Na de basisschool gaan leerlingen naar het voortgezet onderwijs. Het niveau waarmee kinderen instromen in het voortgezet onderwijs is afhankelijk van het schooladvies van de basisschool. Het voortgezet onderwijs kent vier niveaus: vmbo, havo, vwo en praktijkonderwijs.
Na de middelbare school kun je naar het MBO, HBO of de universiteit gaan.
Het laagste niveau van het voortgezet onderwijs is het praktijkonderwijs. Dit onderwijs is speciaal voor jongeren die het moeilijk vinden om een diploma te behalen in het 'reguliere' voortgezet onderwijs. Het halen van een diploma op vmbo niveau is voor veel praktijkonderwijs leerlingen te hoog gegrepen.
Het havo is bedoeld voor leerlingen van twaalf tot zeventien jaar, en sluit aan op de basisschool, het vmbo-t en tot 1999 het mavo (alle vakken op D-niveau). Het havo bereidt leerlingen voor op het hoger beroepsonderwijs (hbo).
Verschil tussen atheneum en gymnasium
Er is geen niveauverschil tussen atheneum en gymnasium. Echter, het enige verschil is dat je op het gymnasium extra vakken krijgt: klassieke culturele vorming, Latijn en Grieks. Op het gymnasium moet je ook in een van de twee klassieke talen eindexamen doen.
Met een dubbeladvies is een leerling toelaatbaar voor de eerste onderwijssoort. Voorbeeld: met een vmbo-t/havo advies is de leerling toelaatbaar voor vmbo-t, maar niet voor havo. Deze leerling kan zich niet aanmelden voor een school die alleen havo aanbiedt.
Over 8 schooljaren is dit minimaal 7.520 uur. De overgebleven 240 uur mogen scholen zelf verdelen over de onderbouw en de bovenbouw.
Het belangrijkste verschil tussen basis- en kaderberoepsgericht is het niveau waarop de lesstof wordt aangeboden. Met de basisberoepsgerichte leerweg kun je naar niveau 2 van het mbo. De kaderberoepsgerichte leerweg geeft je toegang tot niveau 3 of 4 van het mbo.
Economie is bijvoorbeeld verplicht bij het profiel Economie & Ondernemen. Wiskunde is verplicht bij het profiel Media, Vormgeving & ICT en Mobiliteit & Transport.
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1). Middelbaar: Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
De havo bereidt leerlingen voor op een studie in het hoger beroepsonderwijs (hbo). De havo (hoger algemeen voortgezet onderwijs) duurt 5 jaar.
Hbo-bacheloropleidingen zijn 4-jarig (240 studiepunten). Wo-bacheloropleidingen zijn 3-jarig (180 studiepunten). De toelatingseis voor een hbo-bacheloropleiding is een diploma op minimaal mbo (niveau 4) of havo-niveau. Voor wo-bachelors is dat een vwo-diploma of hbo-propedeuse.
Het woord gymnasion is Grieks voor 'plaats om naakt te zijn' en is afgeleid van het Griekse woord voor naakt: gymnos. Gymnasium is de gelatiniseerde vorm van dit woord. Historisch gezien was het een plaats om sport te trainen en om zich te baden, men baadde zich er in het bijzonder met elkaar.
vijfde klas: 10-11 jaar (groep 7)
Groep 6 is het zesde leerjaar van de basisschool. In deze groep wordt aandacht besteed aan onder meer topografie van Nederland. Dit zijn over het algemeen kinderen van 8, 9, 10 en 11 jaar.
Veel herhaling en een hoger tempo
In groep 8 zijn de kinderen vooral bezig met het herhalen van de rekenstof uit de voorgaande jaren. Moeilijke onderdelen als breuken, procenten, staartdelingen, verhaaltjessommen en het metriek stelsel worden flink geoefend om het gewenste eindniveau van de basisschool te halen.
De scores voor begrijpend lezen en rekenen tellen het zwaarst mee voor het schooladvies. Dit omdat begrijpend lezen bij de meeste vakken in het voortgezet onderwijs belangrijk is en omdat rekenen de basis is van wiskunde, maar ook belangrijk is bij de andere bètavakken.
Minister Slob (Basis- en voortgezet onderwijs) gaat de wet wijzigen om ervoor te zorgen dat havo-scholieren het recht krijgen om door te stromen naar het vwo. Zo krijgt iedere leerling met potentie een eerlijke en gelijke kans om door te stromen. Op dit moment hanteren scholen verschillende toelatingseisen.
Vavo en Rutte-regeling
Leerlingen die 16 jaar zijn of ouder en die gezakt zijn, kunnen eventueel een diploma via het volwassenonderwijs (vavo) halen (voor vmbo-t, havo of vwo). Je kind doet dan alleen de vakken waar hij een onvoldoende voor heeft gehaald. De cijfers voor de behaalde vakken blijven staan.
Conclusie: het gymnasium is ongeveer 10-15% moeilijker dan het atheneum. Die 10-15% komt doordat je op het gymnasium 2 (redelijk zware) vakken meer volgt dan op het atheneum. Maar iedereen die atheneum aankunt, zal ook succes hebben op het gymnasium, mits hij/zij hard werkt! Heel veel succes met de middelbare school!
Als VMBO-leerlingen hun eindexamen doen, zijn ze normaal gesproken 16 jaar oud. Voor leerlingen in het HAVO geldt dat de meesten het 5e en laatste jaar afronden als ze 17 zijn geworden. Leerlingen die het VWO doen, doen eindexamen in het 6e jaar als ze 18 worden.