Vergeet niet om in de winter ook zelf vetbollen te maken en de vogels goed bij te voeren bij kou en als het bijvoorbeeld sneeuwt. Dat kan ook met een vogelhuisje waar simpelweg een pot (zoutarme) pindakaas inpast. Daar zijn ze dol op!
Voer bijvoorbeeld zaden, pinda's en vetbollen, maar ook rozijnen en appels. Geef geen vloeibare olie, margarine en zoute producten. Voer geen melk. Elke soort heeft lievelingseten.
Kant-en-klare kastjes zijn vaak van te dun hout. In de zomer wordt het dan te warm en als het koud is, koelt het juist weer te veel af. Maak je eigen kasten dus van wat dikkere planken. Gebruik onbehandeld hout, bijvoorbeeld vurenhout, minstens 1,5 cm dik.
Er is te weinig contrast, waardoor de vogels het net niet zullen zien. Je kunt daarom beter kiezen voor een net met een fellere kleur. Denk bijvoorbeeld aan helder blauw, paars of geel. Deze kleuren bieden meer contrast met de ondergrond, waardoor de kans een stuk groter is dat de vogels het net nu wél kunnen zien.
Een goede nestkast bevat een degelijke constructie van stevig, dik hout. Ze heeft weinig kieren en is gemakkelijk schoon te maken. Een hip vogelhuisje in felle kleuren ziet er vrolijk uit, maar valt erg op bij roofdieren. Neem beter neutrale kleuren, zoals groen, bruin en houtkleur.
Gevaar op verstrikking
Het plastic net om de vetbol heen is extreem gevaarlijk voor vogels, omdat ze hier met hun pootjes of snavel in verstrikt kunnen raken. Vogels kunnen dan sterven van de honger, dorst en uitputting. Ook kunnen wat grotere vogels, zoals meeuwen, de hele bol met net en al in één keer doorslikken.
Koolmees houdt huis
De opening van het huisje blieft haar niet, dus gaat ze driftig tikken om het wat groter te maken.
Het lijken misschien steeds dezelfde individuen, maar gedurende de winter zoeken koolmezen voedsel in groepen die van samenstelling kunnen wisselen. 's Nachts slapen de koolmezen individueel in nestkasten, indien die beschikbaar zijn. Zolang een koolmees niet verstoord wordt zal hij deze nestkast blijven gebruiken.
De aanvliegroute moet vrij zijn. De houtdikte van het kastje moet minimaal anderhalve centimeter zijn. Anders wordt het binnen te koud of te warm. Het huisje moet neutrale kleuren hebben, en op ongeveer 1,5 tot 3 meter hoogte hangen, dit hangt af van de hoeveelheid verstoring in je tuin (katten, honden, andere dieren).
Leg of hang het voer niet op een open plek
Het is daarom verstandig om het voer altijd dichtbij een beschutte plek te leggen of hangen. Dichtbij een struik is bijvoorbeeld ideaal. Hier voelen de beestjes zich veel veiliger dan in de open ruimte, waardoor u de kans op vogelbezoek vergroot.
Bied in je tuin vetbollen, slingers ongebrande, ongezouten pinda's, een halve kokosnoot, vogelzaad en zonnebloempitten aan voor de koolmees. Geef zijn voedsel op een voedertafel of in een voederbuis of hang het op in bomen of struiken. Proper water om van te drinken en in te baden is essentieel.
Havermout: havermout kan je zowel als strooivoer op de grond gebruiken als op de voedertafel. Zaadeters zoals mussen, mezen, vinken, groenlingen en roodborstjes houden hiervan. Meelwormen en insecten: bevatten veel proteïnen en zijn bijzonder voedzaam voor vogels.
Geen (oud) brood!
In brood zit zout en dat zout is niet goed voor vogels. Soms zit op het brood boter/margarine. Daar krijgen watervogels diarree van en de olie die in het brood zit komt in het verenkleed te zitten. Brood dat blijft liggen gaat bovendien schimmelen en trekt dieren zoals ratten aan.
Koop nooit 'mensen-pinda's' en 'mensenpindakaas' voor vogels. Vaak zit er zout bij en dat is echt slecht voor vogels. Er is niet voor niets speciale vogelpindakaas te koop. Zelfs ongezouten pinda's uit de supermarkt zijn niet hetzelfde als voerpinda's.
Een nestkast mag niet in de volle zon en regen hangen. Hang de invliegopening daarom het liefst in oostelijke richting, noord tot zuidoost is ook goed, als hij maar naar het licht gericht is. Vogels houden van ochtendzon in de nestopening.
Bij het ophangen van een vogelhuisje is het ook belangrijk dat deze op de juiste hoogte hangt. Het beste is om het vogelhuisje op te hangen op een hoogte van 1.80 meter.
Zorg er voor dat het vogelhuisje uit de wind, regen en zon hangt. Hang deze op een rustige plek, in de buurt van beplanting is ideaal, beplanting geeft beschutting en helpt de jonge vogels bij het uitvliegen. De ideale hoogte is ca. 1,5 tot 2 meter.
De Vogelbescherming roept op om vogels niet te voeren met vetbollen voor mezen en pinda's in plastic netjes. Het levert namelijk gevaar op voor vogels, doordat zij er met hun snavels of pootjes in verstrikt kunnen raken.
5 tips om vogels te voederen
Na een lange, koude nacht hebben vogels behoefte aan een stevig ontbijt en tegen de avond eten ze hun buikje rond om de nacht door te komen. Strooi niet te veel, dat kan muizen en ratten aantrekken. Geef geen voedsel waarin zout is verwerkt of kaas of brood.
Het heeft twee redenen. Eén: het broedseizoen is grotendeels voorbij en er is eten genoeg, dus waarom zou je als vogel opvallen? Twee: veel vogels ruien nu en zijn dan kwetsbaarder. Vogels laten zich nu niet zien, want dat is nergens voor nodig en een stuk veiliger als je in de rui bent.
Naast het feit dat dit materiaal weerbestendig is, heeft het ook een isolerende werking. Hierdoor zijn er minder temperatuurschommelingen in de nestkast en dit verhoogt het broedresultaat. Al onze houten nestkasten worden gemaakt van ten minste 15 mm dik hout. Dit vormt de basis van de duurzaamheid.
's Winters eten de koolmezen veel zaden, zoals beukennoten. In het voorjaar en de zomer is het voedsel eiwitrijker en eten ze wat meer rupsen en andere insecten. Jonge koolmezen eten voornamelijk rupsen en als de gezinsplanning klopt, valt de geboorte samen met de 'rupsenpiek'.