Zuilfruit is op een speciale manier opgekweekt en maakt bijna geen zijtakjes, hierdoor wordt het boompje meestal niet breder dan 20-40 cm. Het slanke boompje is ongeveer 150 cm hoog, maar dit kan ook wat hoger zijn. Het fruit hangt heel dicht bij de stam.
Populaire leifruitbomen zijn: appel, pruim, peer, kers, nectarine, perzik en abrikoos. De laatst genoemde soorten (nectarine en abrikoos) verlangen wel veel zon en je zult deze bomen dan ook een zonnige plek op het zuiden moeten geven, mogelijk dichtbij een lichte muur die het zonlicht en de warmte goed weerkaatst.
Dit wil zeggen dat ze stuifmeel van eenzelfde fruitsoort, maar van een ander fruitras nodig hebben om vruchten te vormen. Alle krieken, perziken, abrikozen, mispels, moerbei en andere fruitstruiken zijn zelfbestuivend. Van deze fruitsoorten heb je maar één exemplaar nodig voor een succesvolle bestuiving.
Al na enkele jaren geven de boompjes de eerste vruchten. Houd bij het planten van meerdere laagstam fruitbomen een afstand van 2,50 tot 4 meter aan. Laagstam fruitbomen kunnen 30 tot 40 jaar oud worden.
Vrijstaande appelboom in een kleine tuin
Wil je graag een vrijstaande appelboom, kies dan een dwergonderstam (M9, tot ca. 2,5 meter hoog). Plant je boom in de volle grond of in een grote pot of bak. Deze onderstam is ook geschikt voor step-over appels.
Enkel de stamlengte is verschillend, bij halfstam ca 1,5 m en bij hoogstam is dit ca 2 m. - Laagstam appel- en perenbomen kunnen op ca 1,5 (2) meter van elkaar geplant worden. Afhankelijk van de onderstam, grondsoort en ras kan de aanbevolen afstand nog verschillen. WANNNEER OOGSTEN.
De 'Elstar' komt oorspronkelijk uit Nederland en is een zelfbestuivende boom.
Nee dus… Bestuiving wordt door hetzelfde ras gedaan.
Bestuiving. De meeste appelrassen hebben kruisbestuiving nodig om appels te laten groeien. Dat betekent dat er een ander appelras nodig is voor een goede bevruchting. Ook zelfbestuivende rassen geven meer vruchten als er daarnaast kruisbestuiving plaatsvindt.
Blauwe bessen houden van vochtige en zure grond. Om die reden hebben we daar gekozen voor een bodembedekking van takjes coniferen. Zo blijft de grond vochtig, het houdt wat onkruidgroei tegen en de struiken zijn groot genoeg om voeding uit de diepere lagen van de grond te halen.
Jan: “Fruitstruiken dragen het best dichtbij de stam. Hier zijn de vruchten het grootst en ook het snelst rijp. Je opbrengst per vierkante meter is met deze manier van aanplanten veel groter dan bij solitaire struiken. Een solitaire struik heeft per plant wel meer opbrengst.”
De struiken stellen weinig eisen aan de grond, een plekje in de volle zon is wel gewenst. Plant de struiken van eind oktober tot april (als het niet vriest) en kort ze meteen in tot 30 cm boven de grond. Ze kunnen als aparte struiken gekweekt worden of in rijen tegen een hekwerk.
Bij leifruit nooit alles wegsnoeien. Zo geef je de tak weer de kans om nieuwe loten te vormen. Leifruit altijd terugsnoeien op een bloemknop. Bij het snoeien van deze scheuten op naar buiten gerichte knoppen wordt gestreefd naar een haagvorm.
Snoei bovenin de leiboom de dikke, lichtverstorende takken weg. De onderste takken moeten langer uitgroeien dan de hoger op groeiende takken. De hoger groeiende zijtakken worden in lengte beperkt door ze tot op enkele bloemknoppen of tot op een jonge twijg van 10-20 cm lengte terug te snoeien.
Als de stuifmeelkorrels van een bloem op de stamper van dezelfde bloem terecht komen, noemen we dat zelfbestuiving. Niet alle planten kunnen zichzelf bestuiven. Daarnaast is er buurbestuiving. Dit is het geval als een andere bloem van dezelfde plant bestoven wordt.
De Malus domestica 'Jonagold' komt oorspronkelijk uit de Verenigde Staten. Het is een zelfbestuivende appelsoort waar je dus geen andere appelboom bij in de buurt hoeft te planten om appels aan de boom te krijgen.
Hoe? Simpel: met een klein kwastje! Hiermee kun je namelijk het stuifmeel van de ene mannelijke bloem voorzichtig opvangen bij de meeldraden, en vervolgens aanbrengen op de stamper van de vrouwtjesbloem.
Het juiste moment
Fruitbomen kun je planten van november tot eind maart, wanneer ze in rust zijn. De beste periode is november, na het vallen van het blad.
Malus domestica 'Goudreinet' is een niet zelfbestuivende appelboom. Voor bestuiving is nodig een 'James Grieve' of een 'Cox Orange Pippin'. De groen met rode vrucht van deze appelboom is plukrijp in september en heeft een fris zurige smaak die word gebruikt als handappel, moesappel of bewaarappel.
Wil je het allemaal leuk en handelbaar houden, dan zal je de appelboom moeten snoeien. De appelboom snoeien is namelijk de enige manier om de boom in toom te houden. De appelboom snoeien heeft als bijkomend voordeel dat je de boom in een mooie vorm houdt. Bovendien komt het ook de groei van de appels ten goede.
Een boom die te hard groeit geeft te weinig vruchten. Naast snoeien wordt in de winter ook tijd vrijgemaakt om 'oude' bomen te vervangen door nieuwe bomen. Een appelboom gaat tussen de 12 en 15 jaar mee. Een perenboom gaat langer mee, 25 tot 30 jaar.
De meeste groenten blijven maar één of twee seizoenen in je moestuin terwijl de meeste fruitbomen 30, 40 jaar tot wel 100 jaar oud kunnen worden. De levensduur van fruitbomen is natuurlijk ook wat afhankelijk van de verzorging en grootte. Hoe ouder een boom kan worden, hoe groter hij wordt.