een keertje minder: als 5 × 8 = 40 dan is 4 × 8 = 40 - 8 = 32.
We gaan eerst deze kwadraten helemaal uit ons hoofd leren. Ten eerste geldt: 502 = 2500 en 602 = 3600. De kwadraten van 51 tot en met 59 liggen tussen 2500 en 3600 in, en wel op de volgende manier: 2500, 2601, 2704, 2809, 2916, 3025, 3136, 3249, 3364, 3481, 3600.
26 x 2 = 52
Halveren betekent in tweeën delen of met de helft verminderen. Halveren is hetzelfde als delen door 2. Halveren kun je zien als ': 2'. Halveer de volgende getallen.
x is om te vermenigvuldigen. Bijvoorbeeld: 5 x 5 = 25.
De eerste 30 priemgetallen zijn 2, 3, 5, 7, 11, 13, 17, 19, 23, 29, 31, 37, 41, 43, 47, 53, 59, 61, 67, 71, 73, 79, 83, 89, 97, 101, 103, 107, 109 en 113.
De gehele getallen 14 en 49 zijn veelvouden van 7, −35 is een negatief veelvoud van 7.
Een priemgetal is een getal groter dan nul dat je alleen door 1 en door zichzelf kunt delen. Waar bijvoorbeeld 6 ook kan worden gedeeld door 2 en 3, heeft 7 niet zulke delers. Dat is dus een priemgetal. Het grootste bekende priemgetal op dit moment is 2 tot de macht 82.589.933 − 1.
Als je de helft van een getal wil uitrekenen, deel je dit getal door twee.
De wortel van 144 ligt dus tussen 10 en 15 in. Probeer nu bijvoorbeeld 12 x 12. Dat komt precies uit op 144. Dus: √144 = 12.
88 kan niet direct door 12 worden gedeeld, maar 84 wel. 84 : 12 = 7, want 7 x 12 = 84. Iedere groep krijgt dus in elk geval 7 boeken. 84 boeken zijn al gedeeld door 12 (zie stap 1).
52 (tweeënvijftig) is het natuurlijke getal volgend op 51 en voorafgaand aan 53.
12 is een veelvoud van 12, want 1 x 12 = 12 en 12 is deelbaar door 12 (12 : 12 = 1). 24 is een veelvoud van 12, want 2 x 12 = 24 en 24 is deelbaar door 12 (24 : 12 = 2). 36 is een veelvoud van 12, want 3 x 12 = 36 en 36 is deelbaar door 12 (36 : 12 = 3).
100 (honderd) is het natuurlijk getal dat na 99 en voor 101 komt. De Romeinen schreven hiervoor een C, een afkorting van Centum.
Wist u dat 73 het 21ste priemgetal is – een getal dat enkel deelbaar is door 1 en zichzelf?
Als we op deze manier de getallenlijn doorwerken vinden we de volgende priemgetallen onder de 100: 2, 3, 5, 7, 11, 13, 17, 19, 23, 29, 31, 37, 41, 43, 47, 53, 59, 61, 67, 71, 73, 79, 83, 89, 97 (reken maar na). Priemgetallen hebben naast hun beperkte deelbaarheid nog een andere bijzondere eigenschap.
De getallen die je moet kiezen zijn 6 en 3. 6 x 3 = 18. Bekijk eerst de som. Wat is het antwoord en uit welke getallen kun je kiezen?
48 = 9 x 5 + 3.
Wat is de tafel van 19? Bij de tafel van 19 vermenigvuldig je een getal, meestal de getallen 1 tot en met 10, met het getal 19. Het is dus een herhaalde optelling van het getal 19. Hoe vaak je 19 moet optellen wordt bepaald door de vermenigvuldiger, het eerste getal in de vermenigvuldiging.