Planten halen hun energie uit zonlicht. Met die energie zetten ze in de bladgroenkorrels water en CO₂ om in zuurstof en glucose. Glucose voedt de plant en zorgt ervoor dat die groeit. Dit proces heet fotosynthese.
Fotosynthese is het proces waarbij planten water en koolstofdioxide, onder invloed van energie uit licht, omzetten in zuurstof en glucose (suiker). Deze glucose wordt vervolgens door de plant verder omgezet in bijvoorbeeld zetmeel of cellulose.
Zo beschikt een plant over miljoenen suikerfabriekjes Planten maken uit glucose vier andere voedingsstoffen (bron 13). Uit glucose worden zetmeel, vetten, eiwitten en vitamines gemaakt.
In de chloroplasten worden koolstof, water en energie gebruikt om een suiker te maken, genaamd glucose. Het hele proces om glucose te maken heet fotosynthese.
De bladgroenkorreltjes vangen het licht op. Het voedsel dat de plant gaat maken, is suiker. Die suiker maakt de plant van het water en de kooldioxide. Maar er is energie voor nodig.
Planten gebruiken de energie van de zon om water en koolstofdioxide om te zetten in een suiker genaamd glucose. Glucose wordt door planten gebruikt voor energie en om andere stoffen te maken zoals cellulose en zetmeel . Cellulose wordt gebruikt bij het bouwen van celwanden.
Suiker wordt gewonnen uit suikerbieten, suikerriet, sommige vruchten, bloemen en andere planten. De meeste suiker wordt geproduceerd uit suikerbieten, maar sommige landen produceren ook suiker uit suikerriet. De meeste in Nederland geproduceerde en geconsumeerde suiker is afkomstig van bieten.
Glucose is een vorm van suiker, behoort tot de koolhydraten en heet in de voedingsmiddelenindustrie ook wel dextrose.
In overeenstemming met dit doel wordt glucose gewonnen uit groene gewassen, zoals bladeren, grassen, peulvruchten, stengels van groene planten en bladeren van bomen, door de groene gewassen te onderwerpen aan een pulpbewerking in een organische zuuroplossing die wordt teruggevoerd uit een daaropvolgende fermentatie- en scheidingsstap, om een pulp te produceren die een proteïne- ...
Een plant maakt zijn eigen bouwstoffen. Dat gebeurt in een proces dat fotosynthese heet. Het zonlicht activeert het chlorofyl in het blad; vervolgens wordt de zonne-ernergie vastgelegd in chemische verbindingen. Hiermee kan de plant het gas kooldioxide (CO2) uit de lucht binden en tot bouwstoffen verwerken.
In combinatie met de koolstofdioxide en het water kunnen de chloroplasten de koolstofdioxide metaboliseren en koolhydraten (gemaakt van suikers en verschillende zetmelen) creëren. De planten gebruiken deze koolhydraten vervolgens om hun wortels, nieuwe eiwitten of algemene opslag te versterken .
Een deel van de gemaakte glucose wordt naar de wortels vervoerd. → Leg uit waardoor wortelcellen zelf geen glucose kunnen maken uit koolstofdioxide en water.
Zonder zuurstof zou mens, dier en plant niet kunnen leven. Planten en bloemen in de kas hebben zuurstof nodig bij de wortels. Voldoende zuurstof draagt bij aan de water- en voedingsopname van de wortels waardoor de kwaliteit van de plant beter wordt en de plant zich effectiever kan verdedigen tegen pathogene schimmels.
De fotosynthese is een voorbeeld van een assimilatiereactie. De groene plant gebruikt in de fotosynthese zonne-energie om de koolstofdioxide moleculen en de watermoleculen om te zetten tot glucose. Deze gebruikte zonne-energie komt terecht in het glucose molecuul.
zetmeel: in aardappelen, rijst, pasta, peulvruchten en brood. vruchtensuiker: in fruit, vruchtensap. melksuiker: in melk, vla, yoghurt. (kristal)suiker: in suiker, honing, snoep, zoet beleg, gebak, frisdranken.
Bomen en planten zetten CO2 weer om in koolstof en zuurstof. De koolstof wordt door planten gebruikt om te groeien. Bomen en planten bestaan namelijk zelf voor een groot deel uit koolstof.
Speciale cellen in de bladeren van planten genaamd fotosynthetische pigmenten kunnen lichtenergie veranderen in chemische energie. Deze chemische energie wordt vervolgens gebruikt om koolstofdioxide (CO2) en water (H2O) om te zetten in suikers zoals glucose.
De glucose die bij fotosynthese wordt geproduceerd, kan worden: Gebruikt voor ademhaling (zowel aeroob als anaeroob)Omgezet in onoplosbaar zetmeel voor opslag in de stengels, bladeren en wortels . Gebruikt om vet of olie te produceren voor opslag (vooral in zaden)
Fotosynthese: de basis van leven
Deze suiker is de basis voor het maken van allerlei andere organische stoffen. In de bladeren van de plant wordt onder invloed van het zonlicht water (H₂O) en koolstofdioxide (CO₂) omgezet in glucose en zuurstof (O₂).
Glucose zit in fruit, sommige groenten en honing. De meeste glucose krijg je niet direct in de vorm van het monosacharide glucose binnen via je voeding, maar ontstaat wanneer je lichaam een disacharide of zetmeel verteert. Glucose kún je wel als monosacharide eten, het heet dan dextrose of druivensuiker.
Suiker zorgt ervoor dat de hersenen dopamine afgeven. Dopamine is een stof die je een gevoel van beloning geeft. En omdat het beloningscentrum in je hersenen wordt geactiveerd, ontstaat al gauw de behoefte aan nog meer suiker.
Als je minder suiker eet, kan dit leiden tot veranderingen in je lichaam zoals: verminderd risico op type 2 diabetes, afname van gewicht, verbetering van de bloedsuikerspiegel, vermindering van ontstekingen en verbetering van de gezondheid van het hart en bloedvaten.
Suiker komt uit twee bronnen: suikerriet en suikerbieten . Suikerriet is een echt gras dat groeit in gematigde tot tropische klimaten. Het behoort tot het geslacht Saccharum, stam Andropogoneae. Suikerbieten zijn de wortel van de plant Beta vulgaris.
De plant maakt alleen overdag suiker, als de zon ons licht geeft. De suiker wordt gebruikt om te groeien en om allerlei stoffen in de plant van boven naar beneden te brengen en andersom. Sommige planten maken een voorraad eten en slaan die op in wortel of stengel. Denk maar aan suikerbieten of peentjes.
Toen de Arabieren Perzië binnenvielen in 642 na Chr. vonden ze daar suikerriet en leerden ze hoe suiker werd gemaakt. De macht van de Arabieren nam toe en ze gingen ook in andere veroverde landen zoals Noord-Afrika en Spanje suiker produceren.