In november 1932 wordt de WA (Weerbaarheidsafdeling) van de NSB opgericht. De WA is bedoeld om leider Anton Mussert te beschermen tegen aanvallen van politieke tegenstanders. Leden van de WA zijn officieel ongewapend, maar treden vaak op als paramilitaire knokploegen in de Joodse wijken.
De Weerbaarheidsafdeling (WA) was de geüniformeerde ordedienst en knokploeg van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB). De WA bestond van 1932 tot eind 1935 en werd in 1940, na de Duitse inval in Nederland, opnieuw opgericht.
De NSB (Nationaal-Socialistische Beweging) is een Nederlandse fascistische politieke partij, die is opgericht in 1931.
NSB'ers helpen de Duitsers bij het oppakken van joden en worden daarvoor rijkelijk beloond. Maar ze worden door veel Nederlanders gezien als 'vuile landverraaiers'. In mei 1940 bezetten de Duitsers ons land. De NSB, de Nationaal Socialistische beweging, steunt de Duitse bezetter en werkt nauw met hem samen.
Veel NSB'ers vluchtten aan het einde van de oorlog naar Duitsland, of waren in Duitse krijgsdienst. Zij werden opgepakt, vastgezet en berecht. Als zestienjarige werd Dick Woudenberg soldaat tijdens de laatste dagen van de oorlog.
'Die was fout in de oorlog'! Het is een uitspraak die lange tijd gebruikt werd voor mensen die in de Tweede Wereldoorlog samen werkten met de Duitsers en betrokken waren bij de NSB. Anton Mussert volgde in Nederland het voorbeeld van de nazi's.
Dit archief beslaat vier strekkende kilometer en bevat naar schatting 540.000 dossiers van Nederlanders die tijdens de Tweede Wereldoorlog “fout” waren. De dossiers lagen vijftig jaar opgeslagen bij het ministerie van Justitie tot ze in het jaar 2000 werden overgeheveld naar het Nationaal Archief in Den Haag.
Weerstand van links en de kerken. Na een moeizame start – de partij telde in mei 1932 nog slechts iets meer dan 100 leden – was het ledental van de NSB begin 1935 opgelopen tot rond de 33.000. Voor de oorlog zou het ledenaantal blijven steken op 55.000 in 1936, wat echter begin 1940 al was teruggelopen tot 30.000.
Meer dan de helft van de NSB'ers woont in Noord-Drenthe en een derde in Zuidoost-Drenthe.
De Schutzstaffel (Nederlands: beschermingsafdeling), beter bekend onder de afkorting SS, of ook wel de Duitse Zwarthemden, was een organisatie binnen de Duitse nazi-partij, de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP).
Na de bevrijding worden NSB'ers en collaborateurs massaal opgepakt. Dit gebeurt vaak door leden van de Binnenlandse Strijdkrachten. De NSB'ers worden vaak opgesloten in interneringskampen.
Het Centraal Archief Bijzondere rechtspleging (CABR) is de neerslag van dit rechtssysteem. Hierin zijn zowel de dossiers van de lokale opsporingsdiensten als de dossiers van het openbaar ministerie, de tribunalen, de bijzondere gerechtshoven en de bijzondere raad van cassatie terug te vinden.
Collaboratie heeft in Nederland verschillende vormen gekend en was vooral in het begin van de oorlog wijdverbreid. Voor het uitbreken van de oorlog kende Nederland al de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) die na de Duitse inval politiek met Duitsland ging samenwerken.
De politieke partij van de nazi's heet NSDAP (Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterpartei) en Hitler is vanaf 1921 de leider hiervan.
Als gas werd koolstofmonoxide of het pesticide Zyklon B gebruikt. Gaskamers maakten vaak deel uit van een groter complex met crematoria (Auschwitz-Birkenau en Majdanek), verbrandingsplaatsen of massagraven om de lichamen te vernietigen en faciliteiten om persoonlijke bezittingen van de slachtoffers toe te eigenen.
Het gewapend verzet groeit, maar het risico op represailles, executies en ongelukken is erg groot. Naar schatting zaten tienduizenden mensen in het verzet. Miljoenen Nederlanders maakten geen keuze tussen 'goed' en 'fout'. Veel verzetsdaden bereikten niet hun doel zoals het gewapend verzet.
Bij de geallieerden zaten de landen o.a. het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Canada, de Sovjet-Unie, Nederland, België en de Verenigde Staten. Bij de Asmogendheden zaten o.a. Nazi-Duitsland, Italië en Japan. Uiteindelijk wonnen de geallieerden de oorlog.
Er werd veel gevochten bij de Grebbeberg, de IJssel- en Maaslinie, de Peellinie, de Moerdijkbruggen en Den Haag. Na het bombardement op Rotterdam op 14 mei was de situatie uitzichtloos voor Nederland. Op 15 mei capituleerde het Nederlandse leger, met uitzondering van Zeeland.