Zo moet iedere scriptie een voorblad, samenvatting en inhoudsopgave bevatten. Hierna volgen de inleiding, het theoretisch kader, de onderzoeksmethoden en het resultatenhoofdstuk. Elke scriptie sluit tenslotte af met een conclusie, discussie en aanbevelingen.
Denk na over de structuur
Een samenvatting moet bestaan uit een inleiding, hoofdstukken en een conclusie die niet langer zijn dan een derde van de lengte van het artikel.
Een inleiding of intro geeft weer waar de inhoud over gaat, terwijl het voorwoord iets vertelt over hoe u het schrijven heeft ervaren. Tijdens het lezen van de inleiding, maakt de lezer kennis met de inhoud van het boek of het verslag. Tijdens het lezen van het voorwoord maakt de lezer kennis met de schrijver.
De samenvatting staat na het voorwoord en voor de inhoudsopgave. In de samenvatting zijn de juiste werkwoordstijden consistent gebruikt. De doelstelling staat in de samenvatting. De probleemstelling staat in de samenvatting.
In de inhoudsopgave (ook inhoudstafel genoemd) som je alle hoofdstuk- en paragraaftitels van je scriptie op en vermeld je daarbij het paginanummer. Je plaatst de inhoudsopgave na je samenvatting en vóór je inleiding.
Een werkstuk bestaat uit de volgende delen:
Omslag • Kaft met titel • Inhoudsopgave • Voorwoord • Kern • Slotwoord • Bronvermelding • Nawoord Deze delen moeten worden ingeleverd in bovengenoemde volgorde. Elk deel en elk hoofdstuk start op een nieuwe pagina.
Je plaatst de inleiding direct na de inhoudsopgave. De inleiding is bedoeld om de interesse van de lezer te wekken, en de focus, het doel, de relevantie en de richting van je scriptie te bepalen. Een goede inleiding bestaat meestal uit de volgende onderdelen: Aanleiding.
In de samenvatting staan alleen zaken die ook in het onderzoek zelf staan. Je voegt dus niets toe. Houd je samenvatting beknopt. Beperk je tot de hoofdzaken en ga niet te veel in op details; die staan immers in het document zelf.
Het voorwoord van een scriptie komt na de samenvatting, maar vóór de inhoudsopgave. De inleiding is het eerste hoofdstuk van je scriptie en komt meteen na de inhoudsopgave.
Het eerste hoofdstuk van je inhoudsopgave wordt dus de inleiding.
Je geeft de lezer inzicht in alle hoofdzaken van het onderzoeksverslag. Alles moet erin staan; op basis van je samenvatting bepaalt de lezer of het rapport relevant voor hem/haar is. De samenvatting schrijf je nadat je je onderzoek hebt afgerond, maar je plaatst het aan het begin van je onderzoeksverslag.
Een samenvatting weergeeft kort de strekking van een academische tekst (zoals een artikel uit een wetenschappelijk tijdschrift of een scriptie). Dit tekstonderdeel heeft twee hoofddoelen: De samenvatting helpt potentiële lezers om te beoordelen hoe relevant jouw tekst is voor hun onderzoek.
Schrijf je bijvoorbeeld een samenvatting van een rapport, dan haal je uit de inleiding het doel van de tekst en de centrale vraag. Uit het slot haal je de hoofdbevindingen en aanbevelingen. In het middenstuk selecteer je de belangrijkste ondersteunende feiten en argumenten.
Het onderwerp introduceren. Aanduiden wat de lezer kan verwachten. Aangeven voor welke lezers dit relevant is en waarom. Je lezer helpen hoe hij het document het beste kan lezen.
Begin met de inleiding van je verslag.Hierin beschrijf je kort en bondig waar het verslag over gaat en wat je onderzocht hebt. Analyseer nu je aantekeningen, en bepaal een logische volgorde voor je verhaal. Werk daarbij met verschillende alinea's of stukjes.
In de laatste alinea van de inleiding geef je een korte beschrijving van de opbouw van het document en de manier waarop je de centrale vraag gaat beantwoorden. Je maakt de lezer als het ware wegwijs in je document.
De inleiding van een essay is meestal niet langer dan een of twee paragrafen en maakt normaliter ongeveer 10 tot 20 procent uit van je tekst.