In Nederland stoot de landbouw volgens het RIVM al decennia de meeste stikstof uit, gevolgd door industrie en verkeer. Zeker in de buurt van Natura 2000-gebieden is dat een probleem. De meeste uitstoot van ammoniak komt dan wel van de boeren, maar ze zijn zeker niet de enige die ammoniak uitstoten.
De mens produceert veel reactief stikstof. Niet zozeer via zijn uitwerpselen, maar vooral door allerlei activiteiten. We verbranden fossiele brandstoffen en biomassa, waarin stikstofverbindingen zitten. We maken kunstmest en we telen veel planten die stikstof uit de lucht binden, zoals soja, bonen en klaversoorten.
De meeste planten kunnen stikstof alleen in minerale vorm uit de bodem opnemen. Verbindingen met stikstof komen ook voor in explosieven. Veel chemische verbindingen zoals ammoniak, salpeterzuur, nitraten en cyaniden bevatten stikstof.
Planten die van stikstof houden, zoals grassen, brandnetels en bramen, groeien extra hard. Zo verdringen ze kwetsbare planten. Stikstof is van zichzelf niet schadelijk voor mensen en de natuur. De lucht die we inademen bestaat voor het grootste deel uit stikstofgas (N2).
Stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3) zijn schadelijk voor de natuur als er te veel van in de bodem of het water terechtkomt. Planten als bramen, brandnetels en gras gaan er harder door groeien en overwoekeren andere planten. Daardoor verdwijnen ook insecten, vlinders en vogels.
Bij teveel stikstof in de natuur verzuurt de bodem. Niet alle planten kunnen daar goed tegen en verdwijnen daardoor. Met als gevolg dat er ook dieren verdwijnen uit de natuurgebieden zoals bijen, insecten en vogels. Hierdoor neemt de biodiversiteit af.
“De stikstofemissie is vooral in bepaalde gebieden erg hoog, vooral in noordwest-Duitsland, waar relatief veel veehouderij is”, legt Ehlers uit. Maar omdat Duitsland een veel groter landoppervlakte heeft dan Nederland, is de uitstoot relatief minder.
Emissie (uitstoot)
De belangrijkste bronnen van stikstofoxiden zijn het verkeer, energiecentrales en de industrie. Ammoniak komt vooral uit de landbouw, maar ook het verkeer en mensen produceren ammoniak. Boeren gebruiken mest omdat het zorgt voor een betere plantengroei en hogere gewasopbrengsten.
Dat komt vooral omdat Nederland klein en dichtbevolkt is. In landen als Frankrijk of Italië zit er veel meer ruimte tussen landbouwbedrijven en natuurgebieden, en omdat natuurgebieden er veel groter zijn, wordt de kritische depositiewaarde er minder makkelijk overschreden.
De invloed van de mens op de productie van reactief stikstof heeft gevolgen voor het klimaat. Direct doordat het leidt tot de productie van lachgas (N2O), een broeikasgas met een ongeveer driehonderd keer sterker effect dan het broeikasgas koolstofdioxide.
Stikstof is uitermate belangrijk voor planten in het algemeen en voor landbouwgewassen in het bijzonder. Stikstof (N) bevordert de groei van de plant en de fotosynthese. Het is een essentieel bouwelement voor eiwitten en DNA. Een stikstofgebrek of -overmaat heeft vaak gevolgen voor de kwaliteit van het gewas.
De stikstofverbindingen veroorzaken smog en fijnstof. Daardoor kunnen gezondheidsproblemen ontstaan, zoals astma. Stikstof is waarschijnlijk de reden dat 8000 kinderen in Nederland astma hebben.
Stikstof is een scheikundig element en CO2 een scheikundige verbinding. Een chemisch element is niet meer splitsbaar. Dat is anders met CO2, wat een verbinding is van het element koolstof (de letter C) met twee elementen zuurstof (de letter O).
Stikstofoxiden. De luchtvaart stootte bijna 30 miljoen kilo stikstofoxiden uit in 2020. De bijdrage van de luchtvaart aan de totale stikstofoxide-uitstoot door de Nederlandse economie was in 2020 rond de 8 procent.
Bij het rijden op benzine komt per kilometer 21 gram stikstofdioxide in de lucht. Bij het rijden op diesel is dat 365 gram per kilometer. Ook nieuwe auto's die op diesel rijden, stoten meer stikstofdioxide uit dan elektrische auto's, en ook meer dan auto's die op benzine rijden.
Koeien zijn de grootste stikstofproducenten. Zodra hun plas en mest samenkomt ontstaat ammoniak en dit is een vorm van stikstof. Sinds 2020 zijn boeren verplicht om minder krachtvoer met eiwitten aan hun koeien te voeren. Daardoor produceren die koeien minder ammoniak en dus stikstof.
Stikstofgebrek kan ontstaan door het onderwerken van stro en houtsnippers omdat voor de afbraak van deze stoffen, de bacteriën stikstof onttrekken aan de bodem. Compost en dierlijke mest, bloedmeel en hoornmeel zijn natuurlijke bronnen van stikstof. Bloedmeel en hoornmeel zijn verkrijgbaar in poedervorm.
Waar komt de meeste stikstof vandaan? Twee derde van de stikstofdepositie wordt in Nederland zelf veroorzaakt, aldus schattingen van het RIVM: met name door landbouw, verkeer en industrie. Van die sectoren draagt de landbouw verreweg het meeste bij aan de hoeveelheid stikstof in de natuur.
Ook in België boze boeren
Ook België heeft een grote landbouwsector in relatief klein grondgebied. "Waar wij nog een heel klein beetje ruimte hebben, is de grenswaarde in Vlaanderen echt 0,0", zegt De Vries. "Die mogen dus helemaal geen extra stikstof uitstoten rondom natuurgebieden."
De stikstofuitstoot naar de lucht bestaat voornamelijk uit ammoniak (NH3) en stikstofoxiden (NOx). In 2020 bestond de stikstofemissie naar de lucht uit 124 miljoen kilogram ammoniak (met name afkomstig uit de landbouw) en 177 miljoen NOx (vooral uit verkeer en industrie).
Natuurlijke natuur beschermt zich tegen verzuring
Bomen en planten hebben stikstof nodig om te groeien. Nu is het zo dat er te veel stikstof in de lucht zit. Dat is geen probleem want bomen en planten nemen dit op en zetten het om in zuurstof. Méér stikstof betekent snellere groei en ondergroei.
Daar komt bij dat stikstof de bodem verzuurt, waardoor belangrijke stoffen als calcium uit de bodem wegspoelen. Dat is een groot probleem voor bijvoorbeeld slakken, die calcium nodig hebben om hun huisjes te maken, maar ook voor vogels,. die kalk nodig hebben voor hun eierschalen en botten.
Vogelsoorten als de korhoen en de tapuit worden ernstig bedreigd, de duinpieper is al verdwenen en ook de boomleeuwerik lijdt volgens het WNF onder de stikstof. Sterke dalers onder de vlinders zijn de kleine heivlinder en het gentiaanblauwtje. Onder de reptielen gaat het slecht met de levendbarende hagedis.