Ruiken, horen, voelen, proeven en zien tegelijkertijd. Een pasgeboren baby ervaart de wereld heel anders dan een volwassene. Eigenlijk kunnen wij ons al niet meer voorstellen hoe dat is. Je kunt het nog het beste met een soepje vergelijken: alles is één groot geheel.
Tijgeren en kruipen
Nu je baby 7 maand oud is krijgt hij het kruipen steeds meer onder de knie. De kans is groot dat hij nu nog aan het tijgeren is. Zodra je kleintje gaat oefenen met kruipen is het verstandig om hem een lange broek aan te trekken, dit beschermt zijn knieën met het schuren over de grond.
Informatie Met 6 a 7 maanden begint uw baby te brabbelen. U hoort dan lange reeksen van medeklinkers en klinkers, die eindeloos worden herhaald, zoals 'dadada'. En soms klinkt het al alsof uw baby 'papa' of 'mama'zegt in zo'n brabbelreeks. Wij interpreteren 'mamamamama' als: het kindje zegt al 'mama'.
Je baby vindt het prachtig dat hij zichzelf kan voortbewegen, dus zal hij graag achter bewegend speelgoed aangegaan: een bal of speelgoed op wieltjes. Misschien krijgt hij ook al door dat hij zelf speelgoed kan meetrekken: een trekdier is dan leuk speelgoed. Tegelijkertijd gaat je kleine details interessant vinden.
De zwaarste baby's worden geboren in mei
De zwaarste baby's worden namelijk in de maand mei geboren. Ze wegen zo'n 200 gram meer. Gemiddeld wegen baby's bij de geboorte rond de 3500 gram, al wordt er van een normaal geboortegewicht gesproken als een baby 2500 tot 4000 gram is.
Probeer uw kindje niet met twee handen onder de oksels op te pakken, hierbij kan het kindje gemakkelijk overstrekken. U kunt het kindje beter oppakken door één hand op de buik van de baby te leggen en het kindje op die hand te draaien.
Wanneer gaat je kind lopen? De meeste baby's kunnen aan de hand lopen tussen de 8 en 15 maanden. Maar de verschillen tussen kinderen zijn groot. Je kind loopt eerst een tijdje langs de rand van de box, de tafel of de bank.
De meeste baby's beginnen trouwens pas met kruipen als ze zelfstandig kunnen zitten. Vanaf dat moment zijn de spieren sterk genoeg om voldoende rompbalans op te bouwen en dus om te kruipen. Toch kan niet iedere baby zitten voor hij kan kruipen.
Spelen baby 6-9 maanden oud
Speel kiekeboe, verstopspelletjes, of loop de kamer uit terwijl je blijft zingen of praten. Deze spelletjes zijn niet alleen heel erg leuk om te doen, ze helpen je baby ook om zich te realiseren dat iets wat niet zichtbaar is, niet echt weg is.
Wat boeit jouw baby het meest, herkent hij al dingen het huis? Tip: Jouw baby kan zich gaan vervelen als hij steeds hetzelfde ziet, hoort, voelt, ruikt of proeft. Varieer daarom de omgeving van jouw baby en verplaats bijvoorbeeld de box, het wipstoeltje, speelkleed op de grond en/of varieer met speeltjes.
Eigenlijk helemaal niet. Dat kinderen vaak eerder 'papa' dan 'mama' kunnen zeggen, is namelijk makkelijk te verklaren. Het woordje 'papa' heeft – in de meeste talen – namelijk gemakkelijkere klanken en is daarom eenvoudiger uit te spreken voor een baby.
Elk kind ontwikkelt op zijn eigen tempo. Sommige kinderen zeggen hun eerste woordje als ze 10 maanden zijn, terwijl anderen pas met 20 maanden een duidelijk woord uitbrengen. Aan woordjes gaat trouwens een brabbelfase vooraf. Je hoort dan vooral een opeenvolging van dezelfde lettergrepen.
Je baby van 3 en 4 maanden kan:
met zijn ogen een geluidsbron zoeken. duidelijk hoorbaar kirren en lachen tegen jou. als reactie op een leuk geluid gaan lachen. 'geluidjes' maken tegen jou en andere mensen.
Na 6 maanden
Bruin brood of tarwebrood zonder pitten en zaden is goed om mee te beginnen. Om te leren kauwen geef je vanaf 7 maanden brood met korst. Ook als je kind nog geen tanden en kiezen heeft, bijt en sabbelt hij met z'n kaken. Dat is goed voor zijn mondspieren.
Hoeveel slaapt een baby van 7 tot 9 maanden oud? Een baby van 7 maanden slaapt overdag nog twee tot drie uur per dag en slaapt 's nachts in totaal zo'n elf uur. Tussen de slaapjes door, is hij twee tot tweeënhalf uur wakker. Rond de 9 maanden vinden de meeste baby's het niet zo leuk om 's avonds alleen te zijn.
Gebruik een loopstoeltje alleen voor kinderen die zelfstandig tot zithouding kunnen komen (7 à 8 maanden), maar nog niet kunnen lopen. Stop in ieder geval met het gebruik als je kind zich met zijn voetjes verticaal kan afzetten tegen de grond of met de voetjes bij de rand van het frame kan komen.
Leg je baby op je schoot en praat tegen hem, trek 'gekke bekken', zing lieve liedjes. Let daarbij eens op hoe je kind reageert. Als je goed kijkt, zul je zien dat je baby minieme geluiden en bewegingen maakt om je aandacht te trekken. En welke geluiden of gezichten vindt hij leuk?
Duimpje in een gespannen vuistje: betekent dat je baby zich hevig inspant. Als de nageltjes in de handpalm worden gedrukt is je baby boos of wil zich afsluiten voor nog meer indrukken. Los knuistje: met de vingers los om de duim betekent rust (meestal bij slaap).
Zwaai- en klapkunsten
Als je baby'tje gebaren gaat gebruiken is dit een enorme stap in zijn taalontwikkeling. Je kindje laat namelijk zien dat het je niet alleen begrijpt, maar ook dat hij/zij zelf iets duidelijk wil en kan maken. Dit gebeurt meestal rond de zeven maanden met zwaaien en klappen.
Baby's overstrekken vaak omdat er ergens in het lijfje iets mis is waar de baby last van heeft. De baby reageert vervolgens hierdoor veel slechter op externe prikkels. Hij of zij strekt dan zijn of haar rugspieren, strekt de armen en legt het hoofdje in de nek. Overstrekken is makkelijk te herkennen.
Meestal loopt je kind op de tenen uit gewoonte, maar soms kunnen er ook problemen zijn met de spieren, zenuwen of een verkorte achillespees. Tenenloop verdwijnt vaak vanzelf. Maar als het nodig is kan de jeugdarts of de huisarts je kind doorverwijzen.
Kinderen met een ontwikkelingsachterstand ontwikkelen zich (veel) langzamer dan hun leeftijdsgenoten. Ze gaan bijvoorbeeld later rollen, zitten, staan, lopen of praten. Vaak zijn er vanaf de geboorte al (lichamelijke) klachten. Soms wordt een ontwikkelingsachterstand pas later duidelijk.
Kleine tips bij het leren rechtstaan en lopen. Meubels om zich aan op te trekken, aantrekkelijk speelgoed net buiten handbereik of een simpele glimlach... deze dingen stimuleren jouw kleintje om in beweging te komen. Als je je peuter een hand geeft, houd deze dan niet hoger dan de schouder van je kindje.