Leerlingen die slagen voor het eindexamen HAVO moeten gemiddeld een 5,5 halen voor de centraal examens. Daarnaast mag je voor de kernvakken Nederlands, Engels en Wiskunde hooguit één keer een 5 halen. Ten slotte mag je hooguit voor 2 vakken een onvoldoende halen.
Vaak gelden er dan wel bepaalde toelatingsregels. Zo mag je zonder extra vak op sommige scholen alleen doorstromen naar het havo als je een positief advies hebt van vakdocenten. Of als je een gemiddeld cijfer van minimaal een 6,8 hebt voor de vakken Nederlands, Engels en Wiskunde.
Zoals je kunt zien, is het gemiddelde eindcijfer op de havo 6,49.
Je bent niet geslaagd wanneer je een 4,4 hebt voor Nederlands, een 8,2 voor Engels en een 9,0 voor Wiskunde. Je mag namelijk nooit lager dan een 4,5 (afgerond een 5) halen voor de kernvakken.
De toetsen hebben vragen op havo- én op atheneum-niveau. Je krijgt één cijfer voor de toets. Maak je alleen de havo-vragen goed, dan kun je een 6 à 7 scoren. Maak je ook de vragen op atheneum-niveau goed, dan kun je een 7,5 of hoger scoren.
Voor de examens havo gelden de volgende eisen: Het gemiddelde van je centrale examencijfers moet een 5,5 of hoger zijn. Met een gemiddelde van 5,49 (CE) of lager ben je dus gezakt. Je hebt één 4 en al je andere eindcijfers zijn een 6 of hoger, waarvan er minstens één 7 of hoger is.
Om geslaagd te zijn voor havo of vwo moet je aan alle van de volgende eisen voldoen: Je hebt voor je centrale eindexamens gemiddeld een 5,5 of hoger behaald. Je hebt maximaal één 5 als eindcijfer voor de kernvakken (wiskunde, Nederlands en Engels). Deze eis wordt ook wel de kernvakkenregel genoemd.
Het gemiddeld centraal examencijfer moet onafgerond een 5,5 of hoger zijn (vanaf 1 augustus 2011). Voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde mag maximaal één 5 als eindcijfer behaald worden op havo en vwo. Voor leerlingen die geen wiskunde in hun vakkenpakket hebben, is een schoolexamen rekenen verplicht.
Je slaagt voor het eindexamen havo wanneer je gemiddeld een voldoende haalt voor alle vakken van het centraal examen. Ook mag je maximaal één 5 als eindcijfer halen voor een van de kernvakken. Daarnaast mag je voor maximaal 2 vakken een onvoldoende als eindcijfer hebben.
Voor het berekenen van het combinatiecijfer worden de op de cijferlijst vermelde afgeronde eindcijfers (bestaande uit gehele getallen) gemiddeld. Vervolgens wordt het gemiddelde weer afgerond op het nabij liggende gehele getal: 5,5 wordt dus een 6 en 5,45 een 5.
Vooral de vierde klas havo staat al jaren als probleemklas bekend. Daar blijven de meeste leerlingen zitten. Onderzoeken hiernaar hebben nooit keiharde oorzaken aangewezen, maar in de onderwijswereld worden wel steeds dezelfde verklaringen genoemd.
In schooljaar 2023/2024 is het slagingspercentage van alle examenleerlingen in het reguliere voortgezet onderwijs gestegen naar 91,4%. Dat blijkt uit de examenmonitor van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) die staatssecretaris Mariëlle Paul (Funderend Onderwijs en Emancipatie) vandaag aan de Tweede Kamer stuurt.
Een 5 (of lager) geldt als onvoldoende, een 6 (of hoger) geldt als voldoende.
Slagen op de HAVO
Als je op de HAVO zit, dan slaag je wanneer je aan de volgende voorwaarden voldoet: Het gemiddelde van al je cijfers op het centraal examen is een 5,5 of hoger (voldoende). Je voldoet aan de kernvakkenregel.
Je mag voor één van de beroepsgerichte keuzevakken geen eindcijfer lager dan een 4 halen. Dit houdt in dat een 3 of lager als eindcijfer betekent dat je gezakt bent, ook al is het combinatiecijfer wel een 4 of hoger.
Leerlingen met een diploma vmbo-gl/tl met een extra vak hebben daarmee toegang tot de havo. Leerlingen met een havodiploma krijgen onvoorwaardelijk toegang tot het vwo. Scholen mogen geen andere eisen stellen aan doorstromende gediplomeerde leerlingen wat betreft kennis, vaardigheden of leerhouding.
Geen onvoldoendes in vakkengroep I, maximaal 1 x 5 in vakkengroep II op rapport 4. De overige cijfers dienen 6 of hoger te zijn. Bij de talen maximaal 1 x 6 en de overige cijfers 7 of hoger; Het gemiddelde van de afgeronde cijfers van de vakken in vakkengroep I op rapport 4 is minimaal 7,0.
1x een 7 geldt als één compensatiepunt; • 1x een 8 geldt als twee compensatiepunten; • 1x een 9 geldt als drie compensatiepunten; • 1x een 10 geldt als vier compensatiepunten; • De cijfers van de vakken in cluster 3 gelden niet als compensatiecijfer.
Er mogen niet meer dan drie vijven (555) of één vijf en één vier (54) of één drie (3) voorkomen. Bij dit aantal onvoldoendes met compensatie wordt een leerling altijd besproken. Voor de vakken onder 2.) moet de procesgang voldoende zijn.
Geen enkel eindcijfer is lager dan een 6. Het combinatiecijfer mag niet lager zijn dan een 6, maar hier geldt dat de individuele cijfers voor de samenstellende vakken wel lager dan een 6 mogen zijn.
Het slagingspercentage van scholieren die havo eindexamen doen is landelijk ongeveer 88,2%. Dit slagingspercentage verschilt nog per profiel. Er zijn namelijk vier profielen die je kunt kiezen op de havo: economie & maatschappij (E&M), cultuur & maatschappij (C&M), natuur & techniek (N&T) en natuur & gezondheid (N&G).
Leerlingen in groep 8 krijgen het schooladvies voor de middelbare school. De school brengt eerst een voorlopig advies uit. Vervolgens maken de leerlingen de doorstroomtoets.
De eisen voor havo/vwo
Gemiddeld moeten alle resultaten van je centraal examen minimaal een voldoende zijn. Dit wordt de 5,5-regel genoemd. Zijn al je eindcijfers een 6 of hoger, dan ben je sowieso geslaagd. Als je één 5 hebt en de rest is 6 of hoger, dan ben je ook geslaagd.
Naar havo 3: Een gemiddelde van minimaal 6,0; Maximaal twee onvoldoendes: tweemaal 5; of eenmaal 5 en eenmaal 4;Hooguit één onvoldoende, die niet lager is dan een 5, bij de kernvakken.