God heeft met zijn volk Israël een verbond gesloten dat bestaat in het opvolgen van zijn wetten en dat als doel het universele heil van de gehele mensheid beoogt. Om dat doel te kunnen vervullen, belooft God een bepaald stuk land, Kanaän ofwel het land van Israël. Die belofte is echter geen carte blanche.
Het land is heilig voor gelovige Joden.Hun verbondenheid met het land wordt beschreven in de Tora, het heilige boek van het Joodse geloof. Veel Joden zien het land ook als een veilige plek. Ze willen hier geen last meer hebben van de Jodenhaat die ze in Europa eeuwenlang hebben ondergaan.
Israël is geen groot volk, het heeft geen enkele status. God koos dit volk, omdat Hij het liefhad en aansloot bij de belofte die Hij aan Abram had gedaan (Deut. 7:6-8). Israël als volk van God wil zeggen: het is het volk van God, het is zijn eigendom (Ex.
Op 15 mei 1948 liep het Britse mandaat voor Palestina af. In anticipatie hierop riep het Jewish Agency een dag eerder de staat Israël uit.
De oude Israëlieten worden beschouwd als nakomelingen van de oorspronkelijke Kanaänitische bevolking die lange tijd woonden in de zuidelijke Levant, Syrië, het oude Israël en de Transjordaanse regio.
Het noordelijke deel, dat tien van de twaalf stammen omvatte, nam de naam "Israël" mee, maar werd ook wel het "Tienstammenrijk" of "Efraïm" genoemd, naar de meest dominante stam. Het rijk hield stand tot 722 v. Chr.. Het zuidelijke deel na de splitsing werd het koninkrijk Juda genoemd.
Vanaf 1516 tot het eind van de Eerste Wereldoorlog maakte het gebied van de huidige staat Palestina deel uit van het uitgestrekte Ottomaanse Rijk, net als het gebied van het huidige Israël, Libanon, Syrië en Jordanië.
In de oudheid werd Palestina bewoond door Semitische volkeren, waarvan de eerste van Kanaänitische oorsprong waren. Volgens de overlevering kwam Abraham, de gemeenschappelijke stamvader van joden en Arabieren, uit Ur naar Kanaän.
Ondanks verdrijvingen en ballingschappen hebben er door de eeuwen en millennia heen altijd Joden in het Land van Israel gewoond. De laatste grote ballingschap begon in het jaar 135 en leidde ertoe dat het merendeel van de Joden over de wereld verspreid raakte.
Van 1917 tot 1947
Tot september 1922 bleef Jeruzalem en de rest van Palestina onder Brits militair bestuur. Door de Volkerenbond werd in 1922 het mandaat aan de Britten gegeven om Palestina te besturen en de lokale bevolking voor te bereiden op zelfstandigheid.
Psalmen 121:4-5; 7
Voorwaar, Hij die over Israël waakt, zal niet sluimeren noch slapen. De Heer waakt over u - de Heer is uw schaduw aan uw rechterhand. De Heer zal u behoeden voor alle kwaad - hij zal over uw leven waken.
Jezus was immers een Jood. Hij leefde en predikte in Galilea, een grotendeels Joodse landstreek in Palestina (het huidige Israël). Jezus had daarom door en door Joodse ideeën.
In Lucas 4 spreekt Jezus over Naäman de Syriër, de legeroverste van Aram, die door de profeet Elisa van zijn melaatsheid werd genezen. Aram is het Hebreeuwse woord voor Syrië. In de Bijbel betekent Syrië doorgaans het gebied ten noorden van Israël langs de kust van de Middellandse Zee.
De Thora staat een Joodse staat toe
We zien eigenlijk dat het tegenovergestelde waar is, in Numeri 33:53 zegt de Thora: " U zult het land in bezit nemen en er wonen, want Ik heb u het land gegeven om in te wonen ." Dit is een expliciete instructie voor Joden in elke generatie om het land Israël te verwerven en zich er te vestigen.
De Tora omvat de eerste vijf boeken van de Bijbel, waarbij de openingswoorden van deze boeken tevens als hun naam worden aangewend: Beresjit ('In het begin'), Sjemot ('De namen'), Wayyiqra ('Hij noemde'), Bemidbar ('In de woestijn') en Debarim ('De woorden').
Mozes was de voornaamste profeet. De Thora, de vijf boeken van Mozes, is de primaire tekst van het jodendom. Het rabbijnse jodendom stelt dat de Thora dezelfde is als die door God aan Mozes werd gegeven op de berg Sinaï.
Vanuit een puur historisch perspectief is “Israël” meer dan een millennium ouder dan “Palestina” . Maar toen het Joodse volk zich uit hun thuisland verspreidde, werd “Palestina” de thuisbasis van een substantiële Arabische bevolking, opnieuw voor meer dan een millennium.
In de Malmö Arena klonk boegeroep toen de Israëlische zangeres Eden Golan optrad tijdens het Eurovisiesongfestival, maar kijkers stemden massaal voor haar. De verklaring voor dit onverwachte succes ligt bij oproepen van rechtse politici, steun vanuit de Joodse diaspora en een boycot van trouwe fans.
Voorafgaand aan de oprichting van de Joodse staat waren Joodse milities, zoals Hagana, Irgun en Lechi, in conflict met de inheemse Palestijnse bevolking over het grondgebied van Palestina. Na zijn oprichting in 1948 kwam Israël in conflict met de omliggende Arabische landen.
Vooral op de Westelijke Jordaanoever verrezen veel Israëlische dorpen en steden. Er wonen vaak zeer religieuze kolonisten die vinden dat Israël recht heeft op de Westoever, omdat dat in de Bijbel staat. Als reactie op de bezetting en de bouw van nederzettingen, braken regelmatig ongeregeldheden en gevechten uit.
Zachary Foster schreef in zijn proefschrift dat "de meeste geleerden geloven dat de Romeinse keizer Hadrianus de provinciale bestuursnaam van Judea veranderde in Palestina om de Joodse aanwezigheid in het land uit te wissen ". Hij is van mening dat "het evengoed waarschijnlijk is dat de naamsverandering weinig te maken had met Jodenhaat en meer met ...
Het gebied werd in 1516 veroverd door de Turken en maakte vanaf dat moment deel uit van het Ottomaanse Rijk. In 1917, tijdens de Eerste Wereldoorlog, veroverde Engeland, gesteund door Arabische bondgenoten, Palestina op de Turken.
En Judea is weer afkomstig van de stam Juda; 1 van de twaalf Joodse stammen, die daar het gehele gebied bewoonden, en daarvoor heette het het land van Kanaän. Wat de Joden 'het Beloofde Land' noemden en noemen.
Zij stammen af van Arabieren die de afgelopen eeuwen in de landstreek Palestina zijn gaan wonen, vooral vanaf de negentiende eeuw. Tot de twintigste eeuw hadden de Arabieren in Palestina geen vastomlijnde nationale identiteit: natiestaten bestonden destijds immers nog niet in het Midden-Oosten.
In de Eerste Wereldoorlog verslaat het Britse leger de Ottomanen in Palestina. Het Verenigd Koninkrijk belooft de joodse gemeenschap dat zij een 'nationaal tehuis' krijgen. Na de oorlog krijgen de Britten het gezag over Palestina. Joden beginnen zich hier in steeds grotere getale te vestigen.