In principe is het de moeder die de kinderbijslag ontvangt. Wanneer de (al dan niet gehuwde) ouders uit elkaar gaan, gaan we nog steeds uit van gedeeld ouderlijk gezag over het minderjarig kind.En dus blijft de moeder de kinderbijslag ontvangen.
De ouder bij wie het kind woont krijgt de kinderbijslag. Woont uw kind om beurten bij u en uw ex-partner? Dan heeft u misschien co-ouderschap .
Wordt een kind niet door zijn of haar ouders, maar door iemand anders opgevoed? Dan ontvangt die persoon ook de kinderbijslag. Dat kan een pleegouder zijn, maar net zo goed een tante of een grootouder. Staat een jongere al helemaal op eigen benen, dan kan die vanaf 16 jaar zelf de kinderbijslag ontvangen.
De ouder in wiens huishouden het kind woont heeft recht op kinderbijslag. Als de andere ouder het kind ook onderhoudt, bijvoorbeeld door alimentatie te betalen, heeft ook deze ouder ook recht op kinderbijslag.
De Sociale Verzekeringsbank (SVB) voert de kinderbijslag uit. Volgens de SVB hoort het kind bij co-ouderschap bij de huishoudens van beide ouders. Zowel jij als je ex-partner heeft dus recht op de helft van de kinderbijslag. De SVB betaalt de kinderbijslag het liefst uit aan één ouder.
Het kindgebonden budget is een bijdrage voor ouders van kinderen tot 18 jaar. Je hebt hier tot een bepaald inkomen recht op. Het maakt niet uit of het gaat om je eigen kind, een stiefkind of een pleeg- of adoptiekind.
Kinderbijslag verdelen
Bij co-ouderschap wordt de kinderbijslag standaard verdeeld tussen jullie, tenzij jullie samen afspreken dat de kinderbijslag aan één van jullie toekomt. Als jullie de kinderbijslag willen verdelen, hoeven jullie dit niet aan te vragen bij de De Sociale Verzekeringsbank (SVB).
Heb je namelijk geen afspraken gemaakt over schoolkosten, dan vallen deze kosten onder de alimentatie. Dit betekent dat degene die de alimentatie ontvangt de schoolkosten moet betalen. De andere ouder is verder niet verplicht om hier iets in bij te dragen. Bij studerende kinderen kan dit er behoorlijk inhakken.
Kort samengevat: voor gescheiden ouders (of ouders die gezamenlijk gezag over een kind hebben) bestaat in principe geen maximumafstand om uit elkaar te gaan wonen. Het hangt af van alle omstandigheden van het geval en de betrokken belangen.
De Belastingdienst betaalt het kindgebonden budget maar aan één ouder en dat is degene die de (hoofd)aanvrager is van de kinderbijslag. Wie dat is, bepaalt u met uw ex-partner. Degene die het laagste inkomen heeft, krijgt meestal een hoger kindgebonden budget.
Met de kinderbijslag betaald de overheid mee aan de kosten van de opvoeding. Iedereen mag dus zelf weten wat ze met het geld doen. Veel gezinnen zetten de kinderbijslag op hun eigen spaarrekening. Sommige geven alles uit aan kinderkleding nog voordat de kinderbijslag gestort is #langleveafterpay.
De vader kan de kinderbijslag opeisen voor zijn minderjarige kinderen die bij hem gedomicilieerd zijn. de kinderen moeten bij hem gedomicilieerd zijn (= ingeschreven in de bevolkingsregisters op zijn adres); hij moet de kinderbijslag schriftelijk opeisen (brief, mail,.....)
In principe is het de moeder die de kinderbijslag ontvangt. Wanneer de (al dan niet gehuwde) ouders uit elkaar gaan, gaan we nog steeds uit van gedeeld ouderlijk gezag over het minderjarig kind. En dus blijft de moeder de kinderbijslag ontvangen.
Bij co-ouderschap wordt uitgegaan van een gelijke verdeling van de dagen dat de kinderen bij de ene of bij de andere ouder zijn. Ook wanneer de verdeling niet helemaal 50/50 is (bijvoorbeeld 60/40) wordt er nog gesproken over co-ouderschap.
Zijn jullie inkomens gelijk en is de omgangsregeling echt 50/50 verdeeld, dan hoeft er geen alimentatie betaald te worden. Is er wel een verschil tussen de inkomen, dan zal er wel een alimentatiebedrag afgesproken moeten worden. Dit geldt ook als de kinderen meer bij de ene ouder zijn dan bij de ander.
Wij maken uw kinderbijslag in euro's over naar de Citibank. Daarvandaan wordt het overgemaakt naar uw bank. De kosten hiervoor verschillen per land. Deze zijn maximaal € 0,48 per betaling.
Wanneer u er samen niet uitkomt en u vreest dat uw ex-partner de verhuizing alsnog doorzet, kunt u met behulp van een advocaat zelf een procedure starten bij de rechter. In die procedure verzoekt u de rechter vervolgens een verbod tot verhuizing op te leggen.
Als het kind meestal – meer dan 4 dagen per week – bij één van de ouders is, dan heeft het kind zijn woonplaats bij die ouder. Daar kan geen twijfel over bestaan. Het kind behoort dan tot het huishouden van de ouder waar hij de meeste tijd is. Als er een co-ouderschap is, kan er wel discussie zijn over de woonplaats.
Voor ouders die uit elkaar gaan, gelden volgens de wet regels over de verantwoordelijkheid voor de kinderen. Ouders blijven samen verantwoordelijk voor de zorg en de opvoeding. Het kind heeft recht op een relatie met beide ouders.
In een gemiddeld gezin met twee kinderen en een modaal inkomen kost een kind volgens het NIBUD per maand ongeveer € 400,-. Op basis van het TREMA-rapport komt de alimentatie dan per kind uit op € 140,- per maand. Meestal liggen de bedragen voor kinderalimentatie tussen € 100,- en € 500,- per kind per maand.
Minimale hoogte kinderalimentatie
Het minimum aan kinderalimentatie is 25 euro per kind per maand. Dit bedrag kan alleen worden toegepast als de betaler een minimum inkomen heeft.
De kosten voor ouders
Uitwonende studenten krijgen gemiddeld € 339 per maand van hun ouders en thuiswonende studenten € 109 per maand (bron: Nibud Studentenonderzoek 2021). Deze bedragen gelden naast de studiekosten die ouders eventueel ook voor hun studerende kind betalen.
Wie krijgt kinderbijslag? De kinderbijslag wordt uitgekeerd aan de bijslagtrekkende, de persoon die het kind opvoedt, meestal de moeder. Een jongere die alleen woont, wordt bijslagtrekkende voor zichzelf vanaf de eerste van de maand die volgt op de adreswijziging bij de gemeente.
De ouder bij wie het kind woont, moet van de kinderalimentatie vervolgens alle kosten betalen van het kind, waaronder dus ook de kosten voor kinderopvang.
Vroeger kon een kind waarvan de ouders gescheiden zijn op het adres van één ouder een “hoofdverblijf” hebben. Nu kan je een kind ook inschrijven op het adres van de andere ouder, waar het kind zijn hoofdverblijf dus niet heeft. Hierdoor is het kind op het adres van beide ouders ingeschreven.