Bij wiskunde A leren de leerlingen verbanden te zien en te begrijpen. Daarnaast leren ze grafieken en tabellen te interpreteren en rekenen aan formules. Een belangrijk onderdeel van dit vak is de statistiek en het verwerken van grote hoeveelheden data. Daarnaast hoort ook het kansrekenen bij wiskunde A.
Wiskunde A op havo-niveau richt zich vooral op statistiek en toegepaste analyse.Kansberekening komt daar bij wiskunde A op vwo-niveau nog bij. In een groot aantal gevallen mag je gebruik maken van je grafische rekenmachine. Bij wiskunde B op havo-niveau en op vwo-niveau komen meer theoretische vraagstukken aan bod.
Op het examen moet je grafieken kunnen tekenen en lineaire functies, machtsfuncties, exponentiële functies, logaritmische functies en sinusfuncties kunnen interpreteren. Bij machtsfuncties en exponentiële functies is het belangrijk te begrijpen dat het kwadraat voor exponentiële stijgingen of dalingen zorgt.
Havo wiskunde A staat bekend als de verhalende wiskunde, dus wiskunde in een context. Havo wiskunde B is abstracter dan havo wiskunde A. Vergelijkingen, func es, grafieken, formules, algebra, meetkunde en goniometrie (sinus, cosinus, tangens) komen allemaal voor bij Havo wiskunde B.
De onderwerpen bij wiskunde A sluiten aan bij vervolgopleidingen (bijv. standaardfuncties en statistiek en de bijbehorende algebraïsche vaardigheden). Daarnaast wordt er aandacht besteed aan redeneren, argumenteren en leren kritische vragen te stellen, het stimuleren van een onderzoekende houding.
Zowel wiskunde A als B geven toegang. Ook met een einddiploma van HBO of WO word je toegelaten. Je moet dan de vakken natuurkunde, scheikunde, biologie en wiskunde op VWO-niveau hebben afgerond. Een VWO-diploma oude stijl geeft geen toelatingsrecht meer.
Wiskunde B is wat moeilijker. Het is vooral bedoeld voor wie graag wiskunde deed in de onderbouw en het ook goed kon. Het is een keuzevak, behalve voor scholieren die het profiel Natuur en Techniek kiezen.
Wiskunde C is een "makkelijkere" versie van A. Dezelfde onderwerpen als bij wiskunde A worden behandeld, maar de intensiteit en de moeilijkheidsgraad ligt lager.
(veel mensen kiezen dit als ze ook economie hebben) Bij wiskunde B moet je veel exact oplossen en krijg je meer theorie. (veel mensen kiezen dit als ze later door willen met wiskunde of als ze iets met bouw/tekenen willen doen) Over het algemeen wordt wis A als makkelijker ervaren dan wis B.
Wiskunde A komt vooral van pas bij vervolgopleidingen in de sectoren Milieu, Gezondheid en Economie. In wiskunde B wordt er veel gewerkt met functies en formules, zoals manipuleren, differentiëren en integreren. Ook de meetkunde en goniometrische functies worden behandeld.
Belemmeringen voor de doorstroom havo-vwo
In het havo-profiel cultuur en maatschappij (CM) is wiskunde niet verplicht. Op het vwo maakt wiskunde deel uit van ieder profiel, ook CM. Doorstromers met een CM-profiel zullen dus alsnog examen in wiskunde moeten doen.
Verschil opleidingen
Technische Wiskunde/Technische Natuurkunde is in principe niet moeilijker of makkelijker dan 'gewone' Wiskunde/Natuurkunde.
Het examen bestaat uit open vragen en bevat ongeveer 20 vragen verdeeld over vijf opgaven. In totaal zijn er tussen de 80 en 85 punten te verdienen. De vragen gaan over verschillende onderdelen. De onderdelen die getoets worden op het centrale examen zijn: algebra en tellen, verbanden, verandering en differentiëren.
Voor wie is Wiskunde D bedoeld? Wiskunde D is bedoeld voor leerlingen op het HAVO en VWO in de natuurprofielen (Natuur & Gezondheid en Natuur & Techniek) die een exacte (technische) studie gaan volgen. Voorwaarde is dat de leerlingen Wiskunde B volgen.
Vooral de vierde klas havo staat al jaren als probleemklas bekend. Daar blijven de meeste leerlingen zitten. Onderzoeken hiernaar hebben nooit keiharde oorzaken aangewezen, maar in de onderwijswereld worden wel steeds dezelfde verklaringen genoemd.
Om biologie te studeren is officieel alleen wiskunde-a nodig, maar studenten die niet ook wiskunde-b hebben gedaan, zijn ernstig in het nadeel bij het volgen van statistische en biomathematische vakken....
Veel havo- en vwo-scholieren kiezen wiskunde A, B of C en dit vak hoort altijd bij de kernvakken. Sommige scholieren hebben echter ook wiskunde D. Wiskunde D is altijd een keuzevak en hoort daarom NIET bij de kernvakken. Op de havo is wiskunde geen verplicht vak wanneer je het profiel C&M kiest.
De geldende regels zijn als volgt: leerlingen uit havo en vwo mogen desgewenst een tweede wiskundevak kiezen in het vrije deel van hun vakkenpakket, mits zij dit vak kiezen als extra keuzevak.
Statistiek is daarbij belangrijk. Volgens vele leerlingen wordt wiskunde B als moeilijker ervaren. Dit komt waarschijnlijk doordat wiskunde B abstracter is dan A. Wiskunde B legt meer nadruk op de exacte wetenschappen.
Wat veel mensen vergeten, is dat rekenkunde geen aangeboren vaardigheid is. Haast iedereen kan goed worden in wiskunde, maar het zit 'm vooral in het oefenen en verbanden kunnen leggen. Het oplossen van wiskundige sommen gaat de een beter af dan de ander, maar dit betekent niet dat je nooit beter kunt worden.
Wiskunde D is bedoeld als aanvulling en verdieping op wiskunde B. Je krijgt bijvoorbeeld te maken met kansrekening en statistiek, een onderdeel dat niet in wiskunde B zit, maar dat bij veel universitaire studies wel belangrijk is. Een voorbeeld van verdieping is bewijzen.
Het gemiddelde van al je cijfers op het centraal examen is een 5,5 of hoger (voldoende). Je voldoet aan de kernvakkenregel. Dit houdt in dat je maximaal één 5 als eindcijfer mag staan voor de kernvakken Nederlands, Engels of Wiskunde.
De kernvakkenregel houdt in dat je voor de kernvakken Engels, Nederlands en Wiskunde maximaal één 5 mag halen. Voor de andere kernvakken moet je minimaal een 6 halen. Wanneer je voor twee kernvakken een onvoldoende haalt, ben je niet geslaagd. Compensatiepunten tellen dus niet mee voor de kernvakken.
Je kan voor een van de basisvakken (Nederlands, wiskunde en Engels) een 5 staan. De rest moet een voldoende zijn, anders is er een kans dat je niet overgaat. Dus als het geen zware onvoldoende is, dan ga je waarschijnlijk gewoon over.