Dus een betere voeding, beter onderwijs en hoger opgeleide ouders die je stimuleren, zijn belangrijk factoren voor de ontwikkeling van je IQ. Ook een recent onderzoek van het CPB bevestigt dit. Hieruit blijkt bijvoorbeeld dat de opleiding van ouders bepalender is voor schoolsucces dan iemands migratie-achtergrond.
Omgevingsfactoren zijn van invloed op het IQ.
Zaken die helpen om je hersenen en je intelligentie te ontwikkelen zijn gezond en genoeg voedsel, en goed onderwijs. Ook het leren spelen van een muziekinstrument lijkt te helpen.
Er is veel onderzoek gedaan naar de voorspellende waarde van het IQ voor schoolprestaties, sociaal-emotioneel functioneren, beroepskeuze enzovoort. Het blijkt dat IQ maar in geringe mate voorspelt hoe iemand op school of studie presteert.
Je IQ ligt minder vast dan gedacht. Veranderingen in het volume van bepaalde hersengebiedjes tijdens je pubertijd kunnen je intelligentiescore flink omhoog krikken – of juist omlaag. Je intelligentie, uitgedrukt in IQ, verandert gedurende je leven nauwelijks.
Researchers aan de University of Washington en in Glasgow zijn het er na uitgebreid onderzoek over eens: de intelligentie van een kind wordt bepaald door het genetisch materiaal langs moeders kant. Het genetisch materiaal van de vader heeft geen invloed.
Je bloedgroep erf je van je ouders. Je vader en moeder geven ieder één kopie van het bloedgroep-gen aan jou door. Dit kan een A, B of O zijn. De kopie van je vader bepaalt samen met de kopie van je moeder welke bloedgroep jij krijgt.
Lager IQ door stress en nog veel meer
Stress heeft enorme gevolgen voor ons gedrag. Onderzoek laat zien dat de sterke focus van ons brein op de stressor er zelfs voor kan zorgen dat we 13 punten lager scoren op een IQ-test.
90 – 110: normaal.
IQ is de afkorting voor intelligentiequotiënt en hiermee wordt het cognitieve/verstandelijke vermogen uitgedrukt in een getal. Een IQ-test meet dus het cognitieve vermogen of in andere woorden, het laat zien hoe intelligent iemand is.
"In ons onderzoekscentrum onderzoeken we de impact van voeding, maar het is algemeen geweten dat ook gezondheid, slaap, beweging, kwaliteit van het onderwijs en andere omgevingsfactoren de intelligentie kunnen beïnvloeden.
Natuurlijk zijn daarbij uitzonderingen, maar over het algemeen heeft een kind op het VWO bijvoorbeeld een gemiddeld IQ van minimaal 116. Voor een leerling op het Havo is het gemiddeld IQ minimaal 107.
Mensen met een IQ score tussen de 120 en 130 worden als begaafd gezien en een score tussen de 110 en 119 is bovengemiddeld. De grootste groep is die met een score tussen 90 en 109 en wordt met de term “normaal” aangeduid. Daaronder, tussen de 80 en 90, is de groep met een beneden gemiddelde score.
Albert Einstein (1879-1955)
Einstein, de man achter de relativiteitstheorie, was notoir slecht in het onthouden van namen, getallen en data. Desondanks wordt zijn IQ geschat op 160, waarmee hij een genie was.
De andere helft van de studenten op een mbo heeft een hoger IQ. Bij studenten op een universiteit is het gemiddelde IQ 115. Ook voor deze groep geldt dat er studenten zijn die lager scoren dan het gemiddelde.
In theorie is een IQ score van 1 de laagst mogelijke score, echter is dit niet meetbaar met een IQ test. Het gemiddelde IQ van de mens ligt tussen de 85 en 115. Hoe verder je van het gemiddelde IQ afwijkt des te lastiger het wordt om je IQ door middel van een intelligentietest vast te stellen.
Vergroten van je hersencapaciteit
Met het trainen van dat gebied van de hersenen, vergroot je direct de fitheid en capaciteit van je brein. Uit het onderzoek bleek verder dat activiteiten als (hard)lopen, fietsen en traplopen ongeveer twee keer effectiever zijn als stretchen.
Het intelligentiequotiënt (IQ) is het getal waarin het resultaat van een intelligentietest wordt uitgedrukt. Dat getal is een relatief cijfer. Het geeft aan hoe goed iemand de intelligentietest heeft gemaakt in vergelijking met anderen. De gedachte is dat een IQ-test een schatting geeft van iemands 'ware intelligentie.
Het gen wat overheersend is bepaald of bij het kind de eigenschap van dit gen ook zichtbaar is. Zo overheerst het gen voor bruine ogen over het gen voor blauwe ogen. Als jij bruine ogen hebt dan kan het zijn dat je 2 genen hebt voor bruine ogen, maar ook dat je 1 gen hebt voor bruin en 1 voor blauw.
Het AB0-bloedgroepensysteem
Het A-allel geeft bloedgroepantigeen A, het B-allel geeft bloedgroepantigeen B en het 0-allel is een recessief allel, dat niet in een bloedgroepantigeen resulteert. De allelen A en B zijn dominant ten opzichte van 0 en co-dominant ten opzichte van elkaar.
Bij een vaderschapstest kan worden vastgesteld of iemand de echte (biologische) vader is van een kind. Bij deze test wordt het DNA-materiaal van de vermoedelijke vader en het DNA-materiaal van het kind geanalyseerd en met elkaar vergeleken. Met de uitslag van de test wordt het vaderschap aangetoond of uitgesloten.
Dit basale psychologische inzicht heet algemene intelligentie. Lang werd gedacht dat dit stabiel bleef. Natuurlijk kan je trainen om je IQ te verhogen maar enkel door je vaardigheden in het maken van intelligentietesten te vergroten. Je daadwerkelijke intelligentie kan niet veranderd worden door training.
Je IQ of intelligentieniveau is niet aangeboren en ligt dus niet vast bij je geboorte. Overigens is het meten van IQ niet hetzelfde als het meten van intelligentie of slimheid. IQ testen meten vooral abstracte logica.
In tegenstelling tot wat vaak gezegd wordt, helpt het oefenen van IQ tests wel degelijk. Je score op een IQ test, bij een assessment vaak cognitieve capaciteitentest genoemd, kun je verhogen door oefening en training.