De gemeenschappelijke voorouder zelf kan als eerste generatie beschouwd worden, zijn kinderen zijn generatie twee, zijn kleinkinderen generatie drie, zijn achterkleinkinderen generatie vier, enzovoorts. Bij de meeste mensen is tijdens de geboorte wel een of meerdere grootouders in leven.
[familie] een vader van een grootouder.
Overgrootouders moet je koesteren
"Met vier generaties op de foto!" Dat is een trotse uitroep van overgrootouders bij de geboorte van een achterkleinkind. Het is ook wel bijzonder dat het kan.
Reacties van plusoma's en plusopa's: zo ervaren ze de stiefkleinkinderen. Stiefkleinkinderen, pluskleinkinderen, nieuwe kleinkinderen: hoe je ze ook noemt, ze maken plots deel uit van je leven. Zo ervaren de grootouders dat.
Ook zijn er vaak nog overgrootoma's die in aanmerking komen voor een andere naam. Dus in het ene gezin zal omi gebruikt worden voor een oma (1 van de twee) of voor beiden met een toevoeging (omistrand of omihondje of omibos) en in het andere is het de benaming van de overgrootmoeder.
"Overgrootoma is geen Nederlands, het is overgrootmoeder." Ik wil het uitleggen, maar het lukt niet. "Het staat mooi in het rijtje", zegt hij. "Onze geliefde moeder, schoonmoeder, oma, overgrootoma." Ik kijk mijn moeder aan.
[familie] de moeder van de grootvader of de grootmoeder.
Babyboomers: geboren tussen 1941-1955. Generatie X: geboren tussen 1956-1970. De Xennial: geboren tussen 1971-1985. Generatie Y: geboren tussen 1986 – 2000.
De stamvader is namelijk de vader van de oudbetovergrootvader, en die kan bij iedere kwartierstaat anders zijn.
de overgrootvader
Verbuigingen: overgrootvaders (meerv.) Bron: WikiWoordenboek. een vader van een grootouder.
Dus de vader/moeder van jouw betovergrootvader/moeder is dus officieel jouw oudvader/moeder.
Eerstegraads familieleden: partner, ouders (ook adoptie- en stiefouders), schoonouders, kinderen (ook adoptie- en stiefkinderen), schoondochters- en schoonzonen. Tweedegraads familieleden: broers, zussen, kleinkinderen, opa's, oma's, schoonzussen, zwagers, stiefzussen, stiefbroers.
Oudoom of oudtante: de broer of zus van je opa of oma. Oftewel de oom of tante van je vader of moeder.
De gemiddelde leeftijd waarop vrouwen oma worden is 52, mannen worden gemiddeld op hun 54ste voor het eerst opa. En ze blijven lang in de ouderrol: tot de leeftijd van 75 tot 80 geven ouders meer hulp aan hun kinderen dan andersom.
Grootmoeders: De top-5 aanspreektitels is: Grammy, Granny/Gran, Nana, Mimi en Bubbe. Voor de glamoureuze oma's is er 'glam ma', naar het voorbeeld van Goldie Hawn die zich nog te jong voelde voor iets anders.
Bonusopa's en bonusoma's, wij hadden er eigenlijk nog nooit van gehoord. Bonusopa's en -oma's zijn mensen die de rol van grootouder vervullen voor niet biologische kleinkinderen.
Bonus grootouders in opkomst
Gelukkig bestaat er nu zoiets als surrogaat grootouder-schap. Dat houdt in dat een gezin aan een oudere wordt gekoppeld die vervolgens de taak van opa of oma op zich neemt.
Een sociaal effect
Het is voor kinderen belangrijk dat ze met diverse groepen mensen omgaan. Grootouders zijn 'oudere mensen' en daar moeten kinderen ook mee om leren gaan. Daarnaast komt je kleinkind in een hele andere omgeving terecht bij jou. Ze komen in contact met andere mensen.
De aantallen voorouders worden snel heel groot. In de tiende generatie boven u zitten al 210 = 1024 mensen, in de twintigste 220 =1.048.576, meer dan een miljoen dus, en in de dertigste generatie maar liefst 230 = 1.073.741.824, meer dan een miljard.