door het stellen van een tijdige en accurate diagnose wordt in elk geval uitgesloten dat er onderliggend een ander ziektebeeld is dat kan worden behandeld. Soms kan in een beginnend stadium medicatie voorgeschreven worden die het ziekteproces tijdelijk vertragen.
Fase 1: Gegevens verzamelen bij de (Verpleegkundige anamnese) Fase 2: Verpleegkundige diagnose(n) of verpleegproblemen vaststellen. Fase 3: Vaststellen gewenste resultaten. Fase 4: Verpleegkundige interventies plannen in een verpleegplan.
Het stellen van een diagnose vraagt om kennis, kunde en zorgvuldigheid. Om die reden mag alleen een gekwalificeerd en bevoegd behandelaar de diagnose stellen, zoals een BIG-geregistreerd gz-psycholoog, psychiater of psychotherapeut.
Basiszorg: denk hierbij persoonlijke verzorging zoals wassen, aankleden en verschonen. Wondverzorging, observatie en rapportage en gespecialiseerde zorg. Verpleegtechnische handelingen zoals het inbrengen van een sonde of een katheter. Ook het begeleiden van patiënten is een taak van de verpleegkundige.
Zes stappen van klinisch redeneren: oriëntatie op de situatie, mogelijke problemen in kaart brengen, aanvullende observaties en onderzoeken, verpleegkundig beleid vaststellen, het verloop monitoren en reflectie.
In een medisch dossier staan de gegevens over uw gezondheid, zoals de diagnose en de medicijnen die u slikt. Uw zorgverlener houdt het medisch dossier bij. Zo'n zorgverlener is bijvoorbeeld uw arts, uw apotheker of uw fysiotherapeut.
Observeren is de doelgerichte en systematische waarneming van gedragingen, kenmerken en uitingen van een of meer personen of van een gebeurtenis. Voor de verpleegkundige betekent dit het bewust en gericht waarnemen van feiten die voor het verplegen relevant zijn.
Een verpleegkundige diagnose is een manier waarop een verpleegkundige kijkt hoe een patiënt eraan toe is en wat voor verzorging hij nodig heeft. Hieronder valt het identificeren van problemen en het bepalen van de stappen die nodig zijn om deze problemen op te lossen.
Een diagnose is een nauwkeurige beschrijving van de symptomen, de ernst en het beloop van psychische klachten of ontwikkelingsstagnatie.
PES is de methode die in de opleiding tot verpleegkundige al wordt gebruikt om de problemen, ethiologie (oorzaken) en symptomen te beschrijven. De plus staat voor de HRIU en PRIU: alle mens-gerelateerde en omgevingsfactoren die van invloed kunnen zijn op het gebruik van een medisch hulpmiddel.
Diagnostische hulpvragen zijn vragen waarbij iets uitgezocht moet worden. Ze vallen uiteen in drie typen: onderkennend (wat is er aan de hand), verklarend (waarom is dit aan de hand) en indicerend (hoe is het op te lossen). De eerste stap van de probleemonderkenning is het genereren van vermoedens.
Een verpleegkundige interventie bestaat uit een verzameling van patiëntgebonden verpleegkundige handelingen. Het toepassen van wisselligging en het dagelijks controleren van de huidconditie zijn bijvoorbeeld verpleegkundige handelingen die deel uitmaken van de verpleegkundige interventie decubituspreventie.