Scholen die niet door een overheid zijn opgericht, behoren tot het vrij onderwijs. Het vrij onderwijs bestaat hoofdzakelijk uit confessionele scholen, die aan een godsdienst zijn gebonden. De katholieke scholen vormen de grootste groep.
Officiële scholen zijn opgericht door openbare besturen ( bv. gemeenschap, provincies, steden en gemeenten). Vrije scholen zijn opgericht door natuurlijke personen of privaatrechtelijke rechtspersonen.
Vrij gesubsidieerde onderwijs: dit wordt door een privé-organisatie ingericht, maar is erkend door de Vlaamse overheid. Het gaat vooral om het onderwijs dat onder de koepel Katholiek Onderwijs Vlaanderen valt. In het vrij onderwijs zijn ook protestantse, joodse, orthodoxe, islamitische, … scholen mogelijk.
Traditioneel worden er drie netten onderscheiden: het gemeenschapsonderwijs, het gesubsidieerd officieel onderwijs en het gesubsidieerd vrij onderwijs. Het gemeenschapsonderwijs, vroeger 'rijksonderwijs', is het onderwijs dat georganiseerd wordt door de Vlaamse Gemeenschap.
Een katholieke school is een door de Katholieke Kerk erkende school met doelstellingen die vastgelegd zijn in een christelijk opvoedings- en vormingsproject. In Nederland wordt het katholiek onderwijs geregeld door het Algemeen Reglement voor het Katholiek Onderwijs (ARKO) uit 1987.
In katholieke scholen ontstaat kwaliteit dan ook door leerlingen kennis te laten maken met de liefde van God. Daar is de les godsdienst geschikt voor. Het kan de leerlingen ook in contact brengen met andere levensbeschouwingen om zo de christelijke identiteit duidelijk tot zijn recht te laten komen.
Een katholieke basisschool is een vorm van bijzonder onderwijs en zo'n school heeft het recht om op grond van hun gekozen richting een eigen toelating- en benoemingsbeleid te voeren. Een openbare basisschool moet openstaan voor alle mogelijke levensbeschouwingen.
Scholen die niet door een overheid zijn opgericht, behoren tot het vrij onderwijs. Het vrij onderwijs bestaat hoofdzakelijk uit confessionele scholen, die aan een godsdienst zijn gebonden. De katholieke scholen vormen de grootste groep.
Het gemeenschapsonderwijs krijgt de bouwkosten helemaal terugbetaald. Katholieke scholen moeten 30 procent zelf betalen.
Buitengewoon kleuter- en lager onderwijs type 4 richt zich tot kinderen met een motorische en/of meervoudige beperking. Wij vertrekken vanuit de individuele mogelijkheden van elke leerling en proberen diens potentieel maximaal te ontplooien.
De Vrijeschool valt onder het algemeen bijzonder onderwijs, onderwijs met een eigen inhoud en didactiek, wel religieus, maar niet specifiek gebonden aan een geloofsrichting. Kinderen uit alle gezindten kunnen zich bij ons thuisvoelen.
Verlof vanwege godsdienst of levensovertuiging
Een leerling heeft recht op verlof als hij plichten moet vervullen die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging. Per verplichting geeft de school in principe één dag vrij, in verreweg de meeste situaties is dit voldoende.
Kan mijn kind vrijstelling krijgen van de leerplicht? Als uw kind tussen 5 en 16 jaar is, moet het naar school. Alleen in bijzondere situaties kunt u vrijstelling krijgen van de leerplicht, bijvoorbeeld bij ziekte of een begrafenis. Dit vraagt u aan de schooldirecteur of de leerplichtambtenaar.
De vrijeschool is een onderwijsconcept dat is gebaseerd op persoonsvorming. Met het woord 'vrij' wordt bedoeld dat een leerling zich in vrijheid op elk vlak van zijn persoonlijkheid moet kunnen ontwikkelen. Daarom zijn er naast de gewone leervakken ook standaard veel creatieve- en doevakken.
Er zijn verschillende schoolsoorten: praktijkonderwijs, vmbo, havo en vwo. Sommige scholen geven tweetalig onderwijs.
Netto verdient een startende leerkracht in het kleuter, lager en secundair onderwijs 1.663,67 euro. Na 10 jaar is dat gestegen tot 1.950,07 euro. Wie 20 jaar op de teller heeft, krijgt een nettoloon van 2.241,48 euro. Anders is het voor leerkrachten met een masterdiploma in het secundair onderwijs.
Gemiddeld verdienen leraren in het basisonderwijs en leraren in het speciaal (basis- en voortgezet) onderwijs zo'n € 5.800 per maand. In die berekening is rekening gehouden met de schalen en treden van alle leraren (gewogen gemiddelde) in loondienst.
Het salaris van een Leraar Godsdienst ligt tussen de € 2822,- en € 5699,- bruto per maand. Dit salaris is gebaseerd op de CAO voor het voortgezet onderwijs (VO). Er is voor leraren en docenten binnen het VO een salarishuis ontworpen op basis van ervaring.
Het vrijeschoolonderwijs in Nederland omvat scholen voor basisonderwijs en voortgezet onderwijs. Vrijescholen spreken zelf van kleuterschool (4 tot 6 jaar), onderbouw (6 tot 12 jaar, klas 1 t/m 6) en bovenbouw (12 tot 18 jaar, klas 7 t/m 12). De klassen 7 en 8 worden ook wel middenbouw genoemd.
Als leerkracht in het primair onderwijs heb je recht op 428 uur vakantieverlof per jaar, als je fulltime werkt. Dat staat in de meest recent afgesloten cao (2021). 428 uur vakantieverlof komt neer op 53,5 vakantiedagen per jaar. Oftewel: bijna 11 weken!
Vrijeschoolonderwijs wordt gegeven op de hele wereld. 100 jaar geleden werd de eerste vrijeschool opgericht in Stuttgart. Sindsdien groeit het vrijeschoolonderwijs wereldwijd. Vandaag zijn er over de hele wereld meer dan 1.180 vrijescholen in meer dan 70 landen.
Uitleg: referentieniveaus. Wat leerlingen of studenten op het gebied van taal en rekenen moeten kunnen op belangrijke overgangsmomenten in hun onderwijsloopbaan, is vastgelegd in het referentiekader. Voor het einde van het bo, sbo en so gaat het om het fundamentele niveau 1F en het streefniveau 1S/2F.
Het openbare onderwijs is niet gebaseerd op een godsdienst of levensovertuiging. Er zijn wel openbare scholen die vanuit bepaalde onderwijskundige visie lesgeven, zoals montessori- of daltononderwijs, maar als organisatie zijn zij openbaar.
In cijfers uitgedrukt ziet het Nederlandse schoollandschap er tegenwoordig als volgt uit: er zijn 3068 openbare scholen, 2694 protestants-christelijke scholen en 2816 rooms-katholieke scholen. Grofweg twee derde van alle scholen zijn dus confessioneel bijzondere scholen.