Taal en spraak bij kinderen van 18 tot 24 maanden
Tegelijkertijd kan hij/zij steeds meer woordjes begrijpen en zeggen, maar nog niet alle klanken goed uitspreken. Een tweejarig kind zegt minimaal vijf tot tien woordjes. Eén enkel woord kan verschillende betekenissen hebben (één-woordzinnen).
Hij kan met twee benen tegelijk van een verhoging springen. Zijn fijne motoriek wordt ook steeds beter. Hij leert nu kralen rijgen, bladzijden van boeken omslaan, gaatjes vullen met de juiste vorm, prikken, knippen en plakken. Met twee kinderen samenspelen gaat beter dan met meerdere.
Je kind kan zich steeds beter bewegen. Ook fijne bewegingen lukken steeds beter, zoals het vasthouden van een potlood of krijtje of het bladeren in een boek. Je kind leert de eigenschappen van voorwerpen: of iets hard is, zacht, glad, zwaar of licht.
Vanwege het gedrag van je peuter in deze fase wordt deze periode nogal eens de 'peuterpuberteit' genoemd. Je peuter is bezig met de ontwikkeling van zijn eigen persoonlijkheid. Hij is vaak dwars en koppig, maar kan ook ontzettend veel plezier hebben, of onzeker zijn. Hij valt van de ene emotie in de andere.
De moeilijkste leeftijd bij kinderen? Volgens Amerikaans onderzoek is dat 12 tot 14 jaar. Waar kleine kinderen vooral fysiek veel van hun ouders eisen, wordt het op die leeftijd eerder mentaal zwaar.
Corrigeer je kind op een korte, duidelijke, maar rustige manier. Dus zonder boos te worden. Ga naar je kind toe, maak contact door te knielen, oogcontact te maken of je kind aan te tikken en geef de grens aan: “Slaan doen we niet, dat doet pijn” of “Bijten mag niet, dat doet pijn”.
Jouw kind van 2 jaar praat nog niet omdat hij of zij gewoon nog niet zover is, zonder dat daar een reden voor is. Ongeveer 10 tot 15% van de tweejarigen is wat later met praten zonder dat er iets aan de hand is. Er kan sprake zijn van een taalontwikkelingsstoornis (TOS).
Spreek met jezelf (en je partner) af, hoe lang jullie het kind laten huilen. Een richtlijn is minimaal 3 tot maximaal 10/15 minuten.
Bij peuters is de ontwikkelingsvoorsprong al iets duidelijker te herkennen. Zo is een hoogbegaafde peuter zeer ondernemend, motorisch erg vaardig en zelfstandig. Daarnaast hebben ze een goede ruimtelijke oriëntatie en ontwikkelen ze snel het begrip voor bijvoorbeeld kleuren, cijfers en hoeveelheden.
Je kind van 4 jaar kan:
tellen tot 10. de cijfers 1 t/m 5 herkennen. besef hebben van de begrippen meer – minder, veel – weinig, erbij – eraf, groter – kleiner, dikste – dunste, voor – naast –op. groepjes herkennen van 2 en 3 zonder te tellen.
Tellen is een vaardigheid die zich geleidelijk aan ontwikkelt, met vallen en opstaan. Gemiddeld leren kinderen tellen vanaf de leeftijd van 2 jaar, maar het is een proces dat duurt tot het kind 5 à 6 jaar is.
Na de tweede verjaardag van je kindje gaat zijn taalontwikkeling heel snel. Van enkele woordjes en twee-woordzinnen gaat hij naar drie-woordzinnen en later zelfs volledige en samengestelde zinnen. Ook begrijpt hij steeds meer van wat jij zegt.
Je kind begint de eerste woordjes te zeggen als het één tot anderhalf jaar oud is. Als je kind vier jaar wordt, kan het al (eenvoudige) zinnetjes maken. Wanneer je dagelijks veel aandacht besteedt aan praten met je kind en luisteren, dan leert het steeds beter praten.
Een kind van 18 maanden gebruikt gemiddeld 50 woordjes, terwijl een kind van 2 jaar gemiddeld 200 woordjes gebruikt. Vervolgens gaat het kind woorden combineren tot korte 2-woords zinnetjes (zoals "jas aan" of "papa bal"), korte zinnetjes produceren en steeds meer vragen stellen.
Hij kan met 20 maanden nog niet lopen. Je peuter botst met 2,5 jaar vaak tegen bijvoorbeeld deuren en meubels aan. Hij kan nog niet goed rennen als hij 3 jaar is. Hij kan nog niet goed bewegingen nadoen als hij 3,5 jaar is.
Wat is de cognitieve ontwikkeling van een peuter? Met cognitieve ontwikkeling bedoelen we dat je peuter zich ontwikkelt in het denkvermogen. Dus begrijpen, onthouden, redeneren en denken. We noemen dit ook wel de ontwikkeling van de intellectuele vaardigheden.
Kinderen met een ontwikkelingsachterstand ontwikkelen zich (veel) langzamer dan hun leeftijdsgenoten. Ze gaan bijvoorbeeld later rollen, zitten, staan, lopen of praten. Vaak zijn er vanaf de geboorte al (lichamelijke) klachten. Soms wordt een ontwikkelingsachterstand pas later duidelijk.
Praat met kinderen over gedachten
Een andere manier van praten kan een oplossing zijn, namelijk praten over je gedachten oftewel filosoferen en even niet over die gevoelens praten. Je gedachten gaan namelijk vaak over ideeën en die gaan niet over jou maar over de wereld en hoe je de wereld ziet.
Je kind wil steeds meer zelf doen en bepalen. Maar dat lukt of mag niet altijd. Ook kan je kind zijn gevoelens nog niet goed uiten door te praten. De frustratie over iets wat je kind nog niet lukt of mag kan zich uiten in boos, brutaal en opstandig gedrag.
Zeg je baby niet alleen wat hij niet mag en wat hij verkeerd doet, maar vertel hem ook vooral wat hij goed doet! Zo leert hij het verschil tussen goed en fout gedrag. Beloon je baby ook als hij zijn fout oplost.