Regelmaat, routine, voorspelbaarheid zijn een houvast voor iemand met autisme. Een partner en vrienden moeten zich daaraan aanpassen. Dat moet je kunnen. Het zich in een ander verplaatsen is voor iemand met autisme een haast onmogelijke opgave.
Veel mensen met autisme geven aan grote moeite te hebben met het opmerken en interpreteren van non-verbale communicatie. Hierdoor kan het ontzettend lastig zijn om de boodschap die iemand probeert over te brengen, te begrijpen, wanneer diegene non-verbale signalen gebruikt en de dingen onduidelijk en indirect benoemt.
Autisten die moeite hebben met het begrijpen van taal in het algemeen hebben ook moeite met het begrijpen van figuratieve taal in het bijzonder. Autisten die geen beperking hebben in het begrijpen van taal, hebben over het algemeen ook geen moeite met het begrijpen van metaforen, vergelijkingen en andere stijlfiguren.
Behoefte aan structuur en voorspelbaarheid
Mensen met autisme vinden het fijn om te weten wat ze kunnen verwachten. Als iemand gewend is om elke dag om precies zes uur 's avonds te eten, houd er dan rekening mee dat diegene het misschien wel lastig vindt als jij pas om vijf over zes aanschuift.
Bedenk dat iemand met autisme niet onbeleefd wil zijn als hij of zij je niet aankijkt. Verwacht niet een reactie op jouw non-verbale communicatie zoals een boze gezichtsuitdrukking of gebaren. Als je wilt dat iemand reageert op wat je zegt, vraag er dan specifiek om ('luister naar wat ik vertel').
Mannen met autisme hebben vaker comorbide externaliserende problemen (zoals gedragsproblemen en hyperactiviteit). Vrouwen met autisme hebben vaker comorbide internaliserende problemen (zoals angst en depressie).
Wees gevoelig voor wat ze willen en nodig hebben, niet alleen hoe jij denkt dat ze zich moeten verbeteren of gedragen. Probeer niet over ze heen of over ze te praten als er anderen bij zijn. Help ze aan hun sociale vaardigheden te werken door ze te betrekken bij gesprekken met jou en anderen. Vind discrete manieren om sociale hints te geven.
De meeste mensen met autisme hebben een 'speciale interesse' – een onderwerp waarmee ze ontzettend graag bezig zijn, vaak wel twee tot vier uur per dag. Bij mannen gaat het vooral om computers, gamen, muziek, bands en autisme en bij vrouwen om autisme, natuur, tuinieren, kunst en cultuur.
Autistische mensen uiten hun emoties vaak op een andere manier dan neurotypische mensen. Dat is met een rouwproces niet anders. Sommige autistische mensen internaliseren rouw heel erg, trekken zich terug of storten zich obsessief op een speciale interesse.
Uit een recent onderzoek2 bleek dat meer dan 70% van de autistische kinderen en volwassenen een speciale, geïsoleerde vaardigheid had op het gebied van geheugen (52% van de steekproef), visueel-ruimtelijke vaardigheden (32%), rekenen, tekenen of muziek (ongeveer 17% voor elk gebied).
Voor kinderen met autisme kan het dus heel goed zijn om speelgoed te kiezen dat helpt om de zintuiglijke prikkels te verwerken. Dit wordt ook wel sensorisch speelgoed genoemd. Hierbij kun je denken aan een voelspel, een muziekinstrument of interactieve vloertegels die oplichten als je er op gaat staan.
Mensen met autisme gaan dan ook vaak heel primair reageren als ze stress hebben. Ze kunnen dan niets meer met hun frustratie. Ze hebben er geen controle meer over. En dan worden ze agressief, willen ze vluchten, bevriezen ze of worden ze suïcidaal.
Pas de omgeving aan waar mogelijk, bijvoorbeeld door onnatuurlijk licht te dimmen als het te fel is. Probeer noise-cancelling koptelefoons om sensorische overbelasting te verminderen. Gebruik sensorische hulpmiddelen en stimming om angstniveaus te verminderen, als dat voor u werkt. Probeer ontspanningsmethoden zoals meditatie, mindfulness, yoga en lichaamsbeweging.
Shutdowns zijn gerelateerd aan meltdowns. In beide situaties raakt het brein van een autistisch persoon zo gestrest dat hij/zij zijn/haar reactie niet kan beheersen. In het geval van een meltdown kan hij/zij huilen, schreeuwen, slaan en schoppen.
Relevante en niet relevante informatie komen even hard binnen en dat zorgt al snel voor overprikkelde zintuigen. Er ontstaat een chaos in het hoofd, iemand heeft veel meer tijd nodig om de informatie te verwerken en er volgt een tragere reactie of andere interpretatie.
Verminderd oogcontact is een bekend symptoom van autisme. Waarom kinderen met autisme minder naar de ogen van anderen kijken, is onbekend. Er zijn twee mogelijke verklaringen: kinderen met autisme vermijden oogcontact, omdat ze het stressvol en vervelend vinden om een ander in de ogen te kijken.
Ga er niet vanuit dat je weet wat een Asperger nodig heeft - vraag het ze. Geef terug wat ze hebben gezegd om duidelijk te maken wat ze bedoelen. Geef direct positieve feedback, zeg bijvoorbeeld 'goed gedaan' of 'bedankt dat je ..…' Gebruik concrete, specifieke termen en minder woorden, zodat we kunnen verwerken wat je zegt.
Zorg voor structuur en voorspelbaarheid
Maak daarom een planning en houd je daar dan ook aan. Veranderingen zijn voor iemand met autisme vaak moeilijk. Bereid een kind er daarom goed op voor. Vertel het op tijd als er iets gaat veranderen, praat erover en geef het kind de tijd om eraan te wennen.
Autisten hebben de neiging om uitbreidend te denken, waarbij ze vanuit de delen naar een geheel toe te werken en hun informatie goed structureren. Niet-autisten hebben de neiging om inperkend te denken, waarbij ze het geheel gebruiken om de delen in te vullen.
Bij een autistische meltdown of shutdown gaat het eerder om overprikkeling. Je brein heeft simpelweg teveel input te verwerken gehad – te veel sociale situaties, te veel herrie, te veel alles – en dan knapt er iets. Bij een meltdown uit zich dat vaak in een explosie naar buiten toe: boosheid, huilen, paniek.