ZML-scholen voor leerlingen met een verstandelijke beperking. Leerlingen met een verstandelijke beperking kunnen naar een ZML-school (zeer moeilijk lerende kinderen).
De term 'zeer moeilijk lerende' leerlingen verwijst naar leerlingen met een verstandelijke handicap of met ernstige leerproblemen. Deze leerlingen zitten veelal in het (voortgezet) speciaal onderwijs, waar ze met extra aandacht en begeleiding aangepast onderwijs volgen.
Cluster. Het ZMLK behoort tot cluster 3 van het speciaal onderwijs. Tot cluster 3 behoren scholen die onderwijs verzorgen voor meervoudige, verstandelijke en lichamelijk gehandicapte kinderen, waarvoor er slechts een zeer kleine kans bestaat dat ze het reguliere onderwijs kunnen volgen.
speciaal onderwijs; zeer moeilijk lerende leerlingen (zml) en meervoudig gehandicapte leerlingen (mg) in het so; voortgezet onderwijs (vso), uitstroomprofielen arbeidsmarktgericht en dagbesteding.
Kenmerken van de leerling
Een ernstige stoornis in de intellectuele ontwikkeling (IQ: 20-34) met bijbehorend zeer beperkt gedragsrepertoire en bijkomende medische-, of gedragsproblematiek. 3. Een matig tot licht verstandelijke beperking (IQ 35-69) in combinatie met een lichamelijke handicap (zie criteria ZML/LG).
Er zijn verschillende soorten speciaal (basis)onderwijs. Er zijn bijvoorbeeld scholen die speciaal onderwijs (SO) bieden aan leerlingen die zeer moeilijk leren, deze leerlingen hebben vaak een IQ onder de 70. Er zijn ook scholen die speciaal onderwijs bieden aan kinderen met een lichamelijke of meervoudige beperking.
Het (voortgezet) speciaal onderwijs biedt onderwijs aan leerlingen van 4 tot 20 jaar die specifieke ondersteuning vragen, vanwege lichamelijke, zintuiglijke, psychische of cognitieve beperkingen, of een combinatie daarvan.
Onder cluster 4 vallen scholen voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen, kinderen met psychiatrische stoornissen, stoornissen in het autistisch spectrum of ernstige gedragsproblemen en scholen die verbonden zijn aan pedologische instituten.
De verschillende uitstroomprofielen zijn: vervolgonderwijs: gericht op het behalen van een regulier diploma; arbeidsmarktgericht: gericht op een overstap naar de arbeidsmarkt, indien mogelijk met een duurzaam arbeidscontract; dagbesteding: gericht op zo zelfstandig mogelijk functioneren in vormen van dagactiviteiten.
Speciaal basisonderwijs (SBO)
Het speciaal basisonderwijs is voor kinderen die het niet redden op een gewone school. Het gaat vaak om kinderen met leerproblemen of gedragsproblemen, zoals ADHD, dyslexie, autisme of kinderen die moeite hebben met leren.
Voordat de school uw kind toelaat, moet de school bij het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen. Dit is een bewijs dat uw kind recht geeft op een plek in het speciaal onderwijs. Deskundigen adviseren het samenwerkingsverband of uw kind (voortgezet) speciaal onderwijs nodig heeft.
Het speciaal basisonderwijs (SBO) is bedoeld voor leerlingen die het niet redden op de gewone basisschool. Leerlingen die leerproblemen en|of gedragsproblemen hebben. Kinderen kunnen meerdere hulpvragen tegelijk hebben. Kinderen die het te moeilijk vinden om het op de gewone school bij te benen.
Het onderwijs aan kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden is vanaf 1949 officieel erkend als type school binnen het buitengewoon onderwijs.
ZMOK is een vorm van speciaal onderwijs, vallend onder Cluster 4, bestemd voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen. ZMOK-scholen bieden hetzelfde onderwijs als andere scholen, maar aangepast aan de specifieke problemen van de leerlingen.
Verwacht je dat je leerling naar VMBO bb/kb uitstroomt, dan kan leerroute 2 goed ingezet worden voor de leerling. En als de verwachte uitstroombestemming praktijkonderwijs of vso zal zijn, dan biedt het plaatsen van de leerling in leerroute 3 een goed kader om te komen tot een passend taal- rekenaanbod.
In het regulier onderwijs zijn er scholen die geschikt zijn voor kinderen met autisme. Zij hebben bijvoorbeeld een leerkracht die is gespecialiseerd in autisme en kunnen de ondersteuning bieden die je kind nodig heeft. Kijk naar wat jouw kind nodig heeft en informeer bij de school of ze dat kunnen bieden.
Je wilt graag het beste voor je kind, maar weet misschien niet zo goed wat het nodig heeft. Kinderen met autisme hebben behoefte aan structuur, duidelijkheid en voorspelbaarheid. Autisme gaat niet helemaal over, maar je kan er wel mee leren omgaan.
Niet alle ouders weten dat er een verschil is tussen speciaal onderwijs (so) en speciaal basisonderwijs (sbo). Zelfs scholen gebruiken de termen wel eens door elkaar. Scholen voor so zijn voor leerlingen met een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperking.
De PO-Raad behartigt de belangen van besturen in het primair onderwijs. Daar vallen ook speciaal onderwijs (so), speciaal basisonderwijs (sbo) en het voortgezet speciaal onderwijs (vso) onder.
De voordelen. Het belangrijkste voordeel van speciaal onderwijs is dat er extra aandacht is voor je kind, of dat nu een gedragsprobleem is of een psychische stoornis. Ook zijn de klassen een stuk kleiner en laat de docent de kinderen nooit alleen. De dochter van Michel – “een frietje moeilijk” – kwam “enorm tot rust”.
Dit zijn drie afkortingen die staan voor uiteenlopende vormen van ondersteuning waar jouw kind binnen het onderwijs gebruik van kan maken. VSO staat voor 'voortgezet speciaal onderwijs', PRO voor 'praktijkonderwijs' en LWOO voor 'leerwegondersteunend onderwijs'.
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1). Middelbaar: Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
Je IQ ligt minder vast dan gedacht. Veranderingen in het volume van bepaalde hersengebiedjes tijdens je pubertijd kunnen je intelligentiescore flink omhoog krikken – of juist omlaag. Je intelligentie, uitgedrukt in IQ, verandert gedurende je leven nauwelijks.
Natuurlijk zijn daarbij uitzonderingen, maar over het algemeen heeft een kind op het VWO bijvoorbeeld een gemiddeld IQ van minimaal 116. Voor een leerling op het Havo is het gemiddeld IQ minimaal 107.