Een spraakgebrek zoals slissen is aangeleerd en zal niet spontaan verdwijnen. Als u of uw kind slist, kan logopedie helpen. Hierbij wordt een juiste manier van praten, mondmotoriek en ademhalen geoefend.
een onduidelijke uitspraak; een te zachte en/of hese stem; eentonig of nasaal (door de neus) spreken of een combinatie hiervan.
Als u onduidelijk spreekt of bepaalde klanken niet goed uit kunt spreken, noemen we dit een spraakprobleem. Afhankelijk van de oorzaak is behandeling mogelijk door een neuroloog of KNO-arts. Hierbij wordt vaak een beroep gedaan op een logopedist voor aanvullende tests en behandeling.
Bij een spraakstoornis is er een probleem in de productie van de gesproken taal. Voorbeelden daarvan zijn stotteren, dysarthrie, verbale ontwikkelingsdyspraxie, verbale apraxie, stemstoornissen ... Een spraakstoornis kan zowel bij kinderen als bij volwassenen voorkomen.
Vaak is dit het gevolg van een neurologische aandoening, bijvoorbeeld een beroerte, Multiple Sclerose of de ziekte van Parkinson. Ook overmatige spanning, zoals in een drukke periode met veel zorgen of stress, kan voor problemen zorgen.
Te weinig beheersing tong- en mondmotoriek
Gaat de tong de verkeerde kant op, dan ontstaat er een spraakgebrek. Om goed te kunnen praten, heeft u namelijk een goede beheersing van de wangen, lippen én tong nodig.
Afasie is een taalstoornis, iemand met een afasie kan de taal minder goed gebruiken dan voorheen. Verschillende of alle onderdelen van het taalsysteem kunnen verstoord zijn. Denk hierbij aan het spreken, het begrijpen van een gesprek, het begrijpen van wat u leest, en/of het schrijven. Afasie is géén spraakstoornis.
Bij broddelen horen veel kenmerken, zoals: snel spreken (en onregelmatige spurts in de spraak), over woorden struikelen, woorden in elkaar schuiven, veel "uh's", herhalingen, onduidelijk spreken, veel stopwoordjes, weinig pauzes, enzovoort. Met een juiste diagnose kunnen veel mensen die broddelen worden geholpen.
Bijna altijd is er na het ontstaan van dysartrie enig spontaan herstel van het spraakvermogen, maar zelden of nooit is dat herstel volledig. Behandeling van dysartrie wordt uitgevoerd door een logopedist. Met veel oefenen is vaak nog verbetering mogelijk.
Hoe vaak komt afasie voor? Ongeveer 30% van de mensen die een beroerte krijgt, de meest voorkomende oorzaak van niet-aangeboren hersenletsel, krijgt ook afasie. Jaarlijks zijn dat ongeveer 14.000 mensen in Nederland en België samen oftewel 38 per dag. In België en Nederland leven zeker 54.000 mensen met afasie.
TOS door de jaren heen
TOS ontstaat bij jonge kinderen, maar verdwijnt niet wanneer zij volwassen worden. Door begeleiding en behandeling leren zij nieuwe taal. Ze worden beter verstaanbaar, leren taal beter begrijpen, leren meer woorden en hun zinnen worden langer.
Bij een taalstoornis kan iemand zijn gedachten niet meer omzetten in woorden, zinnen en een verhaal; er kunnen problemen zijn met het begrijpen van gesproken en geschreven taal. Een spraakstoornis betreft alleen de spraak: woorden en zinnen worden niet goed of niet duidelijk uitgesproken.
De meeste baby's tussen de 7 en 12 maanden benoemen hun ouders als “mama” of “dada”. De eerste woordjes (anders dan mama of dada) leren de meeste baby's rond 19 maanden. Tegen de tijd dat je kleintje 2 jaar is, praat hij of zij in zinnen van 2 tot 4 woorden.
Luister naar de andere persoon.
Iedereen wil zich belangrijk en gehoord voelen, dus als je wilt dat mensen met je praten, schenk ze dan je volle aandacht. Zorg ervoor dat je altijd luistert als iemand met je praat. Probeer de regel te hanteren: 'Eerst luisteren, dan praten,' na het starten van een gesprek.
Bijna altijd is er in de eerste 3 maanden na het ontstaan van afasie enig spontaan herstel van de taal. Zelden of nooit is dat herstel volledig. Toch is er met veel oefenen, telkens weer proberen en volhouden vaak verbetering te verkrijgen. Degene die kan helpen met het oefenen van de taal is de logopedist.
Maar dat je mond ook dingen doet als je niet praat, is minder geweten. En dat hierbij ook dingen fout kunnen gaan, is al helemaal onbekend. Zo kun je bijvoorbeeld dag en nacht door je mond ademen in plaats van door je neus. Hierdoor kunnen je tanden verkeerd groeien en kan je gezicht uitdrukkingsloos worden.
Bij een conversiestoornis zet je lichaam je psychische klachten om in lichamelijke klachten. Je kunt bijvoorbeeld plotseling niet meer praten, het lukt je niet meer om een arm te bewegen, je lichaam maakt onverwacht schokkende bewegingen of je spieren verslappen juist.
Bijna altijd is er na het ontstaan van afasie enig spontaan herstel van de taal. Zelden of nooit is dat herstel volledig. Toch is er met veel oefenen, telkens weer proberen en volhouden vaak enige verbetering te verkrijgen.
Er kunnen verschillende lichamelijke klachten ontstaan, zoals spierzwaktes en moeite met praten. Zo kan een van de ledematen door stress 'uitvallen' of verlamd raken, zoals een been of arm. Je hebt hier dan geen gevoel meer in of kan deze niet meer gebruiken.