De officier van justitie kan voor lichte strafbare feiten zelf een straf opleggen. Bij verdenking van het plegen van een ernstig misdrijf wordt de verdachte door de officier van justitie gedagvaard om zich voor de strafrechter te verantwoorden.
Ook de officier van justitie kan in hoger beroep gaan. Hij doet dat als hij het niet eens is met de uitspraak van de rechter.
De Officier van Justitie is een vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie (OM). Hij geeft leiding aan de politie bij het onderzoek naar een strafbaar feit en treedt op als aanklager in een strafzaak. Een rechter-commissaris is een rechter die toezicht houdt op strafrechtelijke onderzoeken door dat OM.
De landelijke leiding van het OM berust bij het College van procureurs-generaal(het College) in Den Haag. De minister van Justitie en Veiligheid is politiek verantwoordelijk voor het OM. Hij bepaalt samen met het College de prioriteiten in de opsporing en vervolging.
Salaris en Arbeidsvoorwaarden Officier van Justitie
Als Officier van Justitie in enkelvoudige zittingen verdien je tussen de €4540 en €5802 bruto per maand. Als Officier van Justitie verdien je ongeveer tussen de €5180 en €6282 bruto per maand. Dit is wel afhankelijk van je ervaring.
Hoewel het OM onder de verantwoordelijkheid van de minister van Veiligheid en Justitie valt, vervullen officieren van justitie individueel een onafhankelijke rol bij hun werkzaamheden in rechtszaken. Er geldt één uitzondering: de minister kan de officier van justitie een aanwijzing geven om te vervolgen.
De officier van justitie geeft informatie over spreekrecht en de mogelijkheden om een schadevergoeding te eisen van de verdachte. Je kunt ook zelf vragen stellen aan de officier van justitie. Bijvoorbeeld over het onderzoek van de politie en het dossier van je strafzaak.
Soms besluit de officier van justitie niet te vervolgen. Zo'n beslissing noemen we een sepot. De officier seponeert als hij te weinig bewijs heeft om tot een veroordeling te kunnen komen, of als de verdachte onbekend blijft.
De officier van justitie mag zelf beslissen of hij een verdachte zal vervolgen of niet. Dit wordt het 'opportuniteitsbeginsel' genoemd. Er zijn juristen die van mening zijn dat het opportuniteitsbeginsel inhoudt dat het openbaar ministerie moet vervolgen, tenzij er redenen van algemeen belang zijn om dat niet te doen.
Ten eerste moet een onafhankelijke rechter – of in het geval van zware criminaliteit een volksjury in het Hof van Assisen – beslissen over schuld of onschuld. Het openbaar ministerie, die de Staat vertegenwoordigt, en de verdachte krijgen allebei de kans om met bewijsmateriaal schuld of onschuld te doen bewijzen.
Tot slot bestaat ook nog het politiesepot. Dit betekent dat de politie zelf een zaak seponeert, zonder dat de zaak naar justitie wordt gezonden. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer de belangen klein zijn of wanneer er geen opsporingsindicatie is.
Bewijsregels. In hoofdlijnen en vrij vertaald gelden de volgende bewijsregels binnen het strafrecht; Voor een bewezenverklaring zijn slechts twee bewijsmiddelen nodig. Dit noemen we ook wel het strafrechtelijk bewijsminimum.
Een verdachte vier jaar laten wachten op de behandeling van zijn zaak is in strijd met artikel 6 van het Europese verdrag voor de rechten van de mens. Daarin wordt iedere burger een eerlijk proces gegarandeerd.
De belangrijkste straffen zijn een boete, een taakstraf en gevangenisstraf. De rechter kan ook maatregelen opleggen. Daaronder valt bijvoorbeeld ontneming van geld dat door het misdrijf is verkregen, het betalen van schadevergoeding of – de meest ingrijpende – tbs.
U bent verdachte tot het tegendeel bewezen is
Als verdachte bent u nog geen dader. Want in Nederland bent u onschuldig totdat: een strafrechter u in zijn uitspraak schuldig verklaart. de officier van justitie u via een strafbeschikking schuldig verklaart.
Dat de officier van justitie bij de start van een strafrechtelijk onderzoek onpartijdig is, en dus belastende feiten én ontlastende feiten in het strafdossier opneemt. Er is geen plek voor vooroordelen, vooringenomenheid en voorkeuren.
Rechters kunnen door de Hoge Raad worden geschorst of ontslagen. Aan een rechter kan ook een disciplinaire maatregel worden opgelegd, bijvoorbeeld als hij/zij zich gedraagt op een manier waardoor het vertrouwen in de rechtspraak ernstig wordt geschaad.
Zij kunnen alleen worden ontslagen op eigen verzoek, wegens het bereiken van een bepaalde leeftijd of, in de gevallen bij wet bepaald, door een gerecht, dat door de wet is aangewezen en dat tot de rechterlijke macht behoort.
Meestal begint een strafzaak bij de politie. De politie komt op het spoor van een strafbaar feit, of iemand doet aangifte. Onder leiding van een officier van justitie start een opsporingsonderzoek. De politie gaat op zoek naar de verdachte en verzamelt bewijs, bijvoorbeeld door getuigen te verhoren.
De officier van justitie wordt door de politie gebeld als er een misdrijf gepleegd is. De officier van justitie moet toestemming geven om een verdachte aan te houden. Tijdens een rechtszaak houdt hij of zij een requisitoir, hierin worden de bewijsmiddelen verteld en wordt de straf geëist.
In officiële processtukken, zoals pleitnota's, spreken we de rechter aan met zijn officiële titel. Dat is 'Edelachtbare'. Dat is de aanspreektitel voor rechters van de 'gewone' rechtbank. Ga je in een civiele zaak in hoger beroep, dan kom je bij het Gerechtshof.