De gangbare regel is dat u niet meer mag eten vanaf middernacht als uw operatie gepland is voor de volgende ochtend. Drinken van water, koffie en thee zonder melk, niet-koolzuurhoudende vloeistoffen en energiedranken, en ook fruitsap zonder pulp (bijv. appelsap) mag tot 2 uur vóór de start van de anesthesie.
Als voorbereiding op de anesthesie kunt u een injectie of een tabletje krijgen. Hiervan wordt u al wat slaperig. De verpleegkundige brengt u in uw bed naar de operatie afdeling. Daar ziet u de anesthesioloog en de anesthesiemedewerker.
Het is namelijk heel belangrijk dat u nuchter bent voor de operatie omdat narcose normale reflexen, zoals hoesten en slikken, onderdrukt. Ook uw spieren verslappen. Voedsel dat in de maag zit kan daardoor teruglopen in de keelholte en vervolgens in de longen komen. Dit is zeer gevaarlijk!
Kort na de operatie kunt u zich nog slaperig voelen en af en toe wegdommelen. Dat is heel normaal. Het duurt een dag voordat de narcose is uitgewerkt. Uw lichaam zal echter nog enkele dagen tot weken nodig hebben om helemaal te herstellen van de operatie.
Bij het bijkomen uit de anesthesie zien we soms onrust, labiele emoties en prikkelbaarheid. Dat is meestal goed op te vangen of te behandelen en is vaak van korte duur. Op de dag na de ingreep horen we nogal eens klachten van spierpijn, keelpijn, vermoeidheid, hoofdpijn of duizeligheid, naast natuurlijk napijn.
Ook angst voor de narcose komt veel voor. Tijdens de narcose wordt u nauwkeurig in de gaten gehouden door het anesthesieteam. Uw bloed(druk), hartritme, lichaamstemperatuur en de diepte van uw slaap worden voortdurend gecontroleerd. Het is dan ook erg zeldzaam dat er iets misgaat tijdens een narcose.
“Aan het begin van de narcose geven we altijd wat extra zuurstof, zodat we rustig de beademingsbuis kunnen inbrengen. Hetzelfde gebeurt aan het eind. Dan heeft de patiënt een buffertje bij het wakker worden.”
Beweging heeft veel voordelen en kan je herstel versnellen. Begin daarom de dag van je operatie goed, en zorg ervoor, als dat mogelijk is, dat je al voor de operatie wat beweging hebt gehad. Voor je herstel heb je voldoende spierkracht en een goede conditie nodig.
U mag 24 uur voor de operatie geen drugs gebruiken. U mag deze ochtend tot 7.00 uur een licht ontbijt (beschuit met boter en zoet beleg) en een kop thee. Daarna mag u niets meer eten en geen melk (producten), koolzuurhoudende dranken of alcohol drinken.
"Blijf wandelen, fietsen en sporten en probeer dit liefst zelfs wat meer te doen dan voorheen. Ga naar een sportschool. Of maak een afspraak met een fysiotherapeut voor een programma op maat; veel aanvullende verzekeringen vergoeden dit." Ook gezond eten is belangrijk als voorbereiding op een operatie.
Door de ingreep zult u minder en anders moeten gaan eten. U heeft minder honger en kunt minder eten, waardoor u gewicht verliest. Om ervoor te zorgen dat u op het juiste gewicht blijft, zult u uw levensstijl moeten aanpassen. Daarom combineren wij een operatie met een programma voor leefstijlverandering.
Moe. Veel patiënten voelen zich nog dagen en soms zelfs maanden na een grote ingreep moe. Als uw lichaam een grote wond heeft zorgen uw hersenen er voor dat u het wat rustiger aan gaat doen. Zo herstelt u sneller.
Bovendien kan hoesten na de operatie erg pijnlijk zijn. Ook hebben rokers een lichte koolmonoxidevergiftiging waardoor het bloed minder zuurstof kan opnemen. Voor de operatie krijgt u een operatiejasje aan. U krijgt een papieren onderbroek aan, in veel gevallen mag u ook uw eigen onderbroek aanhouden.
In de meeste gevallen zal deze misselijkheid vrij snel voorbij zijn (binnen de 2 uur), we geven je zo nodig een antibraakmiddel. In uitzonderlijke gevallen kan deze misselijkheid langdurig aanhouden (tot zelfs meer dan 1 dag), zelfs na behandeling met medicijnen.
In de eerste periode na de operatie kan het zijn dat u meer moeite heeft met het ophouden van de ontlasting omdat de sluitspier van uw anus langere tijd niet heeft gewerkt. Deze klachten kunnen zes weken tot drie maanden aanhouden en verdwijnen na verloop van tijd meestal spontaan.
Dit komt zelden voor, in minder dan een half procent van alle narcoses. De anesthesioloog bewaakt de diepte van de narcose en kan zo nodig bijsturen om te voorkomen dat iemand wakker wordt tijdens de operatie. Awareness wordt soms verward met dromen tijdens de narcose.
De apparatuur die je in slaap houdt kan slecht functioneren. De anesthesist heeft tijd nodig om uit te zoeken wat er mis loopt. Tijdens het oplossen van een probleem met het anesthesietoestel zou je kunnen wakker worden.
In dit flapje worden enkele niet-oplosbare hechtingen geplaatst. Onder dit flapje door kan het oogwater langzaam wegstromen waardoor de oogdruk lager wordt. Als de operatie klaar is, wordt het slijmvlies van het oog gesloten met oplosbare hechtingen en wordt uw oog afgeplakt.
Je geeft iemand anders de controle over je lichaam.” Maar de kans dat het mis gaat, is uiterst klein. Het risico op overlijden is bij 'normale' patiënten kleiner dan het risico dat je loopt als je aan het verkeer deelneemt.
Het operatieteam bestaat uit de operateur, de anesthesioloog, een anesthesiemedewerker en vaak twee operatieassistenten. Daarnaast kunnen er artsen in opleiding tot specialist en coassistenten bij uw operatie aanwezig zijn. Het is best koud op de operatiekamer, rond de 18 graden Celsius.
Ademhaling. Soms is het nodig om uw ademhaling tijdens de ingreep over te kunnen nemen. Daarom plaatsen we vaak voordat de operatie begint een beademingsbuis (plastic buisje) in uw keel.
Overlijden. De kans op overlijden is erg klein en hangt vooral samen met uw gezondheidstoestand en de eventuele complicaties tijdens de ingreep. Dit risico wordt geschat als 1 op 400.000 ingrepen.
Narcose kan een zware aanslag op de hersenen zijn. Jonge kinderen kunnen er hersenschade door oplopen, en menige bejaarde die met een gebroken heup in het ziekenhuis belandt, is bij het ontwaken uit de narcose langdurig, soms voorgoed, de weg kwijt.