Naast verdwaalde vleermuizen kun je de diertjes ook in jouw woning krijgen als gevolg van een kraamkolonie. Zo'n kraamkolonie wordt gevormd door een groep vrouwtjesvleermuizen, vaak in april, mei of juni. In deze kolonie worden zij zwanger en baren ze een jong. Zij zogen het jong net zolang tot deze mee kan vliegen.
Wanneer het gaat over de verspreiding van levensbedreigende virusinfecties, wordt geregeld in de richting van de vleermuizen gekeken. Maar zolang mensen hen niet opeten of met blote handen aanraken, valt er niets te vrezen.
Een vleermuis in huis vangen.
Is de vleermuis ergens geland, zet er een doorzichtige pot rustig overheen en schuif een stuk papier/karton tussen pot en object zo zorg je dat de vleermuis veilig in de pot blijft zitten. Je kan de vleermuis nu rustig naar buiten op een donkere plaats zetten.
Bel dan de dierenambulance (telefoonnummer 0900-0245). Als een vleermuis u heeft gebeten, gekrabd of gelikt, bel dan direct je huisarts. Als de vleermuis niet wegvliegt, bel dan ook de NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) (telefoonnummer 0900-0388).
Het kan gebeuren dat ze zo soms rakelings langs je heen scheren. Hun sonar heeft hen echter al lang laten weten dat jij geen smakelijk insect bent maar een groot, te mijden voorwerp. In je haren vliegen - en erin verstrikt raken - doen ze dus niet.
Vleermuizen vliegen in uw haren. Dit klopt niet, in tegenstelling tot wat veel mensen denken. Soms lijkt het alsof ze recht op u af vliegen, maar dit doen zij alleen om uw exacte locatie te vinden zodat ze juist niet tegen u aanvliegen. De dieren proberen juist aanvaringen met mensen te vermijden.
Vleermuizen mijden daglicht en jagen daarom 's nachts op insecten. Ze hebben daarbij weinig concurrentie van andere diersoorten, en de duisternis zorgt ervoor dat roofdieren hen niet zien. Tenminste, als kunstlicht het donker niet verstoort.
Overdag slapen vleermuizen hangend op hun kop of weggekropen op plekken waar ze moeilijk te bereiken zijn voor hun vijanden (roofvogels, uilen, katten, marters). Ze zitten op warme, droge, donkere plekken. Bijvoorbeeld in een spouwmuur, onder dakpan- nen van een modern gebouw of in een boomholte.
Stinkende uitwerpselen van vleermuizen
De stank van de uitwerpselen van vleermuizen wordt vaak vergeleken met de geur van rottend knoflook. Maar in combinatie met de urine van ratten, zal de ammoniaklucht van de urine overheersen.
Zijn ze gevaarlijk? Over het algemeen zorgt een vleermuis niet voor overlast. In dat geval is het beestje voor mensen ook niet gevaarlijk. Vleermuizen richten zich dan uitsluitend tot het vangen van muggen en andere insecten.
Meestal is dat op de muur of in de gordijnen. Als de vleermuis daar vrij hangt (u ziet de vleermuis) wacht dan 10-15 minuten tot de vleermuis tot rust is gekomen. Probeer niet de vleermuis met je handen te pakken, maar zet er rustig een doosje of potje overheen.
Als je gekrabd of gebeten wordt door een vleermuis, moet je de wond langdurig wassen onder stromend water. Daarna moet je zo snel mogelijk medische hulp zoeken. Je krijgt dan, afhankelijk van de wond, vaccinaties en/of antistoffen toegediend. De antistoffen zijn niet verkrijgbaar bij de apotheek.
Het zijn insecteneters en hun gebit is niet geschikt om te knagen. Zij maken ook geen nest. Wel kunnen hun uitwerpselen voor vervuiling zorgen en kan het in-en uitvliegen voor geluidsoverlast zorgen. Als een vleermuis per ongeluk in een woning terecht komt helpt het meestal een raam of een deur open te zetten.
Vleermuizen poepjes zijn gemakkelijk te herkennen. Ze hebben ongeveer het formaat van muizenkeutels. Omdat vleermuizen veelal onder een dakbeschot of andere hoge plek kruipen blijven de uitwerpselen op de muur geplakt. Ook kunt u op het dak keutels vinden.
Om in het donker op insecten te kunnen jagen, maken vleermuizen slim gebruik van echolocatie: ze maken met hun stembanden korte piepjes en luisteren of deze terugkaatsen (echoën) van objecten en insecten in de ruimte om hen heen.
Verblijfplaatsen van vleermuizen
Sommige soorten geven de voorkeur aan boomholtes, terwijl andere soorten zolders verkiezen. De gewone dwergvleermuis, een typische huisbewoner, verblijft onder meer in spouwmuren, in rolluikkasten, onder dakpannen en achter houten planken. Die maakt geen nesten of knaagt nergens aan.
Als er echt te weinig te eten is (en dat is met de kou van dit moment wel te verwachten) is het voor vleermuizen niet zinvol om rond te blijven vliegen als dat meer energie kost dan ze bij kunnen eten. Dan gaan ze terug naar hun verblijfplaats en gaan soms dagenlang in lethargie.
Ze zoeken naar muggen, nachtvlinders, torren en vliegen. Midden in de nacht jagen kan lastig zijn. Daarom gebruiken vleermuizen een sonar om in het donker hun prooi te vinden. Dat is een soort echo van hun eigen geluid.
Daarnaast is de kleur van verlichting van belang; vleermuizen zijn bijvoorbeeld ongevoelig voor oranje/rode verlichting en zijn, met uitzondering van de niet in Nederland voorkomende vampiervleermuizen, niet in staat infrarood waar te nemen.
Mensen kunnen slechts geluiden tot 20 kHz horen, dus voor de meeste mensen zijn vleermuizen niet hoorbaar. Met behulp van een ultrasoonontvanger, een zogenaamde batdetector, zijn de geluiden van vleermuizen voor mensen hoorbaar te maken.
Vleermuizen veroorzaken overlast: ze zijn vies en ze stinken
Ook dit is een fabel. Vleermuizen maken nauwelijks geluid, stinken niet vanwege hun zeer droge ontlasting en vormen geen plaag, omdat zij vaak verhuizen en slecht één jong per jaar krijgen.
Een jachtplaats kan als zodanig worden herkend als daar gedurende langere tijd (minimaal enkele minuten) één of meerdere vleermuizen rondjes vliegen. Het kondigt dus de jacht aan en aangezien vleermuizen gebruik maken van echolocatie zal het vliegen in rondjes ze helpen te oriënteren.