In het algemeen functioneert ruim 90% van de patiënten na 10 jaar en ongeveer 85% na 15 jaar nog goed met de heupprothese. Lichaamsgewicht, leeftijd waarop de prothese geplaatst word en activiteitenniveau hebben op de overleving van de prothese een groot effect.
Overige mogelijke complicaties na een heupoperatie
Trombose en longembolie. Bloeduitstorting of nabloeding. Een scheur of breukje in (een deel van) het bovenbeen. Het uit de kom gaan van de nieuwe heup (luxatie)
Mogelijke complicaties
Ondanks alle zorg die u en wij aan voorbereiding en de operatie besteden, kunnen complicaties optreden. Gedurende de operatie kan er schade optreden aan zenuwen of bloedvaten. Er bestaat een kans op infectie van de wond en de prothese. Een nabloeding van de wond kan optreden.
De heupkop kan uit de heupkom schieten (luxatie). Dit kan vooral in de eerste maanden na de operatie gebeuren omdat de spieren en het kapsel rondom de heup nog niet voldoende hersteld zijn om de heupkop op zijn plaats te houden. Daarom krijgt u leefregels en adviezen mee naar huis.
Zwaardere klussen mag je de eerste weken niet doen. Bijvoorbeeld stofzuigen en de bedden opmaken. Doe de eerste weken ook geen klussen waarbij je moet hurken of veel bukken. Bijvoorbeeld de wasmachine vullen als die op de grond staat.
Als uw kunstheupgewricht versleten is, ervaart u mogelijk een of meer van de onderstaande symptomen: pijn in uw lies, heup of been . zwelling rond uw heupgewricht. mank gaan lopen of problemen hebben met lopen.
Een vaak voorkomende complicatie is langdurige stijfheid en pijn. De oorzaak van de stijfheid is ingroei van littekenweefsel langs de prothese. Dit kan gebeuren op plaatsen waar tijdens de operatie bot, kraakbeen of banden verwijderd werden.
In veel gevallen staat u dezelfde dag of de dag na de operatie weer op, zodat uw zorgteam kan zien hoe de heup functioneert tijdens normale bewegingen. U moet bepaalde bewegingstesten ondergaan voordat u wordt ontslagen, dus wees u ervan bewust dat u kort na de operatie zult bewegen.
Ongecementeerde prothese
Om het risico op scheurtjes in het cement te voorkomen, worden er ook ongecementeerde protheses geplaatst. Dit gebeurt vanaf de jaren '80. Deze prothesen klemmen zich vast in het bot van het bovenbeen of in de heupkom.
Eerste gesprek. De arts en de verpleegkundig specialist vertellen u over de operatie en de voorbereidingen. Een totale heupoperatie is een zware operatie.
Totale heupvervanging elimineert artrose in de heup volledig . Het kan uw kwaliteit van leven drastisch verbeteren door pijn te verlichten en de stabiliteit en bewegingsvrijheid van de heup te herstellen.
Als u in uw lichaam een andere infectie heeft, kan een acute hematogene infectie ontstaan. De bacteriën kunnen dan via de bloedbaan bij de prothese komen. Klachten kunnen zijn: pijn rond het gewricht en koorts. Ook kan het litteken rood worden en zwellen.
Overlijden of complicaties na heupoperatie
Van de fitte ouderen overlijdt 1 op de 5 binnen 1 jaar na operatie. Van de kwetsbaarste patiënten zelfs 1 op de 3 binnen een kwartaal en de helft binnen 1 jaar. Ruim 40 procent van de patiënten krijgt complicaties na een operatie van een gebroken heup.
De belangrijkste complicatie na een heupluxatie is een tweede luxatie. De heupprothese is dan opnieuw uit de kom gegaan. De kans op een tweede luxatie is 20 procent als de eerste luxatie al snel na de heupoperatie is gebeurd; binnen drie maanden.
Zorg ervoor dat de hoek tussen het bovenlichaam en de bovenbenen niet kleiner is dan 90 graden. U mag dus niet bukken, niets van de grond oprapen en niet zelf veters strikken. Maak geen binnenwaartse draaiing met het geopereerde been. Zorg ervoor dat uw voet recht naar voren wijst.
Een heupprothese kan worden aanbevolen als een of beide heupgewrichten zodanig beschadigd zijn dat: u aanhoudende heuppijn heeft die niet reageert op andere behandelingen en/of de bewegingsvrijheid in uw gewricht zo beperkt is dat dagelijkse taken zoals lopen zeer moeilijk of onmogelijk zijn.
Dat gewrichtsreconstructies met prothesen niet het eeuwige leven hebben, is echter wel juist; als de patiënt maar lang genoeg in leven blijft, is de kans groot dat de prothese eens loslaat en gereviseerd moet worden. Ook komt het voor dat een prothese al vroegtijdig na de operatie faalt.
Nadat u een nieuwe heup heeft gekregen, moet u rekening houden met ongeveer 6 weken met krukken lopen. Afbouwen van het loophulpmiddel mag als u weer gemakkelijker zelfstandig kan lopen. Een fysiotherapeut kan u hierover adviseren. Autorijden en fietsen mag weer als u de loophulpmiddelen niet meer nodig heeft.
De meest voorkomende systemische complicatie is een diepe veneuze trombose . Infectie is de meest gevreesde complicatie. Beenlengteverschil is een veelvoorkomende oorzaak van ontevredenheid bij patiënten.
De meest genoemde complicatie na heupartroscopie is een distractie-type letsel , dat voorkomt in maximaal 7% van de gevallen23,24. Deze presenteren zich vaak als neurapraxie van de femorale, ischias of peroneale zenuwen als gevolg van een overmatige trekkracht of een verlengde trektijd25,26.
Veelvoorkomende tekenen van een probleem na een heupvervanging
Chronisch ongemak of pijn – Een van de meest voorkomende tekenen dat er iets mis is met uw heupprothese is pijn. Als u pijn ervaart, vooral ernstige of chronische pijn, is het belangrijk om direct een arts te raadplegen. Dit kan een teken zijn van een abnormaal geplaatst implantaat.
Deze klachten kunnen ontstaan door spierschade of -scheuren, zenuwletsel, beenlengteverschil of een niet perfect geplaatste prothese. Ook vroege loslating kan klachten geven die niet altijd goed herkend worden door uw specialist.
Stijfheid van de heup – het kan moeilijk zijn om voorover te buigen of het been van uw aangetaste heup te bewegen . Verlies van mobiliteit en beweging – u kunt een verminderd bewegingsbereik ervaren bij het buigen en strekken van het been. Mank lopen – door pijn tijdens het lopen kunt u uiteindelijk een zichtbare mankheid ontwikkelen en een hulpmiddel nodig hebben.