Benader de egel rustig, pak hem met handschoenen aan of bedek hem met een handdoek. Plaats hem in een kartonnen doos met gaten of een transportkooi, op kranten in een handdoek. Het dier moet opgewarmd worden om het risico op onderkoeling te vermijden.
Naast regenwormen, kevers, slakken en spinnen eet een egel kadavers van vogeltjes en als het de kans krijgt jonge muizen. Ook fruit en zachte zaden worden graag gegeten. Egels leven vooral in struikgewas, in dichtbegroeide tuinen en parken, maar ook bij houtwallen en ongemaaide slootkanten.
Zet planten en struiken in je tuin die van hier komen, inheemse soorten dus. Daar leven veel meer insecten op en dat is weer voedsel voor egels. In een natuurlijke tuin met veel onderbegroeiing en rommelhoekjes vinden egels beschutting en veel voedsel! Laat gevallen blad gewoon tussen alle andere planten liggen.
De egel heeft voor de mens een hoge aaibaarheidsfactor. Toch houdt het dier niet van aanrakingen. Dan trekt het zijn snuit in en verandert in een 'hondsegel'.
De egel is een heel leuk en bijzonder diertje waar geen kwaad in zit. De egel herken je aan zijn bruine wildkleur en zijn stekels. Met zijn stekels beschermt de egel zichzelf tegen vijanden. Als er gevaar dreigt rolt hij zich namelijk op.
Let op: egels kunnen bijten. Plaats de egel in een hoge kartonnen doos, kist of kattenmandje.
Egels scharrelen graag door tuinen op zoek naar eten. Ze eten hun buikjes rond, want vanaf eind oktober tot april houdt de egel zijn winterslaap. Ze overwinteren in een nest gemaakt van bladeren, gras, mos en houtjes of tussen blokken hout in een schuurtje.
De dag brengen egels door verstopt in een nest van bladeren of op een andere donkere plek. In de winter houden ze een winterslaap. In ons land is dat van eind oktober tot eind maart of begin april. Sommige egels slapen het hele stuk door, terwijl andere egels in december af en toe de winterslaap onderbreken.
Ze vermijden vochtige gebieden en naaldbossen zonder onder begroeiing, egels hebben een hekel aan nattigheid en prefereren droge schuilplaatsen.
Je kunt een egel wel een schoteltje of een (ondiep) kommetje water geven. Maar let wel: een egel is een beschermd dier, dus officieel mag je hem niet verstoren of voeren. Is de egel écht in nood, neem dan contact op met een egelopvang.
Pak je egel voorzichtig op door een hand onder zijn buik te schuiven en hem op te tillen. Je kunt je egel dan in je handen vasthouden of gaan zitten en hem in je schoot laten zitten. Probeer je egel elke dag ten minste 30 minuten vast te houden terwijl je hem aan het temmen bent.
Het is een nachtdier dat niet zo goed kan zien, maar wel goed kan horen en ruiken. Egels zwerven 's nachts rond en leggen daarbij zo'n 3 á 5 kilometer af. Ze kunnen goed zwemmen en klimmen.
In opgerolde toestand staan de stekels in alle richtingen, dankzij kleine huidspiertjes aan de uiteinden van de stekels. De egel is dan alleen kwetsbaar aan de opening aan de onderzijde, die echter bijzonder klein is en slechts weinig dieren kunnen hem daar aanvallen zonder geprikt te worden.
Egels die voor het invallen van de winter geen 600 tot 700 gram wegen, hebben onvoldoende vetreserves om de winterslaap goed te doorstaan. Een gezonde egel herkent u aan een goede natuurlijke verdedigingsreactie: hij rolt zich op tot een bal waarbij zijn stekels rechtop naar buiten staan.
We letten daarbij altijd op hoe de omgeving eruit ziet; niet langs een autoweg, goed beschut, mogelijkheid tot foerageren en bij een vijver de kans om op de oever te klimmen. Heerlijk in de vrije natuur. Egels kunnen ook in tuinen worden vrijgelaten mits ze voldoen aan een bepaalde voorwaarden.
Simpelweg kattenvoer (droog of nat) en een schaaltje water volstaat. Geef nooit melk! Egels zijn niet in staat dit te verwerken en kunnen hier ernstige diarree van krijgen. Wees ook voorzichtig met kattenmelk, pindakaas, pinda's en rozijnen.
Zeven- tot achtduizend stekels beschermen de egel tegen hun vijanden: dassen, vossen, honden en roofvogels. Toch zitten stekels soms ook in de weg. Bij de paring leggen vrouwtjes de stekels plat.
Egels kunnen zwemmen, maar tegen steile kanten kunnen zij niet op klimmen.
Bessen, paddenstoelen en vruchten zoals appels zijn een lekkernij voor de egels in je tuin. Je doet er zeker niets mis mee om enkele van deze vruchten te voorzien in een ondiep schaaltje (al dan niet in stukjes gesneden). Een echte lekkernij zijn vooral de schillen van de vruchten.
Zet het huis op een donkere, beschutte en rustige plek in de struiken, ver van menselijke activiteit. Ook is het belangrijk dat de ingang van het egelhuis uit de wind staat. Leg af en toe wat blad of stro in de buurt van het huisje, zodat de egels hun nest weer kunnen aanvullen.
Ons advies is dan ook om voornamelijk kattenbrokjes en vers water te geven. De samenstelling van de kattenbrokjes dient een hoog percentage aan vlees te bevatten, hoe hoger het percentage, hoe beter het voor de egels is. – Als extraatje of als er jonge egels zijn, kan nat voer voor katten aangeboden worden.
“Na autopsie is gebleken dat deze egels een zeer besmettelijke infectie met Corynebacterium ulcerans, een aan corynebacterium verwante kiem, hebben afgelopen.” Het zijn de toxinen van deze bacterie die de huid kunnen beschadigen en kroep of difterie kunnen veroorzaken.
Iedere gezonde egel kan wel een paar vlooien hebben maar die zijn niet storend. Een gezonde egel kuiert na de schemering tot in de vroege ochtend rond op zoek naar insecten, slakken en wormen. Een gezonde egel rolt zich stevig op en zet zijn stekels overeind bij aanraking of rent snel weg bij gevaar.