Kreeg de overledene een ambtenarenpensioen? Dien uw aanvraag in binnen de 10 jaar na het overlijden:Vraag hier de begrafenisvergoeding aan. een akte van erfopvolging opgemaakt door een notaris.
Voor de huwelijkspartner van een overleden ambtenaar is dat meestal het geval. Met andere woorden: als u eerst overlijdt, behoudt uw man zijn eigen rustpensioen en kan hij daar bovenop een overlevingspensioen ontvangen op basis van uw pensioenrechten.
Indien u een gezinspensioen ontving, zal het bedrag van het overlevingspensioen 80% van dat gezinspensioen bedragen. Indien de overleden partner daarentegen een pensioen als alleenstaande ontving, dan is het bedrag van het overlevingspensioen is identiek aan het rustpensioen van de overleden echtgenoot.
Het nabestaandenpensioen is er om bij overlijden de achterblijvende partner of kind(eren) financieel te helpen. Het nabestaandenpensioen bestaat uit: Partnerpensioen bij overlijden voor de pensioendatum. Partnerpensioen bij overlijden na de pensioendatum.
Naar wie gaat je pensioen bij overlijden? Je opgebouwde pensioen gaat naar je erfgenamen. Wie die erfgenamen zijn, is afhankelijk van je persoonlijke situatie en of je een testament hebt.
Het bedrag van uw overlevingspensioen bedraagt 80 % van het rustpensioen aan het gezinsbedrag van uw overleden huwelijkspartner.
Een overlevingspensioen is een pensioen voor de nabestaanden na een overlijden. Het maakt niet uit of de overledene al gepensioneerd was of niet. We noemen het ook wel een weduwepensioen of weduwnaarspensioen.
In Nederland bestaat er een nabestaandenuitkering uit de Algemene nabestaandenwet (Anw). Het is een financiële ondersteuning vanuit de overheid na het overlijden van de partner (dit geldt ook voor wezen). De uitkering komt vanuit de Sociale Verzekeringsbank. De nabestaandenuitkering is een soort basisinkomen.
Het nabestaandenpensioen ontvangt u levenslang, maar kan wijzigen. Bijvoorbeeld als u opnieuw trouwt, een partnerschap registreert, of uw partner aanmeldt bij ABP. Uw nabestaandenpensioen kan ook wijzigen als u een Anw-uitkering ontvangt en gaat samenwonen voordat u de AOW-leeftijd bereikt.
Het overlevingspensioen voor die weduwen en weduwnaars jonger dan 45 jaar evolueert naar een tijdelijke overgangsuitkering: één jaar voor personen zonder kinderen, tot twee jaar voor personen met kinderen. Vandaag wordt dat overlevingspensioen nog levenslang uitgekeerd.
Alleen als u kinderen heeft die jonger dan 18 jaar zijn is de uitkering maximaal 90% van het minimumloon. De nabestaande partner krijgt straks nog maar 1 jaar een Anw-uitkering. Als de nabestaande partner geen recht heeft op een uitkering vanuit de Anw dan wordt dit Anw-hiaat of Anw-gat genoemd.
Nabestaandenuitkering stopt
In de volgende gevallen stopt uw nabestaandenuitkering: U bereikt de leeftijd waarop u een AOW-uitkering ontvangt. U hertrouwt, gaat een geregistreerd partnerschap aan of gaat samenwonen. Bij samenwonen is de beëindiging niet meteen definitief.
Het allereerste dat moet gebeuren, is het overlijden melden aan de huisarts, naasten, uitvaartverzorger en de gemeente waarin je dierbare is overleden. Als je de uitvaart bij ons regelt, doen wij aangifte van overlijden voor jou en regelen de Akte van Overlijden. Zodat jij je kunt richten op de uitvaart.
Als gehuwde gepensioneerde met een voltijds ambt krijgt u als waarborg zeker een basisminimumbedrag. Sinds 01.08.2022 krijgt u een bruto maandbedrag van 864,93 EUR.
De Federale Pensioendienst (FPD) stort het pensioen van werknemers en zelfstandigen. Hij betaalt ook het pensioen van contractuele ambtenaren en van de meeste benoemde ambtenaren uit.
In 2020 bedroeg het gemiddeld bruto rustpensioen van een ambtenaar met een zuivere ambtenarenloopbaan 2933,4 euro bruto. Van dat brutobedrag ontvangt de gemiddelde ambtenaar dus ongeveer 2/3e netto. 2933,4 euro bruto is een gemiddelde, niet iedereen heeft zo'n pensioen.
Partnerpensioen is het pensioen dat jouw partner ontvangt nadat jij bent overleden. Je kunt overlijden vóór je pensioendatum of erna. In beide gevallen kan er een partnerpensioen worden uitgekeerd. In sommige pensioenregelingen wordt het ook wel nabestaandenpensioen genoemd.
Alleen als de deelnemer tijdens zijn dienstverband overlijdt, is een nabestaandenpensioen verzekerd. Overlijdt de deelnemer na het dienstverband, tijdens een periode waarin hij bijvoorbeeld een WW-uitkering krijgt, dan is er geen nabestaandenpensioen meer verzekerd.
U en uw ex-partner hebben tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap samen pensioen opgebouwd. U heeft allebei recht op de helft van dat pensioen, maar kunt het ook anders verdelen. Geef uw scheiding op tijd door aan uw pensioenuitvoerder (pensioenfonds of verzekeraar).
De Algemene nabestaandenwet (Anw) geeft nabestaanden onder voorwaarden een basisuitkering. Iedere inwoner van Nederland is automatisch verzekerd voor de Anw.
Als iemand overlijdt, moet je dit melden aan de bank. Je kunt als nabestaande niet altijd zomaar de bankzaken regelen. Je moet eerst verschillende documenten opsturen om toegang te krijgen tot de rekening. Dit is vaak ook nodig als je de rekening bijvoorbeeld op 1 naam wilt zetten of wilt beëindigen.
Navraag doen bij banken
Soms is het na iemands overlijden niet duidelijk of en waar hij of zij een bankrekening had. Dan kan je via slapendetegoeden.nl in één keer navraag doen bij de grootste en bekendste Nederlandse banken. Alleen erfgenamen en executeurs kunnen die navraag doen.
Het werknemerspensioen van één van de echtgenoten kan worden verhoogd (vermenigvuldigd met 1,25) tot het gezinsbedrag, wanneer de som van de twee pensioenen, berekend als alleenstaande, niet voordeliger is. Deze berekening gebeurt altijd in het voordeel van het koppel.
Het basisbedrag van het minimumpensioen (1.532,82 of 1.915,42 euro) wordt daarvoor vermenigvuldigd met het aantal gewerkte jaren en gedeeld door 45 (elk kwartaal telt voor 0,25 jaar). Hoe langer je werkt, hoe hoger je pensioen. Er wordt slechts voor maximaal 45 loopbaanjaren een pensioen toegekend.
De hoogte van het nabestaandenpensioen
Het nabestaandenpensioen is meestal 70 procent van het te bereiken ouderdomspensioen. Ben je tussentijds één of meermalen van werkgever veranderd, dan bouw je over het algemeen geen volledig pensioen op.