Hij kan ronddraaien, een bal naar voren schoppen en hij kan plotseling stilstaan. Hij kan een voorwerp in een bepaalde richting gooien en hij kan nu zelf eten met een vork (of een lepel). Alle bewegingen van een 2-jarige worden steeds vloeiender en minder houterig. De fijne motoriek ontwikkelt zich natuurlijk ook.
Taal en spraak bij kinderen van 18 tot 24 maanden
Tegelijkertijd kan hij/zij steeds meer woordjes begrijpen en zeggen, maar nog niet alle klanken goed uitspreken. Een tweejarig kind zegt minimaal vijf tot tien woordjes. Eén enkel woord kan verschillende betekenissen hebben (één-woordzinnen).
Kartonnen dozen, eierdozen, wc-rollen, plastic flessen, stoelen en dekens lenen zich daar prima voor. Kinderen van 2 jaar vinden 'alsof doen' leuk. Maak van kartonnen dozen, wat touw en een stift een prachtige trein of kegel opgestapelde wc-rollen om met een zachte bal.
De fijne motoriek van peuters wordt steeds beter en ook leren ze kleuren en symbolen herkennen. Geef kinderen van 2 jaar daarom speelgoed vol vormen en kleuren om mee te spelen! Denk hierbij aan blokken of eenvoudige puzzels. Met dit speelgoed ontwikkelen peuters vanaf 2 jaar hun zintuiglijke en motorische kwaliteiten.
Peuters leren het meest door zelf dingen te doen. Daarvan krijgen ze ook zelfvertrouwen. Probeer ze daarom veel zelf te laten doen, ook al moet je daar veel geduld voor hebben. Jassen en schoenen dichtmaken gaat natuurlijk sneller als je het zelf doet, maar peuters leren meer als je hen de kans geeft het zelf te doen.
Overdaad schaadt. Nog een tip: bied je dreumes of peuter niet teveel speelgoed (prikkels) tegelijk aan. Doe je dat wel dan bestaat de kans dat hij zich nergens echt helemaal in zal gaan verdiepen en niet meer weet waar hij mee moet spelen. Ruim speelgoed op en leg sommige dingen gewoon even helemaal een tijdje weg.
De meeste baby's tussen de 7 en 12 maanden benoemen hun ouders als “mama” of “dada”. De eerste woordjes (anders dan mama of dada) leren de meeste baby's rond 19 maanden. Tegen de tijd dat je kleintje 2 jaar is, praat hij of zij in zinnen van 2 tot 4 woorden.
Je kind begint de eerste woordjes te zeggen als het één tot anderhalf jaar oud is. Als je kind vier jaar wordt, kan het al (eenvoudige) zinnetjes maken. Wanneer je dagelijks veel aandacht besteedt aan praten met je kind en luisteren, dan leert het steeds beter praten.
Na de tweede verjaardag van je kindje gaat zijn taalontwikkeling heel snel. Van enkele woordjes en twee-woordzinnen gaat hij naar drie-woordzinnen en later zelfs volledige en samengestelde zinnen. Ook begrijpt hij steeds meer van wat jij zegt.
De moeilijkste leeftijd bij kinderen? Volgens Amerikaans onderzoek is dat 12 tot 14 jaar. Waar kleine kinderen vooral fysiek veel van hun ouders eisen, wordt het op die leeftijd eerder mentaal zwaar.
Je kind van 4 jaar kan:
tellen tot 10. de cijfers 1 t/m 5 herkennen. besef hebben van de begrippen meer – minder, veel – weinig, erbij – eraf, groter – kleiner, dikste – dunste, voor – naast –op. groepjes herkennen van 2 en 3 zonder te tellen.
Jouw kind van 2 jaar praat nog niet omdat hij of zij gewoon nog niet zover is, zonder dat daar een reden voor is. Ongeveer 10 tot 15% van de tweejarigen is wat later met praten zonder dat er iets aan de hand is. Er kan sprake zijn van een taalontwikkelingsstoornis (TOS).
Volgens speelgoeddeskundigen geldt voor dreumesen tot twee jaar: een derde van zijn maandleeftijd in speelgoed is voldoende. Zo heeft een kind van 24 maanden genoeg aan 8 speeltjes. Heeft je kind meer? Leg de rest dan eens uit het zicht en ruil de speeltjes waar je kind het minst mee speelt wekelijks om.
Ze kunnen niet zo goed lang stilzitten en zijn graag bezig met speelgoed waar actie en beweging in zit. Dingen die geluid maken, met lichteffecten en een racebaan vinden ze bijvoorbeeld erg leuk om mee te spelen. Maar ook klimmen, voetballen, buitenspelen, verven en bouwen doen ze graag.
Bij peuters is de ontwikkelingsvoorsprong al iets duidelijker te herkennen. Zo is een hoogbegaafde peuter zeer ondernemend, motorisch erg vaardig en zelfstandig. Daarnaast hebben ze een goede ruimtelijke oriëntatie en ontwikkelen ze snel het begrip voor bijvoorbeeld kleuren, cijfers en hoeveelheden.