Wat is vongole? Vongole behoort tot de familie van de venusschelpen en wordt ook wel de gestreepte of geruite venusschelp genoemd. Het komt volop voor in de Middellandse Zee en rendeert het best in ondiep water voor kusten die een modderige bodem hebben. Tegenwoordig worden ze ook gekweekt.
De wrattige venusschelp, in de handel meestal praire genoemd, heeft een ronde, bolle schelp met duidelijke ribbels. De schelp heeft meestal een diameter van 3 – 7 cm. De schelpdieren komen voor op en bij rotsachtige bodems langs de westkust van Europa en zuidelijk Afrika.
De vongole is familie van de venusschelp. Wordt ook wel de gestreepte venusschelp genoemd. Wij kennen hem voornamelijk uit de middellandse zee ( met name uit Italië), maar hij komt ook voor in de Atlantische oceaan. De smaak is zilt en zoet en ze worden ongeveer 2 tot 3 centimeter groot.
Kokkels kunnen gezien worden als het Nederlandse broertje van de Italiaanse venusschelp en kunnen ook op dezelfde manier gebruikt worden in de keuken. Qua smaak is er nauwelijks verschil tussen de twee: venusschelpen zijn iets groter, platter en gladder dan de geribbelde kokkels.
Vongole zijn prijzige schelpdieren. Een kilo kost vaak rond de 15 euro.
Let op: de schelpjes zijn heel snel open en de Vongole moeten niet te lang doorgaren, dan worden ze taai. Schep als alle schelpjes open zijn de afgegoten pasta bij de saus.Slobber de schelpjes, eet de pasta met de saus en geniet.
Vongolen kunnen het hele jaar door worden gegeten, maar het verschilt wel per seizoen hoe lekker de vongole smaakt. Vongolen zijn minder lekker als ze in de zomermaanden juli en augustus worden gevangen. Dit heeft o.a. te maken met de temperatuur van het water. Vongolen smaken beter als ze uit koud water komen.
Als de schelpjes open blijven staan, betekent het dat deze niet meer leven en dus niet meer vers zijn. Verwijder dus voor het bereiden altijd de open en kapotte schelpjes. Voordat u vongole gaat bereiden, is het dus aan te raden de schelpjes heel goed te wassen – in en tussen de schelpjes zit namelijk altijd veel zand.
Het vlees in de venusschelp is stevig en bijna fruitig van smaak en wanneer je ze in het seizoen eet smaken ze geweldig -mits je ze goed wast.
De venusschelp bevat stevig vlees en heeft een fijne en fruitige smaak. Jammer genoeg worden de schelpen wel steeds zeldzamer en worden ze vaak vervangen door varianten die magerder en minder fijn van smaak zijn.
Vongole is Italiaans voor venusschelpen. Eigenlijk kunnen venusschelpen worden gezien als het Italiaanse broertje van de Nederlandse kokkels. Qua smaak is er nauwelijks verschil tussen de twee. Wel zijn venusschelpen wat groter, platter en gladder dan de geribbelde kokkels.
Kokkels zijn te eten als mosselen en ze zijn het hele jaar te verkrijgen. Ook kokkels moet je, zoals de meeste schelpen, dicht kopen. De mossel is een schelpdier welke voorkomt in de Nederlandse kustwateren. Mosselvisserij vindt plaats in de Oosterschelde en de Waddenzee.
Wanneer de ui glazig is kunnen de schelpen erbij, gevolgd door het glas wijn. Dek de pan nu af met een deksel en laat dit ongeveer drie minuten staan, of tot dat de schelpen geopend zijn. De meeste schelpen zullen hierna open zijn, haal dichte schelpen uit de pan, deze zijn niet goed en kunnen niet gegeten worden.
Vandaag de Italiaanse keuken. Vongole (spreek uit als wóngolee) zijn kleine schelpdieren. Het zijn geen clams, strandgapers, het zijn geen kokkels en het zijn ook geen mosselen. De enige en echte Nederlandse naam voor vongole is venusschelpen .
De schelpen serveren
Je kunt de venusschelpen als borrelhap serveren, maar ook als voorgerecht. Als hoofdmaaltijd zijn venusschelpen gecombineerd met pasta erg lekker.
Schelpdieren leven in hun schelp en die schelp is meestal vrij tot zeer hard. Denk aan oesters, mosselen en coquilles. Schaaldieren daarentegen leven niet in een schelp, maar zijn wel omringd door een vrij hard pantser. Kreeft, garnalen en langoustines behoren bijvoorbeeld tot de schaaldieren.
Vongole behoort tot de familie van de venusschelpen en wordt ook wel de gestreepte of geruite venusschelp genoemd. Het komt volop voor in de Middellandse Zee en rendeert het best in ondiep water voor kusten die een modderige bodem hebben. Tegenwoordig worden ze ook gekweekt.
Maak de vongole goed schoon. Leg de vongole een uur in water met zout (1 eetlepel grof zout op 1 liter water). Spoel ze meerdere keren in schoon water en laat ze uitlekken door ze met je hand uit het water te halen. Tik het zand eruit tegen het met keukenpapier beklede aanrecht.
Spaghetti vongole is een fantastisch Italiaans pastagerecht met schelpdieren, dat veel wordt gegeten in het midden en zuiden van Italië. Je gebruikt voor spaghetti vongole venusschelpen, maar mocht je deze nu niet kunnen vinden (of te duur vinden, wat ze ook zijn), dan kun je ook kokkels gebruiken.
Spoel de vongole af onder koud stromend water om zand en vuil te verwijderen. Gooi eventuele vongole weg die al open zijn of kapot zijn. Vul daarna een kom met koud water en voeg een flinke hoeveelheid zout toe. Het zout zal helpen om het zand en vuil uit de vongole te trekken.
Was de kokkels een paar keer in koud water en check of er open schelpjes tussen zitten. Tik er even op: gaan ze dicht, dan kunnen ze mee. Blijven ze open of zijn ze kapot, gooi ze dan weg.
Wil je ze langer bewaren? Dan kun je de kokkels invriezen.Het is wel belangrijk dat je ze eerst schoonmaakt en ze daarna in een vacuümverpakking plaatst.
Vongole koop je vers en dus levend. Hierdoor kun je ze niet lang bewaren. Leg het netje in de koelkast en bewaar ze niet langer dan twee dagen. De kwaliteit gaat hierna snel achteruit, waardoor je meer schelpen weg zult moeten gooien.
Elk weekdier heeft kalkklieren, die zitten in een dun vliesje om het diertje heen.Met deze klieren maakt het diertje kalk en zo ontstaat de schelp. Hoe meer het weekdier groeit, hoe groter hij zijn huisje bouwt! Als het diertje dood gaat blijft zijn schelp bestaan en die vind jij dan weer op het strand!
Ga je voor authentiek Italiaans, dan komen druivenrassen als verdicchio, trebbiano, cortese en vernaccia in aanmerking. Pinot Grigio of Sauvignon Blanc uit het noordoosten van Italië kunnen ook. Voor een uitheemse metgezel kun je denken aan Spaanse Albariño of Godello of een lichtvoetige Franse Chablis of Muscadet.