Wiskunde C komt vooral van pas bij vervolgopleidingen in de sector Gedrag & Maatschappij.Wiskunde D geeft een verbreding van wiskunde A (statistiek) en verdieping van wiskunde B. Verder zit er ruimtemeetkunde in en een aantal keuze onderwerpen. Wiskunde D kan alleen in combinatie met wiskunde B gevolgd worden.
Die functies kom je bij Wiskunde D ook weer af en toe tegen, maar je maakt vooral kennis met nieuwe vakgebieden binnen de wiskunde. Voorbeelden daarvan zijn kansrekening en statistiek, complexe getallen, dynamische systemen, getaltheorie, vectormeetkunde en groepentheorie.
Wiskunde D is bedoeld als aanvulling en verdieping op wiskunde B. Je krijgt bijvoorbeeld te maken met kansrekening en statistiek, een onderdeel dat niet in wiskunde B zit, maar dat bij veel universitaire studies wel belangrijk is. Een voorbeeld van verdieping is bewijzen.
Wiskunde C is een examenvak in de bovenbouw van het vwo vanaf klas 5. Wiskunde C is dé wiskunde die aansluit bij het profiel Cultuur en Maatschappij. De wiskunde krijgt een plek in de wereld om ons heen. Het rekenen met letters en formules wordt toegepast in concrete contexten, in voorstelbare situaties.
Er wordt bij wiskunde C meer de nadruk gelegd op bijvoorbeeld grafieken en onderwerpen die aansluiten bij sociale studies. Het vak is op zowel de havo als het vwo dan ook alleen beschikbaar die het profiel Cultuur & Maatschappij hebben.
Wiskunde C is de makkelijkste wiskunde van de vier. Het moeilijkst is D, daarna B, daarna A en als makkelijkst C. Wiskunde C kan je kiezen als je wel graag wiskunde wilt hebben, maar als je er veel moeite mee hebt. Je hebt dan wel het gevoel dat je wiskunde hebt maar je hoeft jezelf er niet heel erg voor uit te sloven.
Vooral als je wiskunde echt heel moeilijk vindt, is wiskunde A de beste optie voor jou. Lukte dat vak in de onderbouw best aardig, ga dan voor wiskunde B. Met die variant word je namelijk op veel meer opleidingen toegelaten. Je beperkt jezelf met wiskunde B dus minder in je keuzevrijheid dan met wiskunde A.
In wiskunde B wordt er veel gewerkt met functies en formules, zoals manipuleren, differentiëren en integreren. Ook de meetkunde en goniometrische functies worden behandeld. In wiskunde B zit geen statistiek. Wiskunde B is vooral handig voor vervolgopleidingen in de sectoren Techniek en Natuur & milieu.
Wiskunde B: "Veel exact berekenen"
Veel berekeningen moeten “exact”, dus een grafiekje aflezen op je rekenmachine mag niet. Het voordeel aan wiskunde B is dat je vrijwel elke vervolgstudie kan gaan doen, terwijl je met wiskunde A bent uitgesloten van de meeste exacte studies.
NB In Amerika zeggen ze “math”, in Engeland zeggen ze “maths”. Voor alle andere landen zou ik “mathematics” aanraden want dat begrijpt iedereen dus dan weet je zeker dat je goed zit.
Het getal e=2,7182... is een wiskundige constante met een zeer groot toepassingsveld in de wiskunde. Het getal werd in de 17de eeuw ontdekt als een bijzondere limiet en werd later genoemd naar Leonhard Euler.
Op havo en vwo wordt het vak gesplitst in wiskunde A en wiskunde B. Bij wiskunde A gaat het onder andere over statistiek en kansberekening, terwijl wiskunde B voornamelijk gaat over het oplossen van allerlei soorten functies. Als je een bètastudie wilt doen na je havo of vwo, is het vaak handig om wiskunde B te volgen.
Er zijn vier profielen waar je uit kan kiezen: Cultuur en Maatschappij, Economie en Maatschappij, Natuur en Gezondheid, en Natuur en Techniek. Om de beste profielkeuze te maken, zal je moeten kijken naar welke onderwerpen en vakken jou het meest interesseren en in welke vakken jij goed bent.
De Wiskunde B-dag Vlaanderen is een wedstrijd, gezamenlijk georganiseerd door UAntwerpen en KULeuven. De wedstrijd daagt leraren en leerlingen uit het secundair onderwijs uit om op een onderzoekende en creatieve manier met wiskunde om te gaan.
Zowel wiskunde A als B geven toegang. Ook met een einddiploma van HBO of WO word je toegelaten. Je moet dan de vakken natuurkunde, scheikunde, biologie en wiskunde op VWO-niveau hebben afgerond. Een VWO-diploma oude stijl geeft geen toelatingsrecht meer.
Wiskundig inzicht
Op de meeste scholen wordt wiskunde B aangeraden voor natuurkunde. De belangrijkste reden hiervoor is dat je voor natuurkunde hetzelfde soort logisch denken nodig hebt dat je ook bij wiskunde B gebruikt. Degene die goed zijn in wiskunde B hebben vinden natuurkunde (meestal) niet moeilijk.
Havo wiskunde A staat bekend als de verhalende wiskunde, dus wiskunde in een context. Havo wiskunde B is abstracter dan havo wiskunde A. Vergelijkingen, func es, grafieken, formules, algebra, meetkunde en goniometrie (sinus, cosinus, tangens) komen allemaal voor bij Havo wiskunde B.
Antwoord. De leerling mag niet in beide vakken examen afleggen. Volgens het Inrichtingsbesluit (artikel 26b) mag het examenpakket van de leerling niet meer dan één vak uit het rijtje wiskunde A, B en C hebben (wiskunde D heeft een andere positie).
Voor de universitaire opleiding Psychologie moet je beschikken over een vwo-diploma bij voorkeur met de vakken biologie en wiskunde A of B (bij de universitaire opleiding Psychologie komt veel statistiek voor). Psychologie is een gamma-studie. Slechts 75% stroomt door naar het tweede jaar.
Naast de verplichte vakken in het profiel, moet elke leerling 1 of 2 profielkeuzevakken en 1 vak in het vrije deel doen. Ook moet iedere vwo-leerling verplicht het profielwerkstuk maken. Uiteindelijk doen vwo-leerlingen in 8 vakken eindexamen. De andere vakken ronden leerlingen af met een schoolexamen.
Algebra is de tak van de wiskunde die de betrekkingen van door letters en tekens aangeduide grootheden onderzoekt. In de algebra worden getallen voorgesteld door letters en bestaan er allerlei regels die zeggen hoe je met die letters moet rekenen.
E&M: Wiskunde A of Wiskunde B, Economie en Geschiedenis. N&G: Wiskunde A of Wiskunde B, Biologie en Scheikunde. N&T: Wiskunde B, Natuurkunde en Scheikunde.