Het minimumloon is gekoppeld aan de gemiddelde ontwikkeling van de contractlonen en wordt elk jaar op 1 januari en 1 juli aangepast. Er komt ongeveer voor 30 procent aan extra personeelskosten bovenop het brutoloon. Dat betekent dat je zo'n € 2.242,- per maand kwijt bent aan personeelskosten.
Hoogte van de loonkosten
Naast het brutoloon van de werknemer, kun je als werkgever rekening houden met gemiddeld 20% tot 40% werkgeverslasten, met uitschieters naar zelfs 50%. De loonkosten variëren door persoonlijke afspraken met werknemers en door verplichtingen die vanuit een cao of bedrijfstak zijn geregeld.
Gemiddeld betalen werkgevers in Nederland € 34,72 per uur aan arbeidskosten voor één medewerker. Deze kosten kunnen per bedrijfstak echter erg van elkaar verschillen, dit blijkt ook uit het onderzoek van CBS. Zo kent de financiële dienstverlening als bedrijfstak de hoogste arbeidskosten.
De kosten van personeel kun je eenvoudig berekenen. Per werknemer betaal je bovenop het afgesproken brutosalaris nog zo'n 20 tot 35 procent van dat salaris aan extra kosten. Hoe hoog de kosten van personeel precies uitvallen, hangt af van je cao en de individuele afspraken die je met werknemers maakt.
Wil je een snelle indicatie van je totale lasten als werkgever? Houd dan de volgende vuistregel aan: tel bovenop de loonkosten 20 tot 35 procent daarvan aan extra werkgeverslasten.
U betaalt als werkgever de zogenaamde werkgeverslasten: 8% vakantiegeld en een deel van de sociale lasten. De sociale lasten bestaan met name uit premies voor de WW/WIA, de inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorgverzekeringswet en premie voor de verzekering voor loondoorbetaling bij ziekte.
Onder werkgeverslasten vallen o.a. Vakantiegeld, premie in het kader van Zorgverzekeringswet, premie WIA, en overige cao afhankelijke premies en bijdragen.
Patronale lasten, ook wel RSZ-bijdragen genoemd, zijn bijdragen die u als werkgever betaalt aan de sociale zekerheid om bij te dragen aan het aanvullend pensioen voor uw werknemers. Gemiddeld bedragen patronale lasten 25% van het brutoloon, al varieert dat percentage van sector tot sector.
De gemiddelde werknemer heeft een bruto uurloon van 36,40 euro, dat is 70 procent hoger dan het gemiddelde uurloon in alle sectoren (21,20 euro). Bijzondere beloningen vormen maar liefst 17 procent van de arbeidskosten, landelijk is dat 10 procent.
De vuistregel is dat de werkgeverslasten in Nederland ongeveer 30% van het brutoloon bedragen.
De loonkosten per gewerkt uur bedroegen gemiddeld 35,3 euro. Dat is 27 procent meer dan het brutoloon per gewerkt uur. Voor een volledige baan (een vte) betaalde een werkgever gemiddeld 60,2 duizend euro per jaar. In 2019 waren de loonkosten het hoogst in de zorg.
De bijdragen voor sociale fondsen kosten je dan weer 1.072,95 euro in de maand. Andere kosten, zoals een arbeidsongevallenverzekering en de aansluiting bij een extern bureau voor preventie en beschermingen, bedragen 229,08 per maand. Als Bert je eerste werknemer is, kost hij je dus 4.818,40 euro per maand.
De gemiddelde werkgeverslasten voor vaste krachten stijgen naar 19,27% ten opzichte van 18,89%. Voor tijdelijke contracten stijgen de gemiddelde werkgeverslasten van 23,89% dit jaar naar 24,27% in 2021. De gemiddelde werkgeverslasten bestaan uit: WW-premie (Awf-premie)
Directe loonkosten zijn onder andere het brutosalaris, vakantietoeslag en de niet van winst afhankelijke eindejaarsuitkering/13e maand. Hierbij is het goed om te letten op de volgende punten: Een salaris mag niet lager zijn dan het wettelijk minimumloon (let op: het minimumloon wijzigt twee keer per jaar).
Het brutoloon is het basisbedrag dat je iedere maand aan je werknemer beloofd hebt. Als je het nettoloon gaat berekenen trek je alle ingehouden bedragen en loonheffingen af van het brutoloon. Het bedrag dat overblijft is dus het nettoloon.
Als werkgever betaal je de RSZ een bijdrage op het vakantiegeld. Die bedraagt om en bij 35% op het enkel vakantiegeld. Op het (aanvullend) dubbel vakantiegeld hoeft de werkgever dus niets te betalen.
Totale kosten van het in dienst hebben van werknemers: brutoloon, sociale premies (incl. pensioenpremies), belastingen en andere werkgeversbijdragen (zoals vergoeding voor reiskosten en bijdragen aan zorgverzekeringen).
Tot de sociale lasten behoren alleen de werknemersverzekeringen: Awf (Algemeen Werkloosheidsfonds), Sectorpremie (Wachtgeld), WAOpremie, Premie Werkhervattingskas, ZVWpremie (zorgverzekering). U ziet deze premies tegenwoordig niet meer op de loonstrook.
Heb je één inkomen (via één werkgever, uitkering of AOW)? Pas dan loonheffingskorting toe om elke maand meer netto loon of uitkering te krijgen. Als je de korting niet toepast, krijg je het bedrag dat je te veel aan belasting hebt betaald in één keer terug na je belastingaangifte.
Zelf Berekenen Wat zijn de totale loonkosten voor de werkgever? De loonkosten voor een werkgever bestaan naast het brutoloon + vakantiegeld en eventuele 13e maand en/of bonus ook uit werknemersverzekeringen en een bijdrage Zvw (zorgverzekeringswet).
Vakantiegeld is verplicht en mag niet in het gewone loon verstopt zitten. Daarnaast hoor je ook nog vakantierecht (betaald verlof) op te bouwen over je gewerkte uren. Het is wettelijk bepaald dat het vakantiegeld op je loonstrook wordt vermeld.
Als we kijken naar gemiddelden van 5-jaars-leeftijdsgroepen verdienden jongeren tot 25 jaar 14 euro of minder per uur. Werknemers in de leeftijd van 25 tot 40 jaar verdienden een uurloon dat ligt tussen 19 en 25 euro. Werknemers in de leeftijd van 40 tot 65 jaar verdienden een uurloon van 27 euro of hoger.