Start met lichtbruin brood. Zo kunnen de darmpjes van baby's rustig wennen aan voedingsvezels. Met witbrood lukt dat niet. Vanaf 12 maanden kan een baby ook cornflakes, gepofte rijstkorrels, havermout en muesli eten.
Het ontbijt en de lunch zijn goede momenten om je dreumes of peuter een bekertje melk te geven en wat fruit (al dan niet op het brood). Elke dag heeft je kind namelijk 300 milliliter melkproducten nodig en 1,5 stuks fruit. Je kunt gewone halfvolle of magere melk geven.
Kies in eerste instantie voor smeerbaar beleg zoals light zuivelspread, fruitstroop of jam. (Smeer)kaas en smeerleverworst worden in verband met de hoeveelheid zout tegenwoordig helemaal afgeraden. Geef verschillende soorten beleg en kies voor varianten zonder toegevoegd zout en suiker.
Magere of halfvolle yoghurt. Vanaf 8 maanden kan een beetje als toetje wel, zolang borstvoeding of opvolgmelk maar de grootste melkbron blijft.
Ook voor jonge kinderen is een kleine hoeveelheid elke dag prima. Denk aan 100% pindakaas of 100% notenpasta zonder zout of suiker.
Lekker en gezond broodbeleg
In het begin volstaat het om de boterham te besmeren met plantaardige margarine. Wil je daarnaast nog wat op de boterham doen, kies dan bij voorkeur voor smeerbaar beleg en gebruik niet te veel. Kies voor vruchten- of groentemoes, een geplet hardgekookt eitje of wat gekookte vis.
In de eerste 6 maanden krijgt je baby genoeg vocht uit de melkvoeding. Hij heeft geen extra water nodig. Vanaf 6 maanden stap je langzaam over van borstvoeding of flesvoeding naar vast voedsel. Dan kun je ook andere drankjes aanbieden, zoals water of lauwe (vruchten)thee zonder suiker.
1 snee lichtbruin brood met margarine en eventueel beleg en 165 tot 200 ml borst- of flesvoeding*.
Bruin brood of tarwebrood zonder pitten en zaden is goed om mee te beginnen. Om te leren kauwen geef je vanaf 7 maanden brood met korst. Ook als je kind nog geen tanden en kiezen heeft, bijt en sabbelt hij met z'n kaken. Dat is goed voor zijn mondspieren.
Je dreumes of peuter mag vrijwel alles eten wat jij ook eet, maar er zijn een paar producten die je beter nog niet kunt geven: Rauwe vis en rauw vlees, of producten met rauwe melk of ei. Daar kunnen schadelijke bacteriën inzitten, waar jonge kinderen gevoeliger voor zijn. Kaas gemaakt van rauwe melk.
Je kunt beter niet te vroeg met pap beginnen (in elk geval niet voor 4 maanden). Het spijsverteringsstelsel van je baby kan de vezels in de pap nog niet goed verteren. Is je baby wat ouder, dan kun je langzaam wat pap proberen van granen, zoals tarwe of, havermout. Bouw de hoeveelheid vezel geleidelijk op.
Start met kleine hapjes
Je kan tussen de 4 tot 6 maanden rustig starten met oefenhapjes. Denk hierbij aan wat geprakte groente, fruit of wat kleine stukjes broodkorst. Vanaf 7 maanden kan je oefenen met het leren kauwen en kan je brood mét korst aanbieden.
Het is heel zoet, maar wel een natuurproduct. Tot 1 jaar mag een kind geen honing. Appelstroop bevat vaak beetwortelsap of suikerbietenstroop, een suikervariant. Er zijn in de supermarkt ook varianten zonder toegevoegde suiker: AH Biologisch appelstroop en Zonnatura Zonnestroop met peer en appel.
Dit kan koemelk zijn, maar ook karnemelk, yoghurt of sojamelk. Bijvoorbeeld: 150 ml koemelk bij het ontbijt en 150 ml yoghurt als toetje na het avondeten. Je mag yoghurt al geven vanaf de leeftijd van 8 maanden. Dit is dan bedoeld als een toetje na het avondeten, niet om borst- of kunstvoeding te vervangen.
Vanaf 6 maanden stap je langzaam over van borstvoeding of flesvoeding naar vast voedsel. Dan kun je ook andere drankjes aanbieden, zoals water of lauwe (vruchten)thee zonder suiker.
Geef je kindje soep.
Vanaf 9 maanden kan je je baby op een kommetje soep trakteren. Bijvoorbeeld een dikke, gepureerde soep van pompoen of bloemkool. Hierdoor krijgt hij extra vocht binnen. Wanneer je aardappel en bijvoorbeeld kleine stukjes vlees toevoegt, kan de soep een warme maaltijd vormen.
Ook smeerkaas is voor jonge kinderen te zout. Te veel zout is belastend voor de nieren van een jong kind, hierdoor kan er nierschade ontstaan waar je kind later last van kan krijgen. Wil je toch graag kaas of smeerkaas geven aan je kind? Kies dan voor speciale zoutarme 30+ kaas of zoutarme smeerkaas.
Voor een baby in de eerste hapjes-fase is het nog niet nodig om het brood te beleggen. Besmeren met zachte margarine is genoeg.
Bij de start vervangt een half ei 1 portie vlees. Geef je kindje maximum 1 ei per week. Vanaf 12 maanden mag je maximaal 6 eieren per week eten, inclusief eieren verwerkt in bereidingen zoals mayonaise en gebak.
Tips voor het geven van ei aan je baby:
Geschikte groenten zijn bloemkool, doperwtjes, boontjes, broccoli, worteltjes of pompoen. Als je fruit wilt proberen, start dan met banaan, perzik, peer of meloen. Als dit goed gaat, kun je andere groente- en fruitsoorten proberen.
Menigeen was er als kind al dol op: een boterham met pindakaas én banaan. Lekker hartig en zoet tegelijk. Maar er is nóg een heel goede reden om deze combinatie te blijven eten. De vitamine C in de banaan zorgt er namelijk voor dat het plantaardige ijzer in de pindakaas en de granen beter wordt opgenomen.
Van belang is wel dat de pindakaas die aan baby's wordt gegeven zo min mogelijk toegevoegde suikers en zouten moet bevatten. Veel baby's vinden pindakaas de eerste keer niet zo lekker vanwege de plakkerige structuur. De meeste baby's zijn pas gewend aan een smaak na 8 tot 10 keer proeven.