In maart kun je de volgende gewassen al in de moestuin zaaien: spruitjes, raapstelen, radijs, rapen, snijbiet, spinazie, tuinkers, herfst- en winteruien, wortelen, kapucijners, doperwten, peultjes, postelein en prei. Tip: Sommige planten kun je beter wel, of juist beter niet naast elkaar zetten.
In maart kun je de volgende gewassen al in de moestuin zaaien: spruitjes, raapstelen, radijs, rapen, snijbiet, spinazie, tuinkers, herfst- en winteruien, wortelen, kapucijners, doperwten, peultjes, postelein en prei. Tip: Sommige planten kun je beter wel, of juist beter niet naast elkaar zetten.
Daarom zaai je tomaten tussen eind maart en half april binnen voor. Zet je deze planten eind mei in je bak dan pluk je eind juli de eerste tomaten. En gaat daarmee door tot half oktober.
Het voorjaar is een goede tijd om vaste planten en houtige gewassen (struiken en bomen) die in pot zijn gekweekt te planten. *Vorstgevoelige planten. Het is aan te raden vorstgevoelige planten in het voorjaar in de volle grond te zetten.
Struiken die in je tuin staan vanwege hun grote, decoratieve bladeren. Denk aan de trompetboom (Catalpa), pruikenboom (Cotinus), Anna Paulownaboom (Paulownia tomentosa) en vlier (Sambucus nigra).
Wat kun je in februari in de moestuin zaaien? In februari kun je kasgewassen zoals tomaten, erwten, tuinbonen, aubergines, radijs, sla, spinazie, broccoli, uien, prei, bloemkool, paprika's, pepers, spruitkool, meloenen en komkommers zaaien.
Geef ook liever 1x in de week heel veel water in plaats van elke dag een klein beetje. Zo ontwikkelt je tomatenplant langere, diepere wortels en daarmee een sterker wortelsysteem. Tomaten geef je dus veel water, maar alleen totdat deze beginnen te verkleuren. Geef dan matig water, anders barsten de vruchten!
De tomaat MoneyMaker is een zeer betrouwbaar ouder ras wat het erg goed doet in de volle grond en best wat regen kan verduren. Het is een vrij resistent ras waar je niet zo snel een ziekte in krijgt. Het ras wordt ook veel door tuinders gebruikt en je kunt deze tomaten ook in de winkel aantreffen.
Voor je aardappelteelt volstaat een flinke bemesting met verteerde stalmest of met compost. Vervolgens moet je er voor zorgen dat je grond rijk is aan kalium (kali of tuinpotas) en magnesium (kieseriet). De kalium zorgt voor een betere vruchtvorming en de magnesium voor een mooier en sterkere loof.
Bij vroege aardappelen is het zetmeelgehalte vaak nog niet hoog genoeg om er echt mooie bruine frieten van te maken. Dit betekent echter niet dat u van vroege aardappelen geen lekkere patat kunt maken! Frieslander en première zijn namelijk uitstekende aardappelen om patat van te maken.
Een flinke bemesting met compost of verteerde stalmest is voldoende om aan de behoefte van een aardappelteelt te voldoen. Aardappels hebben een relatief hoge kalium behoefte. Een te hoge stikstof bemesting kan averechts werken, doordat het loof zich te sterk ontwikkeld ten koste van de knollen.
Snelgroeiende groenten zoals sla, tuinkers, raapstelen, spinazie, andijvie, rucola, radijs en snijbiet liggen al na enkele weken op het bord. Zaaien in maart of april verlengt de teeltperiode omdat zaden warmte nodig hebben om te ontkiemen. In deze maanden is de temperatuur vaak nog laag.
Veldsla is de eerste groentes die je direct in je bak zaait. Als de grond niet bevroren is, zou je dat nu al kunnen doen. Peultjes, sugarsnaps en wintererwten kunnen vanaf volgende week. In een koude kas of bak kan je ook al winterpostelein en spinazie zaaien.