Op de basisschool leren kinderen Nederlands, rekenen, wereldoriëntatie (zoals geschiedenis en aardrijkskunde), kunstzinnige oriëntatie (zoals BeVo) en bewegingsonderwijs. Vanaf groep 7 krijgen kinderen verplicht Engels, maar sommige basisscholen starten hier eerder mee.
Verplichte vakken
rekenen en wiskunde; oriëntatie op jezelf en de wereld: zoals aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, verkeersles en staatsinrichting; kunstzinnige oriëntatie: bijvoorbeeld muziek, tekenen en handvaardigheid; bewegingsonderwijs: bijvoorbeeld gymlessen.
Een profiel bestaat uit avo-vakken (algemeen vormend onderwijs) aangevuld met een beroepsgericht programma. De avo-vakken zijn Nederlands, Engels, maatschappijleer, lichamelijke opvoeding, kunst en rekenen. Het beroepsgerichte programma bestaat uit een profielvak en beroepsgerichte keuzevakken.
Leren over de essentiële dingen die elke dag terugkomen. Denk aan het communiceren met elkaar, omgaan met geld, voeding, positief denken, jij als persoon, psychologie, het inzetten van creativiteit en geluk. Geluk. Niemand heeft me op school verteld hoe ik erachter kom waar ik gelukkig van word.
'De basis op orde, de lat omhoog' -- zo verwoordt onderwijsminister Marja van Bijsterveldt (CDA) haar visie op onderwijs. De prestaties moeten beter en de nadruk moet liggen op de kern: rekenen en taal.
Fries in het onderwijs
Scholen moeten verplicht het Fries als vak aanbieden. Behalve als de provincie Fryslân een school (gedeeltelijke) toestemming heeft gegeven om geen Fries te geven. Verder mogen Friese scholen het Fries naast het Nederlands ook als voertaal in het onderwijs gebruiken.
Nederlands. In groep 8 bestaat het vak Nederlands uit lezen (technisch en begrijpend) en teksten schrijven. Daarnaast leren kinderen (werkwoord)spelling en taal- en redekundig ontleden. Ook besteedt de leerkracht aandacht aan woordenschat en mondeling onderwijs, waarbij leerlingen leren presenteren en discussiëren.
Onderwijs houdt de samenleving en de menselijke beschaving bij elkaar. Op school leer de kennis die je nodig hebt om later zelfstandig te kunnen leven. Om een baan te vinden moet je goed kunnen lezen, schrijven, praten en denken. Ook moet je weten hoe je je werk doet: dat leer je op school!
Het laagste niveau is praktijkonderwijs. Dit is bedoeld voor kinderen met een IQ onder de 80. Er staat voor dit onderwijs niet een bepaald aantal jaren. Je kan dit onderwijs volgen tot je achttiende jaar.
Een typische vwo leerling is zeer zelfstandig en vormt graag zijn of haar eigen mening. Daarbij is er altijd de drang naar onderzoek. Een vwo'er is uiteraard slim, beschikt over een uitstekend zelfreflectie en is kritisch. Op zichzelf, maar ook op de directe omgeving.
In groep 7 leert een kind nieuwe leesstrategieën en spellingregels. Daarnaast leert het rekenen met procenten en het metrieke stelsel van lengte, inhoud en gewicht. Vanaf groep 7 is Engels een verplicht vak.
Naast de verplichte vakken in het profiel, moet elke leerling 1 of 2 profielkeuzevakken en 1 vak in het vrije deel doen. Ook moet iedere vwo-leerling verplicht het profielwerkstuk maken. Uiteindelijk doen vwo-leerlingen in 8 vakken eindexamen. De andere vakken ronden leerlingen af met een schoolexamen.
Vanaf 4 jaar mogen kinderen naar de basisschool, vanaf 5 jaar zijn ze verplicht. Niet alleen voor kinderen een grote overstap.
Economie is bijvoorbeeld verplicht bij het profiel Economie & Ondernemen. Wiskunde is verplicht bij het profiel Media, Vormgeving & ICT en Mobiliteit & Transport.
Vwo staat voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. Dit is het hoogst haalbare onderwijsniveau in Nederland. Als je kind het vwo afrondt met een diploma, stroomt hij door naar het academisch onderwijs, oftewel de universiteit.
Er wordt binnen het hoogst behaalde onderwijsniveau een onderscheid gemaakt naar vijf categorieën, namelijk de categorie basisonderwijs, de categorie vmbo, havo-, vwo-onderbouw en mbo1, de categorie havo, vwo en mbo2-4, de categorie hbo- en wo-bachelor en de categorie hbo- en wo-master of doctor.
De cijfers die de leerlingen halen voor toetsen dalen gemiddeld met 0,5 – 1 cijferpunt, en dat is aanzienlijk. Veel HAVO-leerlingen blijken moeilijk in staat deze teruggang in cijfers om te buigen, en blijven daardoor zitten, of stromen af naar de MAVO.
Jongeren hebben op school last van prestatiedruk, te veel huiswerk en te veel toetsen. Ruim 33 procent voelt druk om te voldoen aan verwachtingen van zichzelf of van anderen. 10 procent zegt onvoldoende vrije tijd te hebben. Ondanks de stress die zij door school ervaren, zijn de meeste Nederlandse jongeren gelukkig.
Onder onderwijs wordt in Nederland over het algemeen verstaan: het overbrengen van kennis, vaardigheden en attitude binnen een door de overheid bepaalde structuur door daarvoor opgeleiden personen. Het is voor ons erg vanzelfsprekend dat je onderwijs volgt; het is nodig om te kunnen meedraaien in de maatschappij.
Veel herhaling en een hoger tempo
In groep 8 zijn de kinderen vooral bezig met het herhalen van de rekenstof uit de voorgaande jaren. Moeilijke onderdelen als breuken, procenten, staartdelingen, verhaaltjessommen en het metriek stelsel worden flink geoefend om het gewenste eindniveau van de basisschool te halen.
Wat is groep 9? Groep negen is voor leerlingen die de basisschool hebben afgerond, maar nog niet door willen naar het middelbaar onderwijs. In dat geval wordt er gekozen voor een tussenjaar.
Soms is het nog niet direct duidelijk of een leerling naar het vmbo of de havo kan. Hiervoor hebben we als oplossing de tl/h afdeling, oftewel theoretische leerweg/havo-afdeling. In de eerste twee jaar kijken we of een leerling past bij de tl of de havo.
Het Westerlauwers Fries wordt geschreven met het Latijnse schrift, maar het Fries heeft maar 24 letters terwijl het klassiek Latijnse alfabet er 26 heeft. De Q en de X worden in de hedendaagse spelling van het Fries niet gebruikt. In Friese woordenboeken komen de I en de Y op dezelfde plaats.
Traditioneel wordt het Vlaams (in deze betekenis) als een verzameling dialecten of regiolecten van zeer uiteenlopend karakter gezien, niet als een aparte taal. Vlaams is hier dan geen primair taalkundige maar een bestuurlijk-geografische term die de talen in de Vlaamse provincies van België betreft.