De taalontwikkeling van een 5 jarige:
Hij begrijpt tegenstellingen, zoals groot en klein, op en neer, ja en nee (hoewel hij daar nog wat moeite mee lijkt te hebben, maar dat kan nog wel tot zijn 18e duren.) Hij heeft een woordenschat van 500 tot 3000 woorden. Deze heeft hij vaak voor het ontbijt al uitgesproken.
Je kleuter kan kleine taken in het huishouden uitvoeren om jou te helpen: de tafel afruimen, zichzelf aan- en uitkleden en de was in de wasmand stoppen. Ook is het goed om hem te leren zelf zijn speelgoed op te ruimen voordat hij weer aan iets nieuws begint.
kindje tellen en rekenen
Zo rond een jaar of 2 kan je kindje vaak wel al cijfers opzeggen, en misschien ook wel in de juiste volgorde, maar begrip en inzicht in getallen en dus "echt" kunnen tellen komt vaak pas later.
Officieel leert je kind pas in groep 3 van het basisonderwijs letters herkennen en woordjes lezen. Toch hoef je er niet raar van op te kijken als een peuter enthousiast de eerste letter van zijn naam aanwijst, of wanneer een kleuter met onregelmatige letters zijn naam onder een tekening zet.
6 tot 10 jaar. Wanneer je kind naar groep 3 gaat kent het de dagen van de week en soms ook de verschillende maanden. In groep 3 en 4 groeit het tijdsbesef verder en leert je kind klokkijken. Eerst leert het hele en halve uren herkennen en benoemen.
Je kind van 5 jaar kan:
tellen tot 20 en terug. de cijfers 1 t/m 10 herkennen. besef hebben van de begrippen meer – minder, veel – weinig, erbij – eraf, groter – kleiner, dikste – dunste, voor – naast –op en hoeveelheden t/m 12 vergelijken en ordenen (meer, minder, verschil, alles) en schatten.
De meeste kinderen starten met het herkennen en benoemen van kleuren als ze twee, drie jaar zijn. Aan het begin van groep 1 kennen de meeste kinderen de primaire kleuren rood, geel en blauw. Veel kleuters hebben ook al een lievelingskleur. Bij kleine meisjes is dat vaak roze.
“Motorisch zijn de meeste kleuters nog niet zodanig ver ontwikkeld dat ze al kunnen schrijven. Toch merk ik in de praktijk dat er toch al (aardig wat) schrijfdoelen worden gesteld aan kinderen. Deze doelen komen meestal voort uit het creëren van een soepele overgang tussen groep 2 en 3.
Kenmerkend speelgoed voor een kind van 5 of 6 jaar is puzzelen, knutselen, bouwen en constructie, educatief speelgoed met belang voor cijfers en letters en speelgoed waarbij ze hun fantasie kunnen verbreden. Denk hierbij aan speelgoedwinkeltjes, houten keukentjes, poppenkast en verkleedkleding.
Hoeveel kilogram? Meisjes van vijf jaar met een lengte van ongeveer 112 cm wegen gemiddeld 18 kg, met een minimum van ongeveer 16 kg en een maximum van 22 kg. Jongens van vijf jaar met een lengte van ongeveer 113 cm wegen gemiddeld 19 kg, met een minimum van 17 kg en een maximum van 23 kg.
We spreken van gedragsproblemen als: een kind zich dwars en opstandig gedraagt, gauw geprikkeld is en driftig wordt, anderen ergert, antisociaal gedrag vertoont (zoals liegen of stelen) of zich agressief gedraagt. het kind, de ouders of de omgeving er nadelige gevolgen van ondervinden.
Hij snapt nog niet alles wat er om hem heen gebeurt en kan 'waarom'-vragen stellen. Je kind verzint zijn eigen oplossingen, met nog veel denkfouten. Je kind kan zich steeds beter houden aan regels. Op school leert je kind zich gedragen in een groep en moet hij bijvoorbeeld wachten op zijn beurt en de ander helpen.
Wat is de peuterpuberteit? In de periode dat je kindje tussen de 1 en 4 jaar oud is, krijgen ouders te maken met de peuterpuberteit van hun kleine spruit. Hij ontdekt zijn eigen 'ik' en gebruikt deze fase dan ook om dit duidelijk te maken. Grote kans dat hij constant met jou de strijd aangaat.
Slimme peuters/kleuters zijn nieuwsgierig, onderzoekend, kunnen goed onthouden, kunnen lastige denkproblemen aan. Ze zijn snel van begrip en stellen veel vragen. Slimme peuters houden van uitdagingen, kunnen reflecteren, hebben creatieve oplossingen en hebben leiderschapskwaliteiten.
Bij peuters is de ontwikkelingsvoorsprong al iets duidelijker te herkennen. Zo is een hoogbegaafde peuter zeer ondernemend, motorisch erg vaardig en zelfstandig. Daarnaast hebben ze een goede ruimtelijke oriëntatie en ontwikkelen ze snel het begrip voor bijvoorbeeld kleuren, cijfers en hoeveelheden.
Op de meeste basisscholen leren kinderen letters schrijven vanaf groep 3, terwijl er in groep 1 en 2 al veel voorbereidend schrijfonderwijs plaatsvindt. Leren schrijven is een kwestie van goed oefenen, waarbij de leerkracht let op hoe je kind de pen vasthoudt.
6-9 jaar. Op deze leeftijd zijn veel kinderen dol op voetbal, fietsen, skaten, verstoppertje spelen et cetera. Ze willen vooral motorische grenzen verleggen.
Een vierjarige moet een koppoter – een lopend hoofd – kunnen tekenen, maar nog geen lijf. Een vijfjarige moet een vierkant kunnen tekenen en een mens met een hoofd met ogen en mond. Hij moet ook een lijf en – niet complete – ledematen kunnen tekenen.
In het eerste leerjaar leren de kinderen simpele woorden lezen en schrijven. Ze leren gemakkelijke wiskundige oefeningetjes oplossen en tellen. Voor het basisonderwijs legt de overheid geen lessenroosters vast. Scholen in Vlaanderen hebben een zekere autonomie.
De voorbereiding op leren lezen en schrijven gebeurt in groep een en twee. In groep drie leert je kind eerst om letters te herkennen, en daarna om woordjes en eenvoudige zinnen te lezen. Kinderen leren lezen tussen vijf en acht jaar.