Een spinhengel is een werphengel speciaal ontworpen voor het vissen met kunstaas. Naast kunstaas kan je natuurlijk ook vissen met bijvoorbeeld dood-aas onder een dobber, als de hengel hier voldoende sterk voor is. De spinhengel wordt gevist met een vismolen.
Een spinhengel gebruik je als je vist met relatief licht kunstaas. De hengel is gemaakt voor het vissen op roofvis zoals: snoek, snoekbaars en baars. Je kan een spinhengel goed gebruiken vanaf de kant of de boot. Een spinhengel wordt ook weleens een allround werphengel genoemd al is deze bewering niet helemaal waar.
Spinvissen doe je met behulp van een spinhengel, een vismolen, en een vislijn die sterk genoeg is om de vis mee binnen te halen. Aan het uiteinde van de lijn knoop je het kunstaas waar je mee gaat vissen en in de meeste gevallen ook een stalen onderlijn of fluorocarbon onderlijn.
De geadviseerde lengte van de hengel bedraagt bij dit werpgewicht tussen de 240 en 270 centimeter. Met een werpgewicht van 50 gram of meer kan prima met grote pluggen op roofvis worden gevist. Met dit werpgewicht kan ook met dood aas worden gevist.
Aanbevolen snoekhengel: een zogenaamde jerkbaithengel, ofwel een reel hengel met een minimaal werpgewicht van zo'n 40 gram. Omdat je zelf actie aan het kunstaas dient mee te geven mag de hengel niet te lang zijn, bij voorkeur tussen de 1,80 en 2,10 meter.
Voor het snoeken met doodaas heb je een stevige hengel nodig. Denk bijvoorbeeld aan een doodaashengel of een karperhengel, met daarop een grote spin- of karpermolen. Als lijn is het handig om een 30/40 honderdste lijn te gebruiken.
Zo krijgt snoek minder argwaan en zal hij het dood aas nog eerder grijpen. Zet de dobber bij voorkeur zo diep dat de aasvis 20-40 centimeter boven de bodem van het viswater hangt. Dat levert vaak de meeste aanbeten op. Een andere manier van met de dobber en dood aas snoek vissen is meer statisch.
Strandhengel voor beginners
Je kunt in principe met iedere werphengel vissen. Of het nu een strandhengel, karperhengel of werphengel is; het belangrijkste is dat het een werpgewicht van 60 gram of meer kan werpen. Als beginner is het goed om aan de slag te gaan met strandhengels van 3,90 tot 4,20 meter lang.
Bij stroming of als je grote vis wilt vangen is het vaak gunstig om tussen de 20 en 50 centimeter dieper te vissen dan je peildiepte. Maar peil altijd heel nauwkeurig, ook links en rechts en een meter voor en achter je stek. Je komt dan niet voor verrassingen dat het water sterk afloopt.
Een spinhengel van 2.30 meter met een werpgewicht van 20 – 60 gram heeft meestal genoeg aan een gevlochten lijn van ongeveer 13/00. Vis je met een 2.40 of 2.70 meter hengel met een werpgewicht van 40 -80 gram? Dan kan je gerust een 16/00 gevlochten lijn gebruiken.
Het vissen met een spinner een zeer eenvoudig. Je werpt de spinner in op een plek waar je de roofvis verwacht en begint direct met draaien, of laat de spinner eerst afzinken om deze dieper te vissen. Hierna begin je langzaam te draaien waarbij je vanzelf merkt (door de weerstand) dat de spinner zijn werk doet.
Bij het vliegvissen gebruik je een speciale vliegenhengel. De gewichtsklasse van de hengel wordt aangeduid in AFTMA. Meestal is een lichte vliegenhengel van AFTMA 4 voldoende, voor snoek heb je een zwaardere AFTMA 8 nodig.
De DLT Eraser Special Edition X-Lite is een hoogwaardige roofvishengel die speciaal is ontworpen voor de fanatieke roofvissers. Met een lengte van 1.80 meter en een werpgewicht van 3-22 gram biedt deze hengel de perfecte balans tussen gevoeligheid en kracht.
Wat is een dropshothengel? Een dropshothengel is speciaal gemaakt voor het vissen met de dropshot techniek. Hierbij heb je een gewichtje aan het uiteinde van je (vaak fluorocarbon) vislijn bevestigd, waarbij een enkele haak voorzien van een softbait een centimeter of 20 a 40 boven het loodje zit.
Wat is dan precies allround
Met allround wordt in de regel een hengel bedoeld waarmee met alle soorten kunstaas gevist kan worden en op alle methodes. Eigenlijk bestaat dit niet en heb je voor iedere manier van vissen een ander soort hengel nodig.
De naam zegt het al een hengel om mee vanaf het ''strand'' te vissen. Deze vaak lange stugge hengels zijn bedoeld om zover mogelijk de zee in te werpen vanaf de kade. Dit kan zijn vanaf het strand, pier, steigers enz.
Nadat ze de wintermaanden vaak op 'beschutte' plaatsen hebben doorgebracht, trekken ze in het voorjaar weer naar wat meer open water en zijn daar tot aan de paaitijd soms heel goed te vangen. Vooral de avonduren zijn bijzonder geschikt. In het vroege voorjaar is de voorn vaak goed te vangen.
Zuurstofproblemen uiten zich het meest zichtbaar bij de vissen: ze houden zich boven in het water op, happen naar “lucht” en zijn traag in hun bewegingen. Ze blijven ook rondhangen op de plekken waar zich de meeste toevoer van zuurstof bevindt, bijvoorbeeld de uitloop van een waterval.
ð Vissen maken geen goede match met Tweelingen of Weegschalen. Vissen kunnen eigenlijk altijd wel meekomen met iedereen, maar houden van rust en stilte, in tegenstelling tot Tweelingen en Weegschalen. Geen van alle sterrenbeelden kunnen goed omgaan met heftige emoties. Vissen zullen zich al snel niet gesteund voelen.
In Hokkaido (Japan) is een grote blauwvintonijn gevangen en verkocht voor maar liefst 396.000 dollar. Het is een nieuw donker record in het bestaan van de soort.
Een reel wordt vaak gebruikt voor kantvisserij of het vissen op een boot. Het is ook niet onbelangrijk dat je de juiste roofvishengel gebruikt voor een reel, genaamd een baitcast hengel. Want zonder een baitcast hengel kan je geen reel gebruiken. Het Loze Vissertje biedt een groot assortiment aan scherpe prijzen.
Om op kabeljauw te vissen heb je een sterke hengel met pilker nodig. De ideale lengte van een boothengel varieert van 2.10 meter tot 2.40 meter. We raden voor het kabeljauwvissen zo'n 250 tot 300 gram lood aan.
In ondiep water vang je vaak het beste als je met drijvende pluggen of spinners gaat snoeken.In dieper water werken diep duikende pluggen, zinkende pluggen maar ook shads het beste. De kleur die je kiest om mee te snoek vissen kan bepalend zijn voor succes. Natuurlijke kleuren werken vaak goed in helder viswater.
Snoeken voelen zich thuis in gebieden met dichte vegetatie en zacht stromend water, zoals beken, meren en rivieren. Ze houden het meest van koud, diep water. Als de temperatuur te warm wordt, zoeken ze diepere wateren op. Wanneer je gaat snoekvissen, zoek dan naar ondiep water met veel onkruid en gewassen aan de kant.
Het vlees van de snoek is heel stevig van structuur maar heel zacht van smaak, ontzettend lekker! Het bevat wel vrij veel kleine graten, sommigen zelfs gevorkt. Maar dat is het helemaal waard.